M
wnml
31
en in 1993
gebeurtenis. Het geheugen laat hem niet
in de steek. Van alles komt naar boven.
Bandung wordt weer Bandoeng.
Langzaam aan raakt John in zijn element.
'Het is goed om terug te zijn', zegt hij ten
slotte. Het zal niet lang meer duren tot
het moment daar is, dat hij de
Indonesiërs niet meer als bedreigend of
als vijand ervaart.
Deze omslag heeft Edo twee jaar gele
den al beleefd.
Na drie dagen Bandung, vertrekken Carla
en ik naar Pangandaran, een rustpunt in
onze vakantie. We kunnen terugkijken op
een interessante en een gezellige tijd in
Bandung en omgeving.
We zullen John en Edo in Surabaya
zeker weer ontmoeten.
Surabaya, oktober 1993.
De zware busreis van Yogyakarta naar
Surabaya duurt tien uur.
Ik geniet van de route door Oost-Java.
De plaatsnamen schieten aan mij voorbij:
Ngawi, Cepu, Jombang, Mojokerto,
Sidoardjo en dan uiteindelijk Surabaya.
We worden warm onthaald in het Turtle
Guesthouse.
Tante Lieke weet van onze komst.
Vanuit Yogyakarta hebben wij bij haar
geboekt en verteld dat we vrienden zijn
van John en Edo die Surabaya in dezelf
de periode zullen bezoeken.
De enige vrije kamer is de bruidssuite,
Liekes oudste dochter trouwt deze
maand, maar het is geen probleem dat
wij hier drie nachten blijven. Voor Carla
en mij is deze reis sowieso een huwelijks
reis.
Naar het bezoek aan Surabaya heb ik
met spanning uitgekeken.
Deze stad en haar omgeving is voor mijn
familie een belangrijke plek geweest.
Mijn schoonvader is hier in 1948 gelegerd
geweest. Hij kent de plattegrond van de
stad uit zijn hoofd.
Ik heb een oude kaart van Soerabaja en
een plattegrond van Surabaya anno 1993
grondig bestudeerd.
Ook ik lijk de stad te kennen, al ben ik er
nooit eerder geweest.
Hoe vaak heb ik niet zitten turen op de
kaart. Tante Lieke is ons behulpzaam bij
onze sentimental journey die we de vol
gende dag maken. Zij heeft Auwi, de
becakrijder van de hoek, gevraagd ons
rond te rijden.
Ze schrijft voor hem de straatnamen op
die deze ochtend bezocht zullen worden.
Auwi glimlacht en vraagt zich af wat deze
Belanda's met de Jalan Sumbawa, Jalan
Mawar, Embong Malang en Genteng
Besar aanmoeten. Ondanks de hitte heeft
Auwi een dikke trui en handschoenen
aan en bestuurt hij de becak of zijn leven
er van af hangt.
Overweldigd door de hitte en het drukke
verkeer, zitten we op uitlaatgas-hoogte in
de becak.
De trip wil niet echt vlotten, maar Auwi
baant zich kranig een weg door deze
chaos. Ik schaam me dat we hem dit aan
doen; tante Lieke zei echter dat het voor
Auwi geen probleem is, maar toch zit ik
niet op mijn gemak in de becak. Auwi
brengt ons veilig naar de huizen waar
mijn vader en moeder hebben gewoond.
Nu heb ik spijt dat ik de cursus Bahasa
Indonesia heb afgebroken.
Het gebrek aan kennis van de taal wreekt
zich meteen. Toch lukt het om ons ver
staanbaar te maken.
In de Jalan Sumbawa vindt Carla het huis
waar mijn oma heeft gewoond.
De huidige eigenaar is echter een andere
mening toegedaan. Zijn huis is niet het
huis op de oude zwart-wit foto die we
hem laten zien, maar wij weten wel beter.
Aan de Genteng Besar worden we
omringd door behulpzame mensen, die
deze 'hulpeloze' toeristen graag willen
helpen. Ze zijn nieuwsgierig naar de
foto's die ik zo nu en dan laat zien om
aan te geven waar ik naar op zoek ben.
De Chinese kruidenier aan de overkant
helpt mij bij het vinden van de plek waar
vroeger Apotheek de Vriendschap was
gevestigd: pal naast zijn winkel.
Het woonhuis is onveranderd gebleven,
alleen de voorgevel van het pand van de
apotheek is ietwat verbouwd.
Hier heeft mijn opa gewerkt en gewoond
en dus ook mijn vader. Ik neem de straat
en de omgeving in mij op, even zie en
hoor ik het verkeer niet meer.
Als mijn hoed wegwaait word ik wakker
en staren lachende gezichten mij aan.
Terug in het guesthouse maak ik de
balans van deze ochtend op.
Ik ben ietwat teleurgesteld als ik consta
teer dat we niet het hele programma heb
ben kunnen afwerken. Bovendien dacht
ik veel meer te zullen herkennen, maar
daarin heb ik mij goed vergist.
Ik heb me verkeken op de plattegrond, de
afstanden en het feit dat de herinneringen
van een ander, hoe dierbaar ook, niet de
mijne zijn.
Toch doet het me goed als we weer een
spoor uit het verleden terugvinden.
Bij de zoektocht naar echo's uit het verle
den horen nu eenmaal dit soort 'teleur
stellingen', bedenk ik me.
De volgende dag biedt Edo aan om als
gids te fungeren. Hij kent Surabaya en is
de taal machtig. Bovendien wil hij zelf
nog een aantal plekken bezoeken.
Deze keer laten we ons per taxi vervoe
ren.
De rit verloopt voorspoedig. In korte tijd
vinden we scholen, huizen en andere
herkenningspunten terug. Drie nachten
Surabaya worden er uiteindelijk zes.
Dagelijks rijden we door Surabaya.
Ik herken straten, huizen en bruggen.
Langzamerhand raak ik meer vertrouwd
met de stad en het dagelijks leven in
Indonesië. Vaak heb ik tegen mijzelf
gezegd, dat we voor het Indonesië van
nu komen en dat het meegenomen is als
we iets terugvinden uit het (familie)verle-
den. Ik ben meer dan tevreden met het
geen ik heb 'teruggevonden' in het land
van mijn ouders en ben reuze benieuwd
naar de reacties van de familie als zij
onze foto's en films bekijken.
Noot: Omwille van de privacy zijn de namen John en
Edo gefingeerd.