I j MEDEDELING /dl j I VAN HET i INDISCH FAMILIE m l ARCHIEF I l bloempje bestaat uit een dozijn meeldra den die onderaan versmolten zijn tot één centrale buis. Ze zijn urnvormig, zeven tot negen centimeter lang en staan in trossen bij elkaar. En vrouwelijke bloem pjes zijn groter en zitten bijeen in weinig vertakte kelkpluimen. Het zijn bleekgele napjes gevormd door drie vergroeide kelkblaadjes. Ze hebben één stamper die direct na de bevruchting uitgroeit tot een perzikachtige dofgele vrucht, die bij rijp heid in twee delen openbarst en waarbij de noot, omgeven door een vuurrode zaadrok (arillus), te voorschijn komt. In de regel wacht men niet tot de vruch ten op de grond vallen om ze te verza melen. Laat men de vruchten te lang hangen dan vallen de noten na een dag of drie uit de vrucht. De vruchten worden vroeg in de morgen geplukt door mannen en vrouwen. Men doet dat met lange stokken, voor zien van een haak waaronder een mand je hangt. In Indonesië 'gai-gai' genoemd. De vrucht bestaat uit vier delen. Ten eerste de buitenste laag, het gele vlezige vruchtvlees. Het vruchtvlees bevat melksap en is eet baar, zoet en harsachtig van smaak. Vruchten kunnen geconfijt worden (Kweepala) en er kan compote en gelei van gemaakt worden. Tegen Kerstmis maken Westindiërs uit het gefermenteer de vruchtvlees een speciale feestelijke brandewijn met een bijzondere smaak en geur. De tweede laag is de zaadrok, een prachtig vuurrood omhulsel, die de foelie levert. De zaadrok is afkomstig van de sterk uitgegroeide zaadstreng (funiculus) waarmee het zaadbeginsel vastzit aan het vruchtblad. De zaadrok bedekt de derde laag, dat is de harde dop die gekraakt moet worden om bij de vierde laag te komen, n.l. de nootmuskaat. Deze noot heeft een dikke buitenwand die door grote druk van het omringende weefsel diepgegroefd is. Ze zijn ovaal en twee bij twee- en- een- halve centimeter. Na de pluk worden de vruchten met een groot mes ontdaan van het vruchtvlees. Daarna wordt heel voorzichtig de zaad rok verwijderd. Deze foelie wordt tussen planken geperst en in de zon gedroogd. Tijdens het vervoer naar de pasar (markt) verandert de rode kleur in dof oranje. Hele foelie is duurder dan stukjes; gema len foelie verliest snel het aroma. Foelie die afkomstig is uit Granada laat men nog drie maanden narijpen in het donker. Hierdoor verandert de kleur in lichtbruin en de foelie is brosser. De nootmuskaat (nog in de harde dop) wordt op bamboerekken gedroogd door middel van een vuurtje onder het rek. Als de doppen na een week rammelen, worden de doppen gekraakt en de noot muskaat eruit gehaald. Ze worden gesor teerd op grootte en uiterlijk. Gladde gave noten worden gescheiden van de kleine rimpeligen. Afgevallen noten worden ook apart gehouden en geven een produkt van mindere kwaliteit. De nootmuskaatnoten worden meteen enige malen in kalkmelk gedompeld en daarna gedroogd. Ongekalkte noten bederven snel; bovendien worden ze zo gevrijwaard van schimmel en insekten- vraat. Uit de beschadigde noten perst men onder verhitting een vette olie (pala of nootmuskaatboter) die gebruikt wordt in de cosmetica en farmaceutische indus trie. Het zijn de noten die aangetast zijn door larven van een wormsoort die de vaste vetten en zetmeelverbinding ope ten. Hierdoor is de waardevolle etherische olie gemakkelijk te onttrekken. B.W.P. genoemd, dit is Broken - Wormy - Punk gebroken, wormstekig, verrot. Indonesië is de grootste leverancier van deze olie die o.a. gebruikt wordt in de levensmiddelen en frisdrankindustrie, met name cola. Het restant (residu) is de nootmuskaathars die gebruikt wordt als smaakstof in de levensmiddelenindustrie. De meeste smaak van nootmuskaat zit in de etherische olie waarvan nootmuskaat een gehalte van zeven tot zestien pro cent heeft en foelie vier tot vijftien pro cent. Door distilatie verkregen olie uit de foelie wordt in parfums en likeuren verwerkt. Uit de bladeren wordt een kleurloze olie gewonnen die heerlijk geurt. De boom schors bevat eveneens een vluchtige olie. De geurige olie bestaat uit zuiver vet dat gesplitst kan worden in glycerine en myresticine. In de Molukken zorgden kroonduiven en andere duivensoorten voor de versprei ding van het zaad. De duiven eten het vruchtvlees en de foelie op en werpen de noten weg. Myristica Angentea is Pala Lelaki uit Nieuw Guinea (ook Pala Irian genoemd) en staat bekend als papoeanoot en kan als gewone nootmus kaat worden gebruikt. De foelie echter, wilde foelie genoemd, is niet geschikt voor in de keu ken. Op Java worden ze gebruikt als mid del tegen diarree en het is potentieverho gend. In de homeopathie is de nootmuskaat bekend als 'Nux Moschata'. De noten worden verwerkt tot tinctuur of in poeder- vorm of gemace reerd met alcohol. Deze middelen worden toegepast bij hysterie, verstopping, opgeblazen gevoel, enz. Myristica Fracans, in Indonesië Pala Perumpoean genoemd: van de gedroog de bloemen wordt thee getrokken om gassen uit het lichaam te verdrijven. Gedroogde bloemen worden in diverse jamus (kruidenmengsels) gebruikt. Bloemen van de nootmuskaat in zakjes gebonden en tussen de kleren gedragen, werken kalmerend bij zenuwachtige men sen. Het verse groenachtige melksap uit de vrucht met water vermengd, is een gor gelmiddel tegen aften (blaasjes of witte plekjes; een door schimmel veroorzaakte aandoening van het slijmvlies van de mond). Palazeep is goed tegen reumatiek. Nootmuskaat in de borrel is slaapverwek kend en zweetuitdrijvend. Tegen loomheid: de rug inwrijven met een mengsel van zeer fijn gemalen noot muskaat met zout en brandewijn. Bij diarree: een halve nootmuskaat ras pen en met een dessertlepel rum inne men. Om overgeven tegen te gaan en tegen maagkrampen: een theelepel geraspte nootmuskaat met zout op de tong leggen en met een slokje water naar binnen wer ken. Bij heesheid: een zalfje waarin kruidnagel en nootmuskaat is verwerkt op de hals smeren en het bedekken met een wollen sjaal. Toch is enige voorzichtigheid gebo den omdat nootmuskaat alkaloide en myristicine bevat. Het kan onplezierige bijwerkingen geven zoals geheugen zwakte, slaperigheid, droge huid, droge slijmvliezen en een zwaar hoofd. In verband met de verfilming van de j collecties is het Indisch Familie l Archief de hele maand Mei en Juni j gesloten. Ook op schriftelijke vragen kan niet worden geantwoord. De maand Juli is het archief j wegens vakantie gesloten. de beheerder I.F.A. 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 19