K 'ttrut/a \siu I l»ll li..»» II Toen de motoren al volop ronkten, wees een van de passagiers de stewardess op de deur. Door een kier glipte een straal zonlicht naar binnen. De stewardess liep naar de cockpit, waaruit even later een van de piloten tevoorschijn kwam om met een stevige ruk het kiertje te dichten. We konden vertrekken. De herrie leek binnen het vliegtuig net zo erg als er bui ten. De schare kinderen en kwetterende moe ders deden hun best om verstaanbaar te blijven, zodat mijn trommelvliezen al ruim schoots voordat de landing werd ingezet op springen stonden. Mijn reisgenote had zich inmiddels in uiterlijke zin vermand. Ze had haar zonnebril opgezet en las een tijdschrift. In één oogopslag zag ik echter dat achter dit uitspansel van vermeende rust een orkaan van paniek school. Ze had het blad namelijk ondersteboven in haar handen. Het leek me beter er maar niets van te zeggen. Bovendien schijnt men in panieksituaties tot boven menselijke inspanningen in staat, dus wie weet. Mijn buurman neuriede onbewo gen. Even dacht ik de melodie te herkennen, maar het fraaie uitzicht leidde mijn aan dacht af. Het blauwe, dan weer mintgroe- ne water zag er aantrekkelijk uit. In de verte doemde een stip op. Dat moest Saba zijn. Nog even en dan zouden we de zwaartekracht tarten en als een roof vogel zijn prooi, het eiland bestormen. Buurmans' neuriën had in kracht iets toe genomen en af en toe zong hij er zelfs een woord bij. Opnieuw meende ik het wijsje te herkennen. De linkervleugel dook naar beneden en met een brede boog werd de 'ideale' aanvliegkoers gezocht. De stewardess gebood de kin deren op hun plaatsen te gaan zitten. De bagage zorgde ervoor dat ze niet meer van hun stoel kwamen. Ik nam de hand van mijn reisgenote, die haar tijdschrift terzijde had gelegd. Mijn buurman had zijn neuriën gestaakt en ging over op gezongen tekst, nog net hoorbaar tussen het geloei van de moto ren en het mitrailleurvuur van licht ner veuze moeders die probeerden hun kroost en bagage in het gareel te houden. Opeens wist ik het. Mijn gewaarwording was een mengeling van verbazing en ver rassing, waarbij ik moeite moest doen niet in lachen uit te barsten. Het is niet dat ik geen eerbied heb voor de ouder dom, danwel enige vaderlandsliefde ont beer. Maar gedurende een landing van een gammele zeepkist temidden van uit bundige Caraïbische passagiers verrast te worden op een onvervalste uitvoering van het 'Wilhelmus', was wel het laatste dat me kon overkomen. Naarmate de stip groeide en het toestel Foto: Theo Janssen met haar geklapper steeds meer uiterlijke trekken van een echte vogel begon te krijgen, zwol het gezang van buurman aan. Zelfs mijn reisgenote had in al haar paniek nog ruimte gevonden het volkslied tot haar door te laten dringen. Ze keek me eerst angstig vragend aan en op mijn bevestigende knik verdween de grimas van haar gezicht om plaats te maken voor een brede glimlach. Het was inderdaad een spannende lan ding. Ik had het gevoel in een of andere kermisattractie te zijn beland, niet in het minst vanwege de joelende kinderen en het verveloze uiterlijk van ons vervoer middel. Een ervaring rijker en het besef, dat een volkslied zoveel voor iemand kan betekenen dat het in tijden van nood ondersteuning biedt. Mocht u dus van plan zijn met 'vliegang- stige' tante Etty of Max nog een reis te gaan maken naar Indonesië, dan weet u wat u te doen staat. Kijk goed rond in de vertrekhal of u de bemanning ziet. Beantwoordt de gezagvoerder aan 'het profiel', wijs dan uw reisgenoten op uw 'lotsbestemmer'. Is dit niet het geval, leidt dan de aandacht af. Zorg in elk geval dat u aspirientjes bij u hebt en mocht dat alle maal nog niet genoeg zijn... Ik wens u een behouden vlucht. Selamat jalan! 31

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 31