■LEZMM De Japanse aanval op Java door J.J. Nortier, P. Kuijt en P.M.H. Groen Zopas is onder hoede van de Sectie Militaire Geschiedenis van de Land machtstaf dit sobere boekwerk versche nen waar velen eigenlijk al zolang op hadden gewacht. Geen opgewekt boek, want het was de definitieve klap die de aanvallers ons bezorgden. De val van Java was tevens de ondergang van Nederlands-lndië. Een voor zeer velen traumatische periode nam een aanvang. Het werk is zakelijk en deskundig opge zet en behandelt de volgende onderwer pen: de verdediging van Nederlands- lndië en de Japanse dreiging tot het uit breken van de oorlog in de Pacific. Dan de aanval van Japan op onze archipel tot aan de vooravond van de invasie van Java. Vervolgens in vier hoofdstukken de eigenlijke operaties op Java. In een woord vooraf wordt de lezer ingelicht omtrent de opzet van het boekwerk terwijl in de inleiding erg veel zaken worden behandeld die te maken hebben met de beeldvorming van deze alweer vergeten oorlog, de eerdere geschiedschrijving hierover, het ontbrekende perspectief in deze materie en de bronnen waaruit de auteurs geput hebben. Naast de eigenlij ke militaire operaties - die voor ons fataal zijn verlopen - geeft de inleiding de lezer een goede houvast om alles op een degelijke, rustige maar vooral eenvoudige en objectieve wijze te gaan bekijken. Heeft men de reeks van nederlagen en drama's beëindigd, dan geeft het hoofd stuk Epiloog een bezonken en zeer waar devolle nabeschouwing van hoe dat alle maal mogelijk was. Niet alleen hoe het mogelijk was maar ook onvermijdelijk was. Het is in dit boekwerk niet begonnen om te vertellen wie nu wel de schuld van de catastrofe geweest zijn. Indien men het boek tot zover gelezen heeft weet men tevens dat al die (laat ik het zo maar noemen) indianenverhalen die kort na de ineenstorting onder de wanhopige groep daarbij betrokken Nederlanders hebben gecirculeerd, niet op waarheid hebben berust. Het boek vergoelijkt de fouten niet die er gemaakt zijn; er is kritiek doch deze is reëel beschreven zonder dat op irriterende wijze achteraf wordt gezegd hoe alles dan wèl had moeten gebeuren. Het ging in de beginfase van de oorlog in de Pacific voor alle betrokken geallieer den helemaal mis; die eerste maanden waren fataal. De Japanners rukten daar met een overweldigend tempo op. De Britten werden in korte tijd weggevaagd uit Malakka en Singapore; de Ameri kanen uit de Filipijnen. En de Nederlan ders gingen ten onder, eerst op de Buitengewesten en tenslotte ook op Java. Alle geallieerde luchtmachten en marines waren daar verpulverd en Japan had de eerste ronde glansrijk gewonnen. Als onderdeel van het geallieerd geheel was het KNIL op Java (net als op de Buiten gewesten) nauwelijks voorbereid op de strijd tegen een grote en moderne buiten landse agressor. En wel omdat het pri mair tot taak had de interne rust en orde in het immense imperium te handhaven. Als politieleger was het niet georgani seerd voor een grootschalige moderne oorlogsvoering. Slecht voorbereid, niet indrukwekkend bewapend en geheel geï soleerd was het KNIL ook op Java kans loos en het voerde een verloren en inmid dels ook alweer door de natie vergeten oorlog. Een moeilijke en verwarrende reeks van dramatische gebeurtenissen is op begrijpelijke en zo volledig mogelijke wijze beschreven. Een compliment is hier op zijn plaats voor de samenstellers en voor de Sectie Militaire Geschiedenis voor dit zo systematische opgezette onopgesmukte boekwerk. De Nederland ers uit het Indië-van- toen hebben er recht op dat deze periode nu eens beknopt en eerlijk is beschreven. C A. Heshusius Memoirs of an Indo woman Twentieth Century life in the East Indies an abroad door Marguerite Schenkhuizen Een imponerende titel waardoor u, als u het boek koopt, het meteen een plaats geeft bij de afdeling sociologische studies op uw boekenplank. Dat het in het Engels is verschenen geeft een wetenschappelijk tintje, iets gedegens, iets doorwrochts. Die veronderstelling wordt bevestigd door een uitgebreid voorwoord door niemand minder dan professor Paul W. van der Veur, waarin hij het ontstaan, de plaats, maar vooral de culturele schakel tussen Oost en West die de Indische gemeen schap vormde, uiteenzet. Het boek werd op zijn instigatie door het Center for International Studies van de Universiteit van Ohio uitgegeven. Het daarop volgen de woord is aan Liz Stout van Balgooy die het Nederlandse manuscript van Rita Schenkhuizen in het Engels vertaalde. Ik ben van mening dat er geen betere ver taalster gevonden had kunnen worden. Liz, een Indisch meisje, studeerde antro pologie aan de Universiteit van Californië, woont ruim 30 jaar in Amerika en kent de Indische gemeenschap daar door en door. Bij de vertaling heeft zij geen enkel risico genomen door vanzelfsprekend aan te nemen dat de lezer bepaalde situ aties in Nederlands-lndië wel zou kunnen begrijpen. Liz vond de juiste vertaling van bepaalde woorden met de hulp van wetenschappers. Zo werd, wat de schrijf ster als een vertelverhaal had bedoeld, een 250 pagina's tellend cultureel-socio- logisch werk. Een uniek naslagwerk, er is geen boek geweest waarin zo gedetail leerd, zo letterlijk het Indische leven van jong en oud beschreven is geweest. In de Amerikaanse bibliotheken zal het onge twijfeld studiemateriaal worden, aange naam, ontspannend materiaal waar we Rita tot in de eeuwigheid dankbaar voor mogen zijn. En Liz. Dank zij haar kennis van de onderwerpen konden onvertaalba re uitdrukkingen en woorden een goede vertaling krijgen, werden rimpels gladge streken, zonder aan betekenis te verlie zen. Rita Schenkhuizen-Lanzing leerde ik kennen in 1943 in Soerabaja. Ze was de overbuurvrouw van mijn broer en schoon zuster in de Carpentierstraat. Donker, levendig met een felle mond en felle ogen. Je lachte minstens evenveel om haar als je 'gregeten'(kriebelig) van haar werd. Een goede buurvrouw, onmisbaar om haar optimisme waarmee ze zich met drie hummeltjes door de moeilijke bezet tingstijd heen sloeg. Of ze toen al een dagboek bijhield, ik weet het niet, maar in haar memoires ontbreekt werkelijk geen enkel voorval uit die jaren. Haar herinne ringen beginnen echter al vanaf dat ze in 1907 in Wlingi, later Pagah woonde. Alles beschrijft Rita, hoe ze woonden, wat ze aten, wat ze deden of juist niet deden, hoe de bedienden, hoe de familie in elkaar zat. Ze neemt geen blad voor de mond, ze noemt namen. Als u haar gekend hebt, gegarandeerd dat u zichzelf in haar boek terugvindt. Rita beschrijft echter ook het leven buiten het hare, en al lezend vraag je je af hoe het mogelijk is dat een mens met één stel hersens zoveel dingen kan onthouden! Rita Lanzing ging naar Europa, kwam terug naar Indië, trouwde met Henk Schenkhuizen, werd na de oorlog met hem herenigd en emigreerde naar de Amerika, Californië. Na de oorlog kreeg ze nog een dochtertje die ze toepasselijk Pax noemde. Henk overleed vrij onver wacht kort na hun immigratie. Met haar kinderen bouwde Rita een nieuw leven op. Ware vrienden leerde ze kennen door de Community Center De Soos 'De Indo'. Omringd door liefhebbende kinderen en kleinkinderen woont Rita Schenkhuizen- Lanzing in West Covina, 87 jaar jong. Een opmerkelijk mens, een opmerkelijk boek. Lilian Ducelle 43

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 43