PLANTEN UIT DE TROPEN BAUHINIA - VLINDERBLAD - DAUN KUPU KUPU en SABITA Familie: Fabaceae vlinderbloemigen. NETTY SELDER Zaaiplantje van de Bauhinia - Foto: Netty Selder Daun Kupu Kupu Deze boomheester is inheems in tropisch Azië. Het is een geliefde boom en siert parken, tuinen en straten. De naam Bauhinia komt van de twee gebroeders Bauhins, twee artsen die zich heel veel bezig hielden met de flora. Bauhinia's kunnen, naargelang de soort, een hoogte bereiken van vijf tot negen meter. Ze bloeien het rijkst in de maan den juli tot oktober. De vijftien centimeter en veertien centimeter lange tweelobbige bladeren zijn omgekeerd niervormig. Het blad heeft de vorm van een vlinder. De bloemen staan in trossen op het eind van de takken. Ze zijn prachtig van vorm, acht tot tien centimeter groot en gesteeld. Ze hebben vijf lange kelkslippen en spatelvormige ongelijke kroonbladen. Eén ervan is korter dan de andere vier kroonbladen. De bloemen zijn rose, wit, violet, paars of geel van kleur, afhankelijk van de soort. De zaden zitten in twintig centimeter lange donkerbruine glad de peulen. Bauhinia's worden vermeerderd door zaden en stekken. In Pangandaran aan de Zuidkust van West-Java zagen wij veel kleine bomen van de Bauhinia varie- gata die door middel van marcotteren (een soort stekken) worden vermeerderd. De stekken worden niet van de plant afgesneden maar ingesneden. Het ingesneden stuk (de wond) wordt vochtig gehouden met sphagnum (een soort veenmos) met daaromheen een plastic verpakking. Uit de wond ontstaat wortelvorming. Als de wortels zich vol doende hebben ontwikkeld wordt de stek afgesneden en verder opgekweekt. Het veenmos heeft de eigenschap dat het 40 maal zijn eigen gewicht aan water kan opnemen. Het plastic omhulsel dient om uitdrogen te voorkomen. De Bauhinia variegata, die bontgekleurd is, noemt men wel arme mensen orchi dee. De rose bloemen met witte vlek en met een purpergetekend bovenste bloemblad lijkt werkelijk op een prachtige orchidee. Deze soort komt uit China en de Himalaja. De Bauhinia piëta is meer een boom dan een struik, zeer opvallend en afkomstig uit Brazilië. Bauhinia monandra komt uit de Antillen en heeft acht centimeter grote heldergele bloemen die lichtrose tot zalmkleurig ver kleuren, ze kan zes tot zeven meter hoog worden. De vijf kroonbladen zijn ongelijk, een kroonblad is teruggerold. De kroon bladen zijn vijf centimeter lang en twee centimeter breed. De vrij dikke doch plat te peulen zijn 25 centimeter lang. De Bauhinia petersiana wordt negen meter hoog en komt voor in de bossen en savannen van Oost Afrika. Bauhinia tomentosa viltig) is een 25 meter hoge Afrikaanse boom met hangende zijtak ken. De bladeren zijn kleiner (2V* cm) en de insnijding minder diep dan van de andere soorten. De goudgele bloemen hebben een donkerbruin of purperen hart. De Bauhinia Acumeninata uit Zuid-Oost- Azië draagt witte bloemen. Op alle conti- Bauhinia Petensiana met de peulen, het zaad en de bloem. Illustratie: Netty Selder nenten komen onder de Bauhinia's lianen voor. Ze hechten zich tijdens de groei vast aan bomen door middel van horloge veerachtige ranken. De basis van de takken bestaat uit een samengesteld houtlichaam dat naar boven toe in een afgeplatte heen en weer windende spruit overgaat. Dit gegolfde platte uiteinde wordt apen- trap of schildpadtrap genoemd. Bauhinia Variegata met bloeiende Kupu Kupu. Foto: Netty Selder 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 19