Pontianak Een sultansgeslacht van Arabische origine 16 Charles Manders In de serie 'Vorstenhuizen van Indonesië' verscheen in dit jaar in het februarinum mer een artikel over het sunanaat Surakarta in Midden-Java. Deze tweede aflevering behandelt de historie van het geslacht Alkadri van het sultanaat Pontianak op West-Kalimantan. Het sultanaat Pontianak op West- Kalimantan is, in vergelijking met vele andere vorstendommen in Indonesië, van betrekkelijk recente oorsprong. Het dankt zijn ontstaan aan een avonturier van Arabische afkomst, Sjarif Abdul Rachman Alkadrie. Deze was in 1772 met enige op de Engelsen buitgemaakte schepen naar de monding van de Kapuas gevaren, waar hij aan land ging en daar Pontianak stichtte, waarvan hij de eerste sultan werd. Volgens de over levering ontleende deze plaats haar naam aan het feit, dat zich daar vele geesten (pontianaks) bevonden. Sjarif Abdul Rachman, zou 's nachts zijn opgeschrikt door onheilspel lende kreten, die uit het woud kwamen en die volgens de plaatselijke bevolking afkomstig waren van de geest van een vrouw, die haar ongeboren kind had opgegeten en sindsdien vervloekt was. Pangeran Sjarif Hamid Alkadri. de latere sultan Hamid I, in 1853 getekend door Raden Saleh. De grondlegger van de Alkadrie-dynastie, was de zoon van een Arabische godge leerde, Sjarif Huseinibn Ahmed Alkadrie. Sjarif Husein had het, mede door de faam van zijn bijzondere vroomheid, tot rijksbestuurder van Mampawa, een ander vorstendom op West-Kalimatan, gebracht. Door huwelijken was hij ver want aan de vorstenhuizen van Banjermasin en Mampawa. Door de gun stige ligging en het verstandige bestuur van Sjarif Abdul Rachman kwam de nieu we nederzetting spoedig tot bloei. Weldra kwam de VOC met deze welvarende handelsplaats in aanraking. De VOC- commissaris Willem Adriaan Palm sloot met Abdul Rachman een contract, waar bij deze formeel als sultan werd erkend en Pontianak een leen van de Compagnie werd. Aan de VOC werden handelsvoordelen toegekend. De Nederlanders stichtten een handelsvesti ging in Pontianak die wegens de geringe winsten in 1791 weer werd opgeheven. In 1808 overleed Abdul Rachman en werd opgevolgd doorzijn zoon, sultan Sjarif Kasim (1808- 1819). Toen het Nederlandse gezag in de Indische archi pel na het Britse Tussenbestuur was her steld, werden met de vorsten van West- Borneo nieuwe overeenkomsten geslo ten. Zo sloot Pontianak met het Nederlands-Indische gouvernement een contract, waarbij sultan Kasim zijn rijk onder Nederlandse bescherming stelde. Sultan en gouvernent zouden samen het gezag uitoefenen en de inkomsten delen. Na zijn dood in 1819 werd sultan Kasim opgevolgd door zijn broer, sultan Osman (1819- 1855). Deze sloot een nieuwe overeenkomst met het gouvernement, waarin werd bepaald dat de sultan jaar lijks een vaste som kreeg uitgekeerd. De andere inkomsten vloeiden in 's lands kas, zoals dat toen heette. In 1855 werd de 80-jarige sultan Osman op eigen ver zoek ontheven van het gezag en opge volgd door zijn zoon sultan Hamid I (1855- 1872). Deze overleed in 1872 en werd opgevolgd door zijn oudste zoon sultan Jusuf (1872- 1895). Tijdens zijn bestuur werd een deel van het Chinese Kongsigebied Mandor definitief bij het Pontianakse rijk gevoegd. Sultan Jusuf overleed in 1895 en werd opgevolgd door zijn zoon sultan Sjarif Mohammmed (1895- 1944). De nieuwe sultan brak kort Wapen van sultan Hamid II Alkadri. Wapen: in goud, een reizende maan, met een vijf- puntige ster, proen. Kroon: een Islamitische koninklijke kroon. Schilddragers: twee klimmende leeuwen in goud, getongd en genageld in rood. Dekkleden: groen, afgezet met gele zijde, gouden franje, gekroond met de Islamitische koninklijke kroon. na zijn troonsbestijging met de tradities van de min of meer op Arabische wijze ingerichte hofhouding. Niettemin bleven Arabische invloeden in kleding en cere monieën aan het hof van Pontianak zicht baar. Ook de benaming van de landsgro- ten, de wazirs, die de sultan bijstonden in de uitoefening van het gezag, verried de Arabische herkomst van het geslacht. In 1908 werd een landschapskas ingesteld. Dit was een fonds waarin de inkomsten van het landschap vloeiden. Sultan Mohammed droeg het Oranjehuis een warm hart toe, hetgeen tot uiting kwam in de namen van twee van zijn dochters, Sjarifa Maimunah die Juliana en Sjarifah Fatima, die Emma werd genoemd. Ook zijn andere kinderen had den naast hun Arabische een Hollandse naam: zijn oudste zoon en troonopvolger, Pangeran Adipati Sjarif Osman heette Jan, anderen heetten Marie, Johannes, Ida, Corrie, Frans. Bij de viering van het 40-jarige regeringsjubileum van koningin Wilhelmina in 1938 bezocht de sultan met zijn gemalin, Maha Ratu Sebrang Mariam, en zijn twee oudste zoons Nederland. Tijdens dit verblijf werd de sultansfamilie ontvangen op Huis ten Bosch. Onder het bestuur van sultan Mohammed maakte Pontianak een gun stige ontwikkeling door. Met de Japanse bezetting braken ook voor het sultanshuis van Pontianak zware tijden aan. De sultan werd, evenals de andere zelfbestuurders van West-Borneo (de staatsrechtelijke term voor de bestuurders van de vorstendommen, de zogenaamde indirect bestuurde gebie den), beschuldigd van betrokkenheid bij een complot tegen het Japanse bestuur. Sultan Sjarif Mohammed werd op 24 januari 1944 door de Japanners afgezet en samen met drie van zijn zoons, onder

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 16