De kris als verzamelobject
G.J.F.J. Tammens,
De kris. Magic relic of old
Indonesia deel I en H
rnim^mh
René Wassing
Inleiding
Het feit, dat een Hollandse jongen in de vooroorlogse jaren op
zekere dag zó wordt geboeid door het verschijnsel kris, dat hij
zich vervolgens vanuit een Hollandse achtergrond zijn verdere
leven intensief met dit onderwerp bezighoudt, mag wel bijzonder
worden genoemd. Zozeer bleek de aantrekkingskracht van de
kris, dat de auteur sindsdien niet alleen krissen begon te verza
melen, maar zich ook vol overgave heeft gewijd aan de bestu
dering van alle literatuur,die hij hierover maar kon vinden. Oude
bronnen zowel als nieuwe publikaties, met als uitgangspunt en
basis de werken van de pionier Dr. J. Groneman (Der Kris der
Javaner, Yogyakarta 1910) en de latere P. Holstein
(Contribution a l'Étude des Armes Orientates, Parijs 1930).
De kennis, die hij aldus vergaarde, is uiteindelijk uitgemond in
een uitvoerige beschrijving over met name de technische
aspecten van de kris.
Met als doel, om met behulp van uniforme schema's te komen
tot een classificatiesysteem van de verschillende kristypen en
hun onderdelen.
Dit levenswerk is nu vervat in beide bovengenoemde boekdelen
over de kris, naar eigen smaak in eigen beheer uitgegeven.
Nu zal iedereen, die zich met deze ingewikkelde materie bezig
houdt, weten om welke minuscule details het vaak gaat.
Details, die vanwege hun specifiek Javaanse - voor westerlin
gen moeilijk te doorgronden - achtergrond, niet altijd zonder
slag of stoot pasklaar in een westers uitgedachte structuur zijn
op te nemen. Ook de auteur is zich hiervan bewust en concen
treert zich daarom hoofdzakelijk op de technische aspecten van
vervaardiging en uiterlijke kenmerken van de vormgeving.
Onvermijdelijk komen talloze Javaanse termen als evenzovele
onmisbare sleutelwoorden om de hoek kijken. Voor kenners een
peuleschil zou ik zo denken. Maar voor al die anderen, die ook
in dit onderwerp zijn geïnteresseerd, een struikelblok waar ter
dege rekening mee moet worden gehouden. Kortom, beide boe
ken zijn vooral bedoeld voor ingewijde krissenverzamelaars, die
weten waar ze het over hebben. Maar dan wel benaderd vanuit
onze nuchtere westerse zienswijze, die zelfs de hulp van de
computer al inroept om met de reeds ontwikkelde systematiek
voor de gegevensverwerking, tot nog betrouwbaardere uitkom
sten te komen. Dit is slechts één kant van de zaak.
De andere kant is het complexe Javaanse wereldbeeld, dat met
zijn eigen logica andere prioriteiten aan de kris stelt, zoals
bijvoorbeeld symboliek of herkomst, terwijl individuele kenmer
ken en status hoger worden gewaardeerd dan uniformiteit.
Natuurlijk hoeft het één het ander niet uit te sluiten, als men
maar duidelijk stelt welk uitgangspunt men kiest en zich boven
Keris Djogya, Surakarta 18e eeuw.
dien bewust is van die twee werelden, die nu eenmaal diame
traal tegenover elkaar staan.
Inhoud en vormgeving
Ondanks de ingewikkelde materie is de tekst duidelijk en
onderhoudend in een persoonlijke verteltrant zonder opsmuk.
En na lezing van het geheel is men ongemerkt heel wat kennis
over de kris rijker geworden.
Op de linker bladzijden de Nederlandse tekst, rechts de Engelse
vertaling.
De belangrijkste thema's in deel I zijn: kort historisch overzicht -
een moderne visie op het begrip dapor - prabot - vormen van
de rechte kris (met detailtekeningen) - pamor - materialen voor
schede en greep - uiterlijke kenmerken (Solo, Yogya, Madura) -
ukiran - het hanteren van de kris.
Deel II is grotendeels gewijd aan pamor motieven, liefst 216 met
tekening, naam en uitleg - de sier van de kris (schede-overtrek
ken, sierringen aan de greep; met tekeningen) - diverse smeed-
giet- en ciseleertechnieken voor de edele metalen - Padjang
krissen.
Over de tekst verspreid zijn hier en daar kleurenafbeeldingen
ingeplakt. Op de tekstgedeelten volgen reeksen van zwart-wit
foto's van krissen, ieder met hun in een tabel verwerkte kenmer
ken. In deel I, 80 stuks, voornamelijk Javaans, een paar uit Bali.
In deel II, 30 stuks, behalve Java, ook Sumatra, Sulawesi,
Maleisië en Filippijnen (Moro).
De kwaliteit van alle foto's is uitstekend en dat geldt ook voor de
staat waarin krissen verkeren.
De afgebeelde exemplaren zijn behalve van de auteur, mede
afkomstig uit museum- en privé-collecties in Nederland en
West-Europa.
Met uitzondering van de collectie Ch. van der Wel worden geen
bronnen vermeld.
24