Java de bakermat
Paleis in plantentuin Buitenzorg
Dit is het derde artikel uit een reeks ont
leend aan het dagboek van G. Servaas,
die tussen 15 april en 4 mei 1992 een
flora- en faunareis maakte over Java.
G. Servaas
BATAVIA'S LUSTWARANDE
Zeventien april om acht uur staat onze
bus gereed voor de tocht door het oude
Jakarta. De stad kent een lange geschie
denis. Het eerste contact met de
Europeanen - de Portugezen - dateert
van 1522, toen de stad Sunda Kelapa
heette en gecontroleerd werd door
Hinduvorsten. Vijfjaar later, in 1527 op
22 juni, welke dag nog steeds wordt
gevierd als de geboortedag van Jakarta,
werd de stad veroverd door Moslimtroe
pen onder leiding van prins Fatahilla en
de naam Jayakarta gegeven (stad van
overwinning). De Verenigde Oost
Indische Compagnie o.l.v. Jan
Pieterszoon Coen vernietigde in 1619 de
stad Jayakarta (ook wel Jacatra
genoemd) en richtte op de oostelijke
oever van de rivier de Tjiliwoeng een
handelspost op 'Het Kasteel' genoemd,
later omringd met een dikke wal. Twintig
jaar later werd 'De Uitkijk', een uitkijktoren
gebouwd om de kustwateren in de gaten
te houden. En zo ontstond Batavia, een
naam die verwijst naar de Batavieren die
lang geleden ons land bevolkten. De
naam Sunda Kelapa wordt nog gegeven
aan de oude haven, waar wij de felge
kleurde schoeners zagen liggen, boeg
aan boeg afgemeerd, zo ongeveer de
laatste grote commerciële zeilvloot ter
wereld. Via wiebelende loopplanken zie
je de sjouwers af en aan lopen met hout
uit Kalimantan, zakken, kratten en kabels.
Ik vond dit zo ongeveer het heetste plekje
van Jakarta alhoewel het nog vroeg in de
morgen was. De stad is gelegen in de
brede, aangeslibde vlakte die zich steeds
naar het noorden uitbreidt door aanslib
bing van de modder van de rivier de
Ciliwung (Tjiliwoeng) en door droogleg
ging. In tegengestelde richting ging de
groei van de stad, namelijk van noord
naar zuid. Toen omstreeks 1730 de 'pest'
in Batavia toesloeg (in de vorm van mala
ria) verhuisden velen naar de zuidelijke
oevers van de Tjiliwoeng en naar de
nieuwe voorstad 'Weltevreden', thans
Jatinegara. Zo'n 220 jaar geleden (in
1770) schreef James Cook in zijn dag
boek over Batavia het volgende:
'Een paar riviertjes doorsnijden de stad in
verschillende richtingen en lopen vervol
gens uit in de zee. Enkele ervan zijn
bevaarbaar, tot meer dan 50 kilometer
landinwaarts; en inderdaad schijnen de
Hollanders deze plek te hebben uitgeko
zen om er een stad te vestigen, ten
behoeve van het transport over de water
wegen, op welk gebied Batavia elke
andere plaats ter wereld overtreft, uitge
zonderd de steden van Holland. Bij droog
weer komt er een afschuwelijke stank uit
de grachten, die de lucht in hoge mate
bezoedelt. En wanneer zware regenval
de grachten dermate heeft doen zwellen
dat deze buiten hun oevers treden, lopen
de beneden verdiepingen van de huizen
in de lager gelegen gedeeltes van de
stad vol met dit stinkende water...
Batavia wordt omringd door een ondiepe
rivier met een sterke stroming; in de soms
smaller of breder wordende rivier is een
oude nogal vervallen stenen muur, waar
in zich een kanaal bevindt, die eveneens
in breedte varieert, zodat men de poorten
van de stad niet kan bereiken zonder
26