momenten de zieke aan zijn of haar rol stoel. De kinderen moeten op die momenten worden gedragen of moeten snel naar bed. Zoals ik al zei, het zijn ad hoe situaties. Buiten die situaties voelt de patiënt zich niet ziek en kan zich ook redelijk bewe gen. De rolstoel is op die momenten niet nodig en hij of zij wandelt verder samen met het gezelschap en de lege rolstoel. De kinderen ravotten zoals kinderen dat kunnen doen en voorbijgangers kijken alleen wat lichtelijk verwonderd naar de lege rolstoel. Om een paar van die ziektes te noemen, daar zijn de metabole myopathiën, die totaal invaliderend kunnen zijn op de meest onmogelijke momenten, en de myositiden, die dat ook kunnen preste ren. Dan is daar de ziekte van Charcot- Marie-Tooth, die een hele moeilijke naam heeft in het medische jargon, maar meestal afgekort wordt tot het HMSN. Het meest bekend voor zulke situaties is het ME-syndroom. De myalgische encefalo-myelitis, waarover Renate Dorrestein schreef in haar boek 'Heden ik, mor gen gij'. Het chronisch vermoeid heidssyndroom is nog altijd een bron van veel onbegrip en verdriet. Stel je nu het volgen de voor: Een wat oudere vrouw, die iets te laat naar de kerk dienst is gegaan, kan de gesloten zware deur van de kerk niet geopend krij gen om alsnog de kerkdienst te kunnen bijwonen. Na haar komt een echtpaar, die de volwas sen zoon, slachtoffer van het HMSN in een rolstoel voor zich uit duwt. De oude dame kijkt om en denkt, daar heb ik wei nig aan. Zij blijft hardnekkig proberen de deur geopend te krijgen. 'Een ogenblikje mevrouw', zegt de zoon in de rolstoel. Hij komt uit de rolstoel en duwt de deur voor haar open. Hij houdt de deur open totdat zij en zijn ouders door de kerkdeur zijn verdwenen, met medeneming van zijn rolstoel. Opperste verbazing bij de oude dame, maar verder niets aan de hand. Stel nu echter dat 'the old lady' in de loop van die dag nog eens drie maal zo'n niet zichtbare spierziekte tegen het lijft loopt. Hup, daar gaan ze uit de rolstoel en zij kunnen haar bij een door haarzelf niet op te lossen klus de helpende hand bieden! Eén keer, nou ja, maar drie malen! Gillend en roepend van onbegrip rent ze dan weg: 'Al die mensen in een rolstoel! Ik word belazerd en bedonderd (net zoals in dat liedje van Wim Sonneveld), ik ben zo het slachtoffer en niet zij!' Die anderen, de gezonden worden bela zerd en bedonderd. Niet de zieken, deze zijn de homo-belazerus enkel en alleen omdat de meerderheid van de gezonden het ziektebeeld, de andere situatie, niet kennen en zij willen die niet kennen omdat die zaken niet in hun poezelige, roze en veilige wereld inpasbaar zijn. Nog één keer zeg ik het: Wat niet weet wordt domweg ontkend. Het blijft een gevecht om de waarheid boven te krijgen en zonodig is daar de sofa van de psychoanalyse om die waar heid van eigen beleven boven te krijgen en hanteerbaar te maken. Niet het con flict maar het begrip over elkaar en samen met elkaar de dingen begrijpen. De oude dame zal op de sofa moeten en met haar al die anderen met vastgeroes te ideeën en begrippen, die de andere tijd niet hebben bijgehouden. Politiekelingen van het eigen belang want voor hen zijn ver anderingen schadelijk voor eigen voor deel. Een patiënt lijdend aan een spierziekte schreef in het contactblad van de VSN: 'Ik wens ons allen een medisch beter voorgelichte regering en denk wel eens, ach, zouden zij ook zo beslissen wan neer zijzelf met onze ziekte in een rol stoel zouden zitten? Wij zijn geen actievoerende binnenschip pers, stakende ambtenaren, wegversper- rende boeren. Neen, wij zijn gehandicapt en te lief! Dus een gemakkelijk slacht offer.' Met enkele veranderingen in een aantal woorden kan je die zin ook als volgt schrijven: Ik wens ons allen een histo risch beter voorgelichte regering en denk wel eens, ach zouden zij ook zo beslis sen wanneer zijzelf zouden behoren tot de groep dwangarbeid en prostitutie gedwongen Nederlandse burgers in Jappenkampen? Wij zijn geen actievoerende binnenschip pers, stakende ambtenaren, wegversper- rende boeren. Neen! Wij zijn een Indische groep mensen en te lief! Dus een gemakkelijk slachtoffer. Wie zal er op de sofa moeten? Zolang die andere de macht heeft zal worden gezegd: Die zogenaamde slacht offers, die maar eerst. In Limburg hebben wij de leut, in Alblasserdam de kerk. Wat maakt het ons uit! Voor die zielepie- ten, daar is de sofa. Wanneer bevrijden wij ons van die stigmata? Zielig, lief, makkelijk en zo eenvoudig tot slachtoffer te maken? 'Alles heeft zijn uur en ieder ding onder de hemel zijn tijd'. (Prediker 3.1) Maar wij hebben geen tijd, daar kunnen wij niet op wachten. Wij hebben kinderen en kleinkinderen en de hele wereld komt hierheen en bezet de stoelen waar wij op moeten zitten. De boezem van de minister van Welzijn is wereldgroot. Vele *tÉK 'Jk, hoc,fden uit de hele wereld koestert zij aan die boe zem. Het vaal-bleke koppetje, waar het brons van de koloniale zon na vele jaren allang is wegge sleten en het zieke hoofd van de rolstoel patiënt lopen nog steeds verward en zoekend rond in dat tumult van goedertie- rendheid. Laat die tijger ons symbool zijn en ons symbool blijven, die de positieve energie in onszelf kan vrij maken. Wij zijn er om te hel pen en te steunen en te dienen, maar in de eerste plaats zijn wij er voor onszelf. Anders dan de anderen kunnen wij dat doen, want wij kennen de situatie van vele kanten en vanuit andere werelden. Die voorsprong hebben wij en helpen, steunen en dienen kunnen wij wellicht daarom beter doen maar zeker kunnen wij het daarom met meer begrip doen. Eigen trots, eigen wijze en eigen manier van leven kan een voorbeeld zijn voor anderen. Voor onszelf geldt dat wij moeten hande len en leven naar eigen individuatie, zoals die onzichtbare wind, die in ons beweegt en ons leven richting geeft. Carl Jung schrijft in zijn boek 'Antwoord op Job' ondermeer: 'Hier is niet meer dan een vragende stem van een enkeling, die van zijn lezers overpeinzing hoopt of ver wacht te ontmoeten.' Zo is het. Amen. 39

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 39