geslagen, want hij deed het erom. Toen de rapporten ingevuld moesten worden, schreef ik er bemoedigende opmerkingen bij, maar Kareltje kreeg een vier, want ik was halsstarrig. Toen Ma met opgesto ken zeil op school kwam, hoorde ik het Hoofd zeggen: "Och, die onderwijzeres is pas begonnen". November naderde. Over mijn kleintjes had ik geen zorgen. Ankie was lief en speelde altijd rustig. Zo durfde ik te den ken over een schoolreisje. Chris voetbal de toch op zondag. Eén halte met de Deli-trein, moesten er mooie tuinen van de Sultan zijn. Ik vroeg verlof en de kin deren waren enthousiast, maar niet het Hoofd en de juffrouw van de eerste en de derde klas. Zij wilde niet uit op zondag en het Hoofd vond het te gevaarlijk. Ik deelde briefjes uit en kreeg er veertien terug. Later hoorde ik, dat er een specia le vergadering was geweest met het ouderbestuur en dat de meesten het wel een aardig plan hadden gevonden. Daar stonden we dan. ledereen had brood en geld voor limonade mee gekregen. Een toespraak over rustig zijn en geen branieschoppen hadden ze op school al gehad. Ze gedroegen zich voor beeldig. Het was een korte rit en juichend stap ten we uit de trein. De tuinen waren goed on derhouden en er stonden wat standbeelden en tombes van de Radjah- familie, en verder was het saai en stoffig. Bij het hek was een grasveld en daar deden we wedstrij den en spelletjes (wat was het warm!). Op tijd te rug. Het Deli-spoor had stoomtreinen en keurige stations; er werd gewacht tot iedereen ingestapt was. De ouders ston den met auto's en fietsen te wachten, de kinderen hadden genoten. Kerstfeest naderde en de hoogste klas zong een liedje van een groene kerst boom met slingers en ballen. Ik probeerde met de kleintjes "Er is een kindeke geboren op aard", maar in het speelkwartier kwam het Hoofd naar me toe; het was niet toegestaan om van het kruis of Jezus te zingen. Het was een neutrale school. "Zijn het dan Moham medanen?" vroeg ik onnozel, "Kerstmis is toch de geboorte van Jezus?" Ja, dat wel, maar er waren twee Joden in het bestuur, en het oudercomité had het lie ver niet. Toevallig kende ik er één en ver telde het. Ja hoor, Joden zijn tegen Kerstmis en één zoontje zat in de tweede klas. "Kan hij dan niet gewoon een inter nationaal liedje meezingen?" "Nee, liever geen Jezus". Mijn diensttijd was toch gauw om en we zongen kalm van het Kindeke, een saaie Kerstmis. Ik vierde niets met de kinderen en las een roversverhaal voor, nu zou ik neutraal zijn. We konden belasting betalen en ik kon wat jurken maken om zaterdags te gaan dansen in het mooie hotel Homan. Na de eenvoudige soos en hoempa van Pontianak was het orkest en de dans vloer in De Boer iets zaligs. Op het vrije weekend van tabaks- en koffieondernemingen kwamen de plan ters om plezier te hebben, het was een eentonig bestaan. Het oudejaarsavondfeest spande de kroon. Een grote planter ging op de tafel staan en riep: "Mokummers voor!" en dan speelde het orkest Amsterdamse liedjes tot een ander op een stoel klom en Rotterdam aan de beurt was met Ketelbinkie. Medan had ook een grote a gedaan, fabriet racebaan. Er werd flink gegokt, maar ik was er nog nooit geweest, tot een lid me meenam om een paardenren mee te maken, maar de paarden waren zó vlug voorbij dat het alleen leuk was als je op de tribune zat. En voor liefhebbers met geld was het leuk. Deli was groots opge zet. Geld voor een vakantie was er nooit, maar we boften toen in Kaban Djahé een collega ziek werd en Chris hem moest vervangen. Er was een goede pasangra- han en zo logeerden we daar heerlijk en zagen een dag Brastagi, helaas niet het Tobameer. En later in Batavia weer een vervanging en gingen we naar Garoet. Het was juist heel warm in Batavia en we vierden Kerstmis in de kou. Toen waren de kleintjes twee en vier jaar. Oudje was toen bij ons en we versierden de achter galerij van het logeerpaviljoen met rode crêpe slingers. Geld voor cadeaux? Ja, de dame van ons paviljoen gaf een klein denneboompje, op de pasar waren slin gers en gouden kralen voor een paar centen, witzwarte hondjes (gevuld met stro) voor een kwartje en windmolentjes, kortom, voor een gulden hadden we pret. Oudje en Gendoh maakten zalige ge stoofde kip. Het hinderde niet dat Chris zo moe was van de lange dienst en heer lijk onder de wol kroop. Naderhand op Java namen mijn zwager en zuster me mee naar Sarangan aan het meer, prach tig door de bossen omringd; zo hebben we nog wat van de bergen gezien. De tijd van overplaatsen was er weer en wij gin gen van Medan naar Batavia. Ik ging vooruit met de kleintjes en logeerde bij mijn zuster op de Njandjoek Suiker fabriek. Het was niet alleen bij de P.T.T. dat Chris zulke lange diensturen had, alle Europeanen in Indië werkten hard. De fabrieksfluit ging al om zes uur als het nog koel was. We zagen mijn zwager om twaalf uur met be-modderde laarzen thuiskomen en 's avonds was de dienst maar niet in de fabriek. In de maaltijd werd er dag en nacht gewerkt en de paar maanden vrij voor de nieuwe oogst kwam, wa ren welverdiend. Ankie genoot van het nichtje Anneke en Freddy was op een lastige leeftijd, want hij bleef niet in de box en kroop overal heen. Er kwam een meis je op hem letten en nu konden we rustig door babbelen en genieten van het uitzicht op de vul kaan. Daarna vroeg oma in Batavia of de kinderen haar ochten logeren, maar Anneke huilde altijd bij anderen en ik liet Freddy achter en nam haar mee naar vrienden in Soerabaia. Kloesmeijer was een buurjongen uit mijn kinderjaren. Chris zocht in die tijd naar onderdak, want het viel niet mee, woningnood overal! Wat kan ik zeggen over Batavia? We kregen een garagepa viljoen met twee verbouwde bedienden kamertjes voor de kinderen en een voor galerij waar net twee rotanstoelen in pas ten. De huur was hoog. We moesten naar een tandarts en ik had nog maar twee lakens, dus kocht ik witgoed bij de klontong aan de deur. Het was best gezellig om naar de bios- coop te gaan en rond te fietsen. Wij hadden geen stand op te houden, maar de buren leef den ver boven hun stand, zij kochten avondschoentjes en japonnen (op de pof) bij de Europese zaken en ik dorst er niet eens binnen te gaan. Wordt vervolgd 37

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 37