Woensdag, 26 Mei. - Embarkeerde te 7 uur te Nijmegen op de schip- persboot voor Rotterdam waar ik te ongeveer 2 uur aan kwam. Begaf mij naar het Bath Hotel waar Leonard van Zwijndregt mij op kwam zoeken - na tafel begaven wij ons aan boord van de Prinses Marianne en bespraken met Kapitein Scott de inrichting van de hutten. Schreef aan den heer E. de Linge in Brussel. Donderdag, 27 Mei. Rotterdam. - Bezocht den Heer en Mevrouw Dorrepaal met Leonard, om die dame te bedanken voor de zorg aan ons linnengoed besteed, haar uit Amsterdam gezonden om te worden gewaschen. Begaf mij naar het kantoor der Heeren van Hoboken en Zoon, gaf hun een wissel op de Ned. Bank voor 2.250,- hetgeen de helft is van onze passage met inbegrip van die van Rose en haar man. (De in dienst genomen Belgische kamenier. - v.d. K.) De Heeren van H. stemden op mijn verzoek in om mij het geld, dat ik hier noodig heb, voor te schieten, waarvoor ik hun een accept moet geven, betaalbaar te Batavia 2 maanden na mijn aankomst aldaar. Ging met Leonard naar verschillende winkels en magazijnen om wijn en andere artikelen te bestellen. Dineerde met Van Heerdt in het Hotel des Pays Bas. 's Avonds bezocht ik de Club (Amicitia), waar ik door Leonard werd geïntrodu ceerd en las de nieuwsbladen. Vrijdag 28 tot Maandag 31 Mei. - Te Rotterdam, deed inkoopen en bestelde een sofa met een springmatras om in de achterste hut geplaatst te worden voor Betsy om op te slapen en er overdag op te zit ten. Schreef aan mijn broer Henry en mijn zuster Maria (28sten). Het schip werd opgehouden om kolen in te nemen voor het Gouvernement in Java hetgeen ten gevolge had dat ons vertrek werd uitgesteld tot 4 Juni - schreef aan B. dienaangaande en deelde haar mede dat zij daarom tot Donderdag, den 3den te Nijmegen kan blijven. Zond haar weder een wissel op den Heer Molière voor ƒ100,- om verdisconteerd te worden door Leendertsz. - Schreef ook mevr. L. in Brussel dat Rose en haar man hier niet behoeven te zijn voor dien datum. Dineerde op den 28sten met Leonard bij zijn oom (Jan van Zwijndregt). Schreef aan den heer Molière te Amsterdam op den 29sten ten einde hem mede te deelen dat, ten gevolge van een fout in mijn berekenin gen, ik een grooter voorschot van hem noodig heb dan ik verwacht had, ten einde Fromberg voor het rijtuig te beta len en dat alles te zamen ongeveer 3.500,- zal bedragen en dat ik hoop dat hij daar geen bezwaar tegen zal hebben. Schreef ook aan den adjudant van Dienst te Den Haag op den 29sten ten einde te informeeren of H.H.M.M. mij wenschen te ontvangen om afscheid te nemen en aan den Heer 't Hooft om mijn (ambts)costuum naar Den Haag te zenden, zooals we overeenkwamen toen ik in Amsterdam was. Op Zondagmorgen ging ik aan boord van de Prinses Marianne met een gedeelte van mijn bagage in gezelschap van Kapitein Scott. Maakte s avonds een wandeling met Leonard naar een park buiten de stad, waar een muziekcorps speelde. De naam ervan is Pax Intvantibus. De heer Du Puy begeeft zich 's maandags met de diligence naar Den Haag, o.a. in verband met de eventuele afscheidsaudiëntie, ten Hove, die echter niet doorgaat, bovendien legt hij verscheidene afscheidsbe zoeken af bij officieele relaties en vrienden. Woensdag, 2 Juni keert hij weder naar Rotterdam terug en teekent o.a. aan (wij volgen thans weder het dag boek): Keerde met de diligence van 8 uur naar Rotterdam terug, het was 11 uur toen ik in het Bath Hotel aankwam. De spoortreinen gaan in 3/4 uur (van station naar station) en openen morgen voor het publiek. Donderdag, 3 juni. Rotterdam. - Trof Rose (de kamenier. - v.d. K.) en haar man in het hotel, zij kwamen midden in den nacht aan uit Antwerpen en brachten mij de Revue de Belgique van den Heer Edrd. de Linge. Begaf mij aan boord van de P.M. om de sofa, die in de kajuit van mijn vrouw gemaakt was, te zien; zij kostte 44,70. Ontving des Heeren Molière's antwoord op mijn brief van den 29sten (het was mij nagezonden naar Den Haag en weer terug); hij stemt toe den rijtuig- fabrikant te betalen doch met eenigen tegenzin en onder STADHUIS IN HET CENTRUM VAN BATAVIA zekere voorwaarden. De familie kwam ongeveer om 2 uur uit Nijmegen aan met de schip- persboot - spoedig daarop kwamen de Heer en Mevrouw Dorrepaal uit Rotterdam ons bezoeken. Bestelde 3 strohoeden en drie petten van zeildoek voor de jongens, ook bontmantels voor P. en H. - deed nog enkele kleine inkoopen voor gebruik aan boord. De bagage door de familie uit Nijmegen meegebracht, werd direct uit de stoomboot overgeladen op de Prinses Marianne onder toezicht van den Heer Cranenbroek van het Bath Hotel. Gaf B. 50,- om aan den Heer Stadnitski te zenden, van wien zij dat bedrag geleend had bij haar vertrek uit Nijmegen. Beantwoordde den brief van den heer Molière. Vrijdag, 4 Juni. - Gerard van den Groll kwam op mijn uitnood iging uit Delft ons een bezoek brengen. Hij en Leonard van Zwijndregt dineerden met ons aan de table d'höte van het Bath Hotel. Ik ging naar het kantoor van de Heeren van Hoboken, maakte mijn rekening met hen in orde en nam afscheid - ik gaf hun een accept voor 3.650,- betaalbaar te Batavia met rente enz. over 2 maanden. B., A. en L. gingen om twaalf uur naar Mevrouw Dorrepaal om koffie te drinken en wandelden daarna met haar door de stad om kruideniers waren enz. te koopen. Het laatste gedeelte van onze bagage en die van onze bedienden werd om 3 uur aan boord gebracht door een boot van het schip. Kapitein Scott kwam ons om half zeven halen in het hotel, waar ik hem aan de familie voorstelde. - Spoedig daarop vergezelde hij ons naar boord, de dames en ik in een boot en de jongelui met Van Heerdt in een tweede. Het embarkeeren werd gemakkelijk gemaakt door de schikkingen van den Kapitein. B. gebruikte den stoel om aan boord te komen, doch de meisjes gaven de voorkeur aan de ladder. De Heer van Hoboken (de tweede zoon) was aan boord om ons te ontvangen en wenschte ons een goede reis, nadat een saluut van 9 kanonschoten gelost was, waarop hij en Kapitein S. naar de stad terugkeerden. Zaterdag, 5 Juni. - Nadat de Kapitein 's morgens vroeg aan boord was gekomen, werd het anker om 7 uur gelicht; het schip werd op sleep touw genomen door een stoomboot die ons de Maas afvoerde naar Nieuwersluis in 2 uur. Een saluut van 9 kanon schoten werd afgevuurd om afscheid van Rotterdam te nemen. Het schip voer daarop het Voornsche Kanaal binnen dat naar Helle voetsluis voert en werd door 10 paarden getrokken, passeerde verscheidene sluizen en bruggen, bij een waarvan onze blinde ra gebroken werd en eenig oponthoud ont stond. Omstreeks 8 uur 's avonds bereikten we de laatste sluis dicht bij de stad Helvoet en bleven gedurende den nacht binnen de sluis liggen. Zondag, 6 Juni. - Voor we dien morgen opstonden, passeerde het schip door de sluis, bereikte de reede van Helvoet en ankerde niet ver van de haven in 8 vadem water. Na het ontbijt ging de Kapitein aan land. Ik vergezelde hem met C. en P. en deed eenige kleine inkoopen voor B. in de stad - ontving brieven van mijn zusters Maria en Ellen in Hereford. Maandag, 7 Juni. - Omdat de wind ongunstig was (N. tot NW.) kon- 9

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 9