Indië vaarwel De belofte van de eierboer Indië vaambr Onder deze titel heeft Pans Schomper zijn leven beschreven als jongen in het Indië van voor de oorlog in Batavia, Lembang en Bandung, waar zijn ouders hotels hadden. Verder gedurende de Japanse bezetting in de kampen Banka, L.O.G., 15e Bat. te Bandung en het4e/9e Bat. te Cimahi en Cicalenka en in de Bersiaptijd. Het geïllustreerde boek heeft 245 pagina's en is een paperback van 15 x 21 cm met omslag in kleur. Te bestellen bij Boekhandel van Stockum. Venestraat 112511 AR Den Haag of postbus 30306 2500 GH Den Haag. Prijs: 32,50 plus 4,50 verzendkosten. ISBN 90-9006280-7 Corr. adres: Domed B.V. Herengracht 331,1016 AX Amsterdam, tel. 020 - 6272466 Soebandrio dit dilemma. De relatie tus sen de eigen cultuur, de nationale strijd en de westerse cultuur stond in het middelpunt van de discussie. In hoofdstukken II en III gaat Dolk in op het reilen en zeilen van een aantal progressieve, overwegend cultureel-lite- raire, tijdschriften. Over het tijdschrift 'De Fakkel' opgericht in november 1940 om het culturele leven in stand te hou den na het wegvallen van alle verbinding met Nederland. Een tijdschrift dat naast Nederlanders twee Indonesiërs en één Chinees in de redactie had en zo is te beschouwen als een voorbode van ande re tijden. Over 'Uitzicht', 'Het Inzicht' en Op- bouw-Pembinaan' uit de gewelddadige en chaotische periode 1945-1950. De achterliggende gedachte bij de totstand koming van deze tijdschriften was dat er haast was geboden bij het op poten zet ten van een cultuurbeleid. Nederland, zo meende men, had ook bij gewijzigde verhoudingen immers een belangrijke taak te vervullen in de wederopbouw van Indonesië. Er werd daarom toenade ring gezocht tot gematigde Indonesische intellectuelen, met name die uit de krin gen rond Soetan Sjahrir. Ook van deze zijde bestond namelijk behoefte aan een dialoog en wilde men de banden met Nederlanders niet volkomen doorsnij den. Bij Sjahrir en zijn volgelingen komt het dilemma weer terug; zij vochten tegen de Nederlanders, maar hadden tegelijkertijd respect voor de Neder landse beschaving. Ondanks alle goede bedoelingen liep de samenwerking op cultureel en literair gebied met deze Indonesiërs stuk door de politieke pola risatie die uitmondde in de Eerste Politionele Actie in juli 1947. De grens tussen politiek en cultuur, concludeert Dolk, is nu eenmaal niet scherp te trek ken. In het laatste hoofdstuk komt het tijd schrift 'Oriëntatie' aan de orde dat tot 1954 heeft bestaan. Ook in dit tijdschrift werd ruimte geboden aan schrijvers van uiteenlopende achtergrond. In 'Oriënta tie' vinden we naast Nederlandse bijdra gen o.a het debuut van Pramoedya Ananta Toer (in vertaling) en stukken van Tjalie Robinson. Onder leiding van Rob Nieuwenhuys wilde de redactie het tijdschrift ontwikkelen tot een typisch op Indonesië gericht cultureel maand blad. Maar na de soevereiniteitsover dracht in december 1949 en grote volksverhuizing die daarna op gang kwam legde ook 'Oriëntatie' het loodje. In Twee zielen, twee gedachten. Tijdschriften en intellectuelen op Java 1900-1957) gaat Dolk in op culturele interactie tussen progressieve Nederlanders en Indonesische intellec tuelen met name op literair gebied. Het is goed te beseffen dat deze kleine groep een marginale rol speelde in de voor oorlogse koloniale maatschappij. Een grote belemmering voor een werkelijke verspreiding van hun ideeën was, naast de koloniale mentaliteit, de Nederlandse taal zelf. Aangezien de Nederlandse taal zich nooit heeft ontwikkeld tot voertaal in de archipel kon de invloed van Nederlandse cultuur niet anders dan beperkt blijven. Mark Loderichs Pans Schomper 54

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1993 | | pagina 54