INDISCH CULTUREEL CENTRUM Het ICC in opspraak STICHTING DIENSTVERLENING VETERANEN COMITÉ ANCOL Met de commotie rond de vestiging van een Indisch Cultureel Centrum (ICC) in Den Haag - of liever rond het uitblijven van dat centrum - heeft de Indische gemeenschap de landelijke publiciteit gehaald. De hele geschiedenis speelt zich af in een decor van bestuurlijk gekra keel, bouwkundige problemen, financiële onduidelijkheid en schadeclaims. Een spoedige opening van een ICC ligt even wel niet in het verschiet; er is nog geen keuze gevallen op een nieuw pand. Waar is het allemaal om te doen De stichting ICC heeft het aan de stok gekregen met twee 'partijen'. Allereerst is er de verhuurder N.V. Stedelijk Belang. Die claimt achterstallige huur. Voor het ICC-bestuur is nu juist de NV Stedelijk Belang de boosdoener. Zij zijn de oorzaak van alle ontstane hoofdpijn en ellende. Dit conflict is niets anders dan een zakelijk welles-nietes-gevecht tussen huurder en verhuurder. De inzet: gemaakte afspraken en geld. Beide par tijen slaan elkaar met schadeclaims om de oren, zodat de rechter uiteindelijk mag beslissen wie er aan het langste eind trekt. De andere kwelgeest van de stichting ICC is een ex-bestuurslid van Nines, Huib Deetman, die een eenzame kruis tocht voert om na het debacle aan het Spui de onderste financiële steen boven te krijgen. Deetman was en is geen bestuurslid van de stichting ICC, en die houden de deur voor pottekijkers geslo ten. Dat mag. Dus probeert Deetman nu openheid af te dwingen door de pers, de subsidiege vers en sponsors op de hoogte te stel len van de in zijn ogen onprofessionele gang van zaken. Dat mag ook. Zolang de subsidiegevers en sponsors echter vertrouwen houden in de stich ting ICC, kan Deetman fluiten naar zijn openheid. Deetmans loslippigheid werd hem niet in dank afgenomen: met het naar buiten brengen van slecht nieuws maak je in de regel weinig vrienden. Prompt werd hij uit het bestuur van Nines gezet. Dat is vreemd als je bedenkt dat hij overhoop ligt, niet met Nines, maar met het ICC. Maar het wordt minder vreemd als je weet de bestuursleden van Nines ook in het ICC-bestuur zitting hebben. Blijft over de vraag wat Deetman het ICC-bestuur nu eigenlijk verwijt. Op de integriteit van de ICC-bestuursleden is volgens hem niets aan te merken. Wel uit hij zijn twijfels over de externe des kundigen die voor het project zijn aan getrokken. Deetmans kritiek is terug te brengen tot één zin: de stichting ICC heeft zich vertild aan het project. Daarnaast vindt hij dat het ICC-project onvoldoende draagvlak heeft in de Indische gemeenschap. De eerste gene ratie komt er maar bekaaid af. Inderdaad, het ICC-project is een initia tief van Nines, dat vooral de tweede generatie vertegenwoordigd. Maar het zijn de bestuursleden van Nines die zich een ongeluk werken om het project van de grond te krijgen. Nu hebben ze met flinke tegenslagen te kampen, en het laatste waar ze behoefte aan lijken te hebben is wel aan iemand die constant de vinger op de zere plek legt. Hoe nu verder Het is te hopen dat het Indische Culturele Centrum - waarin ook Deetmans Nibidoc een plaatsje zal moeten krijgen - niet al te lang meer op zich zal laten wachten. Misschien dat alleen door een spoedige opening van een Indisch Cultureel Centrum de ruzies en meningsverschillen zullen ver stommen. Want om vooraf iedereen binnen de Indische gemeenschap tevre den en gelukkig te houden lijkt een bijna onmogelijke opgave. Mark Loderichs In 1991 werd opgericht de Stichting Dienst verlening Veteranen (SDV). Deze stichting stelt zich ten doel hulp te bieden bij individuele problemen aan veteranen, hun partners en familiele den. Bij de SDV werken professionele hulpverleners (consulenten) die bekend zijn met de specifieke kenmerken van de veteranenproblematiek. Deze hulp kan bestaan uit informatie en advies, onder steuning, individuele belangenbehartiging, bemiddeling of verwijzing naar de juiste instelling of hulpverlener. Alle diensten van de SDV zijn kosteloos. Het bevorderen van maatschappelijke er kenning van veteranen is een belangrijk onderdeel van het werk van de SDV. Deze erkenning uit zich in het tonen van respect en waardering door de samenleving voor de plichtsvervulling van veteranen en de door hen gebrachte offers. Daartoe wor den voorlichtingsprojecten over histori sche gebeurtenissen waarbij veteranen zich hebben ingezet ontwikkeld en weten schappelijk onderzoek op dit gebied en op het terrein van de belevingswereld van de veteranen zelf bevorderd. Het SDV wordt gesubsidieerd door het Ministerie van Defensie. In het bestuur neemt het Veteranen Plat form (het samenwerkingsverband van veteranenorganisaties) deel. Het adres van de SDV is: Maliebaan 83, 3581 CG Utrecht. Vetera nen-informatielijn: 030-333311 op werkda gen tussen 9.00-12.30 uur). Op 15 augustus 1992 werd het Comité Ancol, vernoemd naar de executieplaats Antjol aan de Noord-Oostkust van het voormalige Batavia dat thans een ereveld is, opgericht. Op dit ereveld bevinden zich de graven van 1328 door de Japanners geëxecuteerde verzetsmensen. Tot de doelstellingen behoort het uitbren gen van een documentatie, getiteld 'De Geuzen van het Indisch Verzet'. Er wordt naar gestreefd dit werk medio 1995 te doen verschijnen. Andere doelstel lingen zijn het produceren van een audio visuele documentaire over verzet en illega liteit in het voormalige Nederlands-lndië; het organiseren van een expositie ten tijde van het uitbrengen van het boek; het op het centrale ereveld Loenen aanbrengen van een herinneringsplaquette/gedenk steen; het voordragen van de (on)bekende 'Indische' verzetsman/vrouw voor pos tuum toekenning van de 'Geuzen-penning'. Het Comité Ancol houdt zich niet bezig met materiële belangenbehartiging-activi- teiten e.d. die reeds aan organisaties/instel lingen zijn toevertrouwd. Ter gelegenheid van het Nationale Herdenkingsjaar 1995 wil het Comité Ancol het Indisch Verzet die aandacht geven die het verdient, als hommage aan de omgekomenen. Het administratie-adres van het Comité Ancol is: Weezenhof 2133, 6536 JS Nijmegen, tel. 080-447488/553855. 5

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1993 | | pagina 5