bracht, zodat we er bladertakken tegen konden binden en 200 roosjes, door een moeder gemaakt, fleurden het saaie toneel op. Een bescheiden entreegeld bracht nog heel wat op voor een liefda digheidsvereniging. Er gingen geruchten, dat we overge plaatst zouden worden. De kleine meid dribbelde door het huis, en dat was met elf maanden heel vroeg, vond baboe Minah. Ze wilde graag mee als we naar Java gingen maar we wachtten maar kalm af. En onze laatste Oudejaarsavond was de leukste die ik ooit gevierd heb. Een paar jongelui uit het hotel hadden voor oude jaarsavond het Hoempa-orkest uit de Soos gehuurd. Half twaalf verzamelen voor het hotel, wie klappertjes of bom men had, moest ze meenemen. Eerst schoot de hotelhouder hele vlechten vuurwerk af, en de notaris en haven meester ook. En na een glas wijn begon de stoet. De muziek voorop, en alles gearmd erachter. Niet de deftige of oude re notabelen, die keken vanaf hun stoep naar dat ongewone gedoe. Eerst de zijweg in, waar de gewone men sen woonden, en die allemaal haastig de deuren sloten en achter ons aan liepen. Het was ongewoon druk op straat. Met oudejaarsavond verdient een Oosterling graag een centje bij en overal waren rongengs aan het dansen of clowns met een trom, inlandse kinderen met lampions en leuke ankloeng-orkest jes. En iedereen had op een schoteltje wel dubbeltjes en stuivers liggen. Bij de pastorie stonden dominee Janssen en zijn gezin lachend toe te kijken. Hoek om - bij de Ass. resident het erf op, die schonk bier en champagne. Overal waar een presenteerblad omhoog geheven werd, deed de stoet een polonaise door de tuin. Zelfs voor het hospitaal juichten de verplegers. De jongeren werden steeds drukker, al die verschillende dran ken door elkaar werkten slecht. De havenmeester schonk iets kouds met oliebollen. De muziek veranderde - geen marsen meer, maar het Ambonese strijd lied - Sajang kené - rassa sajang kené - en als het uit was, gaf de trom een bons, en iedereen schreeuwde twee keer: "Smeerlap!" Voor het huis van de Resident even over leg, maar daar ging het, het ene hek in, het andere uit, en op straat "Smeerlap!" De Resident Prins was nieuw, ze hadden een welkomstfeest gegeven, en mevrouw Prins en de twee dochters hadden de hele avond gedanst. Het was vijf voor twaalf, en de band speelde een foxtrot. Ik was doodop van het hossen, en we stre ken bij een kennis neer. Daar knalde al wat vuurwerk. Nu gingen ze het grote hek van de over ste binnen. De overste was niet bemind, zijn dochtertje had op school verteld, "Vader is voor zijn examen gezakt". Hij was naar Java geweest, en was met een slecht humeur terug gekomen. De voor galerij was verlaten. Ze deden dus net, of ze niet thuis waren. Het hielp niet, allerlei Martjons werden in de tuin gegooid, en daar begon - Sajang kené - en bij het verlaten van het hek uit volle borst - "Smeerlap!" De stoet ging door naar het hotel, waar gefuifd werd. Wat een geluk, dat wij kalm koek zaten te eten. Alle ambtenaren kre gen de volgende dag een missive van het residentie-kantoor, of ze wilden opge ven waar ze geweest waren om twaalf uur, en of ze rekenschap wilden geven van hun onbetamelijk gedrag bij de over ste. Chris ontsprong de dans en daar de meeste jongelui particulieren waren, van de bank, import mij. e.d., viel het aantal bestraffingen mee. Maar het humeur van de overste werd er niet beter op, en ik heb nog nooit zo'n dolle oudejaarsavond gehad. Elk nieuwjaar zonden alle Chinese fir ma's geschenken, vuurwerk of champag ne aan zakenvrienden. Aangezien dat traditie is, lieten de douanechef en havenmeesters dat oogluikend toe. Er ging een verhaal, dat ze eens aan een douanechef diamanten oorknoppen in croquetten hadden gezonden. Er werd dus op toegezien, dat het niet te gek werd. Chris kreeg wat vuurwerk cadeau, en bij de sultan aan de overkant van de rivier konden we de vuurpijlen zien opstijgen. Oom en Moes werden naar Billiton over geplaatst, en er kwamen korte afscheids bezoeken van gezinnen, die ons verlie ten. Alle bekenden gingen dan mee naar de boom om afscheid te nemen en 'uit te wuiven'. En ofschoon we afwachtten, wat het lot ons brengen zou, overlegde ik alvast, wat we niet en wel zouden mee nemen. We kregen wel een paar kubieke meter vrij op de boot, maar overvracht was hoog, en we konden dat beter op de vendutie doen! Behalve mijn losgebroken aap was er ook een bunzing op ons bordenrek gesprongen, zodat ons kostbare servies hevig was gedund. Grote schalen en soepterrines vielen bij de Chinezen altijd in de smaak. Verder had ik uit Holland heel wat aardige schilderijtjes meegeno men, o.a. een naakte nimf bij een rivier, die altijd bij jongelui zeer gewild waren. Dus langzaamaan sorteerde ik alles in ons kleine huis. We hoopten op een grote plaats, dan zou ik van alles nieuw kopen. Och, wat waren we naïef. Ik wist niet, dat we negen huizen in de eerste zes jaar zouden krijgen en dat we net als alle aanvangende ambtenaartjes de eind jes aan elkaar zouden moeten knopen. Nooit meer een servies van Hoying, maar uit de Japanse toko - ook heel best! Een telegram meldde: Medan, en in een week waren we op de boot naar Singapore. Adieu Pontianak! Eind december kwamen de overplaatsin gen los, de baas kreeg Java, Chris Medan, en omdat de vervanger direct kwam, ruimden we het huis in voor hem en logeerden twee weken bij kennissen, die twee kleine meisjes hadden, waar mee Ankie spelen kon. Oom en Moes gingen naar Billiton en Oudje en de orang oetang gingen mee. We kregen een onbekende baboe, want Minah wilde wel naar Java, maar Medan was haar te ver. De nieuwe baboe lachte veel, maar was van het soort dat ik niet uitgezocht zou hebben. Toen Ankie 's avonds in de slaapkamer met haar voetje stampte, haar handjes draaide en "kepoe koepoe majan" zong, bleek dat de nieuwe meid een Bangsawandanseres was en mee wilde naar Medan om daar een plaatsje in de opera te krijgen. Dat ging dus niet door, maar ze bleef tot ons vertrek, want Chris werkte de nieu weling in, en we maakten overal afscheidsvisites. Het speet me, dat ik dominee Janssen en zijn vrouw moest missen, maar de wereld is klein en ik zag ze terug op Java. Daar gingen we dan. En toen de K.P.M.- stomer de rivier weer afvoer, lokte Singapore mij toe. Chris lag zeeziek in de hut en had meteen twee rustige dagen, en ik zat op dek met de kleine meid. Mèt een deken, want het was westmoesson en koud in de wind. We zouden een week in een Hollands hotel logeren, en dan de boot naar Medan pakken. Het was alsof we in een andere wereld kwamen, die bruisende stad, Engelse gebouwen, asfalt boulevards en we zaten warempel zondag op een grasveld aan de zee onder de palmbomen. Daar zag ik dan weer palmen, want hoe ik ook mijn best had gedaan, in de zure aarde van mijn tuintje hadden zelfs klapper en rub ber het loodje gelegd. Het eten in het hotel was heerlijk en Ankie kreeg nassi- tim met een halve kip erin. Ze was huile rig en wilde eerst niet eten, maar als ik een lepeltje suiker over de rijst strooide, ging het wat beter, 's Middags kreeg ze een mooi jurkje aan en wandelden we in het park. Wordt vervolgd 37

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 37