BRIEVENH
OVER.
Reactie op open brief (2)
Rectificatie Javanen in
Suriname
Vrije Indische Partij
Rectificatie Pa van der Steur
Tulung Tulung
Brieven voor de eerstvolgende
Moesson dienen vóór het einde van
de maand bij de redactie binnen te
zijn.
De inhoud van ingezonden brieven
valt buiten de verantwoordelijkheid
van de redactie.
In de Moesson van 15 januari 1994
schrijft de heer Van Rees een open brief
over de tegenstellingen en ruzies binnen
de Indische gemeenschap. Hij vraagt
zich hierbij af of de 'giftige' invloeden van
de westerse, materialistische samenle
ving hun vernietigende werk reeds heb
ben gedaan. Dat zou één van de oorza
ken kunnen zijn.
Maar is het niet beter eerst in een spiegel
te kijken, alvorens om je heen iets of
iemand de schuld te geven?
De eerste generatie - de opa's en oma's
-de tweede generatie - de vaders en
moeders -zij zijn geïntegreerd.
Geruisloos, als geen andere cultuur.
Daar mag je trots op zijn. Maar belangrijk
is je eigen identiteit, de identiteit van je
cultuur te bewaren. En...wat nog veel
belangrijker is, door te geven aan de
derde generatie; de kinderen en kleinkin
deren. De mensjes die hier geboren zijn,
in deze giftige, westerse, materialistische
samenleving. Dat is een verantwoorde
lijkheid. Geen 'hebben' of 'zijn', maar
'moeten'.
Een oude Indische man vertelde me
eens dat hij en zijn vriendjes vroeger in
de tuinen van Bogor cowboy en indiaan
tje speelden. Als hem werd gevraagd wat
hij wilde zijn dan had hij geantwoord:
"Cowboy, want als indiaan je wordt altijd
gevangen genomen.' Als geen van die
kinderen van toen - de opa's en oma's
van nu - bereid waren en zijn, één keer
de rol van de indiaan op zich te nemen,
zal het spel verdwijnen. Net als de
Indische cultuur en traditie. Over dertig
jaar zal een kleinkind op zolder een doos
tegenkomen met allerlei paperassen.
Stoffig en vergeeld. 'Wat is dat?', zal zijn
of haar niet-wetende Hollandse partner
vragen. 'Och, dat zijn spullen van mijn
opa, van de Indische vereniging. Daar
zat hij in het bestuur. Altijd maar kibbelen
en vechten. Gooi maar weg.' Is dat de
toekomst van uw prachtige cultuur? Zou
het niet veel mooier zijn als een kleinkind
over dertig jaar in Semarang staat en met
een glans van trots in de ogen zegt: 'Hier
hebben mijn opa en oma gewoond. Jaren
achtereen zijn ze terug geweest. Hier
kom ik ook een beetje vandaan'. En dat
zijn of haar partner begrijpend knikt en
zal zeggen: 'Dat mag je nooit vergeten'.
Tegen alle opa's of oma's die om wat
voor reden dan ook ruzie hebben, zou ik
het volgende willen zeggen. Vandaag is
het zaterdag. Morgen komen misschien
uw kleinkinderen op bezoek. Jacky, naar
u genoemd, en Louise. Mag ik u vragen
morgenvroeg, voordat u ze een knuffel
geeft, even in de spiegel te kijken?
Riny Boeijen, Beverwijk
In Moesson van 15 september 1993
stond in de rubriek Culinair de volgende
zin: 'Veel Indonesiërs zijn decennia gele
den (ook) als slaven getransporteerd'.
Hierop ontvingen wij de volgende brief
van een oud-employé van de suikerfa
briek Mariënburg:
Het heeft mij zeer verbaasd dat op deze
zin in de volgende afleveringen van
Moesson geen reactie is gekomen aan
gezien wat daar staat pertinent onjuist is.
De slavernij is in Suriname in 1863 afge
schaft. De Javanen die in de eerste
decennia van deze eeuw naar Suriname
zijn gekomen hebben uit vrije wil op Java
een contract ondertekend om gedurende
vijfjaren in Suriname op de plantages te
werken. Na afloop van dat contract heb
ben velen gekozen om als klein landbou
wer verder te gaan, anderen zijn al of niet
na bijtekening van het contract op de
plantages blijven werken.
C.J. Prey
Gerona
De NRC maakte op 18 februari melding
van du oprichting van de Vrije Indische
Partij. Hoewel de oprichting van een
Indische partij reeds langer in de wandel
gangen bekend was, is er toch nog een
verrassing. Zeer verheugend, dat er nu
eindelijk ook een Indische partij in de
politieke arena verschijnt. Het verkie
zingsprogram voor 3 mei is nog niet
bekend, doch het "oude zeer", over aller
lei kwesties die de Nederlandse regering
heeft laten liggen of onvoldoende heeft
afgedaan zal zeker een belangrijke rol
spelen. Maar een Indische stem kan in
de tweede kamer slechts gehoord wor
den, indien deze partij voldoende stem
men krijgt. En daar kunnen de
Nederlanders uit het voormalige Indië
voor zorgen en waarom niet! Geef ze een
kans.
Theo Kappers
Amstelveen
Naar aanleiding van het verhaal over Pa
van der Steur door R. Hein (Moesson
februari 1994), ontvingen wij de volgende
reactie.
Voor de goede orde bericht ik u dat Pa
van der Steur de bevrijding meemaakte
in het jongens/mannenkamp Bangkong
te Semarang. Daags na 23 augustus
1945 werd hij, ernstig ziek, door oude
vrienden van hem bezocht, en korte tijd
later per auto uit het kamp gehaald en
vervoerd naar Magelang. Dat was 4 sep
tember. Hij stierf aldaar op 16 september.
P. Huizen
Den Haag
Naar aanleiding van een artikel in uw
blad van 15 januari 1994 van de heer
Van Balgooy over het mysterieuze
Tulung-Tulung geroer, wil ik u mijn erva
ring van bijna soort gebeurtenis in het
kort vertellen.
In 1941, toen het nog geen oorlog in
Indië was, maar marine en leger wel op
scherp stonden, want het was toch niet
zo pluis met dat oprukkende Japanse
leger rondom ons heen. En toen in 1942
de oorlog begon en alle verloven werden
ingetrokken, had ook de marine meer
werk te doen. Ik had toen een hele goede
vriend op de 'Java' zitten, die meestal
met de 'Sumatra' en 'De Ruijter' geza
menlijk opereerden. Hij was machinist en
zat dus midscheeps in de machinekamer.
Wij hadden besloten, om, zodra hij weer
kwam, ons te verloven.
Maar wat gebeurde er? Op 26/27 februari
1942 werd de vloot van Karei Doorman
aangevallen en vernietigd. Naar ik later
hoorde was de 'Java' vol midscheeps
getroffen, met alle gevolgen van dien. Ik
wist dus van niets en lag rustig te slapen,
toen ik plotseling wakker schrok en gil
lend zijn naam riep. Het was of ik zijn
stem hoorde zeggen: 'Meisje, ik kom
terug' dat heeft me de hele oorlog staan
de gehouden en erna heb ik overal geïn-
6