fê>uitzn(jzzittinq zn dooi mauxouuj !2\ da ^daadt-dPianqz dzzt 6 vervolg januarinummer Na twee keer terugkomen werd de tand geplombeerd. Bij het hek ontmoette ik een oude Chinese vrouw met twee hand koffertjes, zoals de doktoren toen gebruikten. Ik herkende haar, ze was een paar keer bij mijn bedienden geweest, als ik in de middaguren rustte. Ze verkocht gebruikte gebitten en in het andere koffertje lagen brillen. Ze verdien de er aardig wat bij, want na lang passen kon men altijd wel een gebit of bril vin den, is het niet? Door het vele sirih kau wen hadden veel inlanders slechte gebit ten met afgebrokkelde tanden, en als er een los zat, trok de njonja die wel even. Zo moeder - zo zoon! Och, wat is het toch heerlijk om 19 jaar te zijn! Ik vond iedereen aardig en harte lijk, de school was leuk, een baby ver wachten zalig, de avonden dansen in Singapore in de Soos heerlijk. De gevreesde visites verliepen vlot, er waren mensen, die bij mijn vader op de H.B.S. geweest waren, en ik had bij de Assistent- Residentsvrouw in de klas gezeten. En Chris werd door zijn baas prettig ingewerkt. En als er dan iets tegenliep, huilde ik van harte en was weer opgeknapt. Tegenover ons kwam een jong stel van de Borsumij te wonen, we leerden nog andere jonge mensen kennen, en mijn man kreeg behalve de Kegelclub, jacht genoten. Als de Singapore- boot kwam, was het mis, maar de K.P.M. kwam op tijd, en dan kon de Jachtclub 's avonds laat vertrekken, met een motorboot stroomopwaarts de Kapoeas op. De Chinese eigenaars van tuinen waren blij dat er hulp kwam, want er waren veel tjèlèngs die de gewassen vernielden. Ze schoten in het donker met baklichten op krokodillen. Ik heb gelukkig nog nooit een krokodil gezien. De buit werd na afloop verdeeld, en de Chinezen claimden de varkenstanden, hersens en lever voor medicijn en de rest werd verdeeld. O, wat rilde ik van die bloedige klompen sterk ruikend varkens vlees. Maar Moes zond dan Oudje om de Kokkie bij te staan met dunne plakken te snijden voor dendeng, die gekruid op het dak werd gedroogd. Verder moest alles geïmporteerd wor den, maar Pontianak had ananassen! Dus toen een oudere Indische dame aanbood om kooklessen te geven, gaven we ons met z'n zessen op! We leerden ananasstroop te maken, ananasjam die niet zou gisten, ananastaartjes en ana- nasrolcake, en toen dat voorbij was, moesten we op marmeren tafeltjes feuil- letédeeg rollen, en leerde we pittige sau- cijzebroodjes maken. Het slotstuk was banketletter met gemalen pinda's in plaats van noten, maar daar er geen banketbakkerswinkels bestonden, von den alle mannen het zeer geslaagd, en voor elke verjaardag konden we ananas taart maken. Op school had ik al gehoord, dat de vrouw van de President van de recht bank een schooltje had voor elf prinses jes uit de Kraton. Ze konden zich niet verlagen om met gewone kinderen om te gaan, maar ze kregen ook heel andere vakken - veel borduren en handwerken. En toen werd het stadje opgeschrikt, we kregen een uitnodiging om op een feest in de Kraton te komen, er zouden zeven prinsesjes trouwen! Grote opwinding! De meeste mensen waren nog nooit aan de overkant geweest, we zouden in pontifi caal erheen moeten, maar de lagere ambtenaren trokken zich daar niets van aan, en ik had ook geen handschoenen aan. Twee versierde roeiboten, het leken wel galeien, brachten het publiek naar de overkant. De oever was kaal en een pad leidde naar een poort in een ellenlange muur. Langs het pad stonden teeners met een versierd stokje, en iedereen moest er één nemen. Een vreselijke stank kwam van het hardgekookte een- denei op de stok, dat stelde de vrucht baarheid voor, de papieren fritseltjes vreugde en een lange gouden haar geluk voor het bruidspaar. Het was een grappig gezicht, dames met receptiehoed en handschoenen, avond tasje, officieren in uniform, alles liep met een soort Palmpaas, die ze zo ver moge lijk omhoog hielden om de penetrante lucht niet te ruiken. "Die eieren zijn zeker maanden geleden gekookt", zei een dame, en toen we in een soort voorhof kwamen, met potten palmen, prikte een slimmerd zijn stokje er in. Het hielp niets, voor we de feest zaal bereikten, was er controle en kreeg men een nieuwe in de hand gedrukt. De Kraton was een aaneenschakeling van zalen, met beeldhouwwerk versierd. Weinig meubels en veel lampen. Omdat we met de derde boot gekomen waren, stonden de Sultan en zijn vrouw al in een halve cirkel met de autoriteiten. De Sultan zei na je felicitatie: "Hoe lang bent u hier?" of "Brapa anak?" (Hoeveel kinderen hebt u?). Chris kende hij al van het postkantoor en ik kreeg een goed keurend knikje omdat ik een baby ver wachtte. Het verhaal ging, dat hij aan een onder wijzer, pas uit Holland, ook had gevraagd "Brapa anak?" en dat de orang baroe dacht aan zijn schooltje en zei: "twee- en- veertig!" Waarop de Sultan hem hoogst verbaasd op de schouder klopte en zei: "Wah, koewat sekali!" (erg sterk!). In de andere hoek van de zaal stonden de bruidjes, hun handen onder een soort sluier verborgen, dus gaven we geen hand, maar maakten een buiging naar de bruidegom. Het waren beeldige meisjes. Ook de mannen hadden knappe, iets Arabische gezichten, niet het ronde van Java. Bedienden liepen af en aan met drinks, en in één zaal was een hoempa-orkest en werd gedanst. Maar we zagen door de open deuren een zaal met veel deu ren en overal om de hoek piepten kinder gezichtjes en gluurden vrouwen om de hoek. Het was een gezellige avond voor ons, maar helaas moesten de bruidsparen roerloos blijven staan en de Sultan liep rond tot de Resident het sein gaf om afscheid te nemen. De tocht over de rivier was al heerlijk, met al die sampans en prauwen. De motorboot van de Kraton bracht ook veel mensen over. De verhalen waren niet van de lucht. De bijvrouwen zouden jaloers zijn onder elkaar, zei men, en een prinsje werd niet oud, men fluisterde - vergiftigd! Eén van de wettige vrouwen was daarom naar Singapore gezonden, naar een zen delingsfamilie, en zo werd Hamid in Singapore geboren en werd daar opge voed. Op maneschijnavonden voeren we dik wijls in een gehuurde sampan, och, die Oosterse maannachten! Onze chef vertrok naar Java en Chris kreeg het druk. De nieuwe baas was ner veus en zodra er een boot kwam, nam hij 36

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 36