'Moet Moesson weer Tong-Tong worden?' Een gesprek met Thoj Lucardie, gemeentesecretaris te Heemskerk Wij waren vies 'Zij zijn anders dan wij vrouw het niet zag. 'Want wij waren vies', had de buurvrouw haar dochtertje toever trouwd. Foto: N. Rozemeijer Riny Boeijen Op dinsdag 12 april werden in ruim zes honderd gemeenten in Nederland nieuwe gemeenteraden geïnstalleerd. Een installatie, die voor (te)veel gemeen ten een zwarte bladzijde in haar geschie denis zal zijn, aangezien in de 636 Nederlandse gemeenten maar liefst 87 raadszetels waren voorbestemd te wor den ingevuld door leden van de Centrum- Democraten of Centrumpartij. Reden voor duizenden demonstranten om voor of tij dens de installatie een luid protest te laten horen. Ook in Heemskerk (34.000 inwoners) werd een zetel door een CD- lid opgeëist. Hier klonk echter een even uniek als waardig protest: het geluid van de stilte, gedragen door de gemeentesecretaris mevrouw Thoj Lucardie. Een Indische vrouw, die uit protest de raadzaal binnen trad in traditioneel Javaanse kledij, de sarong-kebaya van haar grootmoeder. Ze oogstte bewondering en bracht tegelij kertijd ontroering, welke ontlaadde in een hartverwarmend applaus van de honder den aanwezigen. Thoj heeft Indië nooit gezien. Ze reisde 8 mee in de buik van haar moeder, als het gezin Lucardie in 1951 met de Indrapoera voorgoed naar Nederland vertrekt. Haar vader, geboren in Meester Cornells als zoon van een politiecommissaris, is in dienst van het KNIL. Moeder Lucardie heeft haar wortels in Celebes. Ze is een dochter van de familie Dutrieux-Turpijn, een handelsonderne ming in kopra. Het gezin Lucardie, vader, moeder en een zoon, komt terecht in een kontrakt- pension in 's-Hertogenbosch. Daar wordt Thoj geboren. Ze kan zich vaag herinne ren dat ze als kind vooral stil moest zijn en niet buiten mocht spelen. Gelukkig kon vader Lucardie zijn carrière voortzet ten in het Nederlandse leger, zodat na een paar jaar het kontraktpension werd verruild voor een bovenwoning. De buren hadden een dochtertje dat even oud was als Thoj. Haar eerste vriendinnetje met wie ze kon spelen, tenminste als de buur- Door een wonderbaarlijke speling van het lot, zou jaren later de broer van Thoj trou wen met een nicht van de bewuste buur vrouw. Tijdens de receptie blijkt dat vader Lucardie, inmiddels opgeklommen tot de rang van luitenant-kolonel, een heel ander aanzien heeft gekregen. 'Wat leuk u weer te ontmoeten, mijnheer Lucardie, u herkent me toch zeker wel', kirt de buurvrouw. Vader Lucardie antwoordt hierop zonder een spier te vertrekken: 'Sorry mevrouw, maar ik herken u niet. U heeft blijkbaar niet een zodanige indruk op me gemaakt, dat ik me U kan herinneren'. Indische mensen leven in een binnenwe reld en in een buitenwereld. Ze zijn niet geïntegreerd, maar hebben zich aange past. Thoj gaat in Roermond naar de lagere school. Zij, haar broer en een Ambonnees meisje, vormen de totale etnische minderheid op deze school. De pesterijen van de andere Nederlandse kinderen begrijpt ze niet. Ze betrekt deze op haarzelf. Ook vindt ze het onbeleefd dat kinderen en zelfs grote mensen elkaar zo maar in de rede vallen. Als ze thuis naar het 'waarom' vraagt, is het antwoord: 'zij zijn anders dan wij'. Ze groeit op in twee culturen, in twee werel den. 'Dat is typerend voor een groot deel van de Indische gemeenschap', legt ze uit. 'Indische mensen, met name de eer ste generatie, leven binnenshuis zoals ze zijn; Indisch. Buitenshuis passen ze zich aan de westerse cultuur aan. Ze leven in een binnen- en een buitenwereld'. Vind je dat de Indische mensen zijn geïntegreerd in de westerse maat schappij? 'Nee. De Indische mensen zijn niet geïn tegreerd, ze hebben zich aangepast. Die binnen- en buitenwereld is altijd aanwe zig geweest en is nog steeds aanwezig, ook bij mij. Daarom lijkt het voor de bui tenwereld dat wij geïntegreerd zijn. Het is ook verklaarbaar. In de jaren vijftig kwa men 250.000 mensen naar Nederland, een land in opbouw. Er waren geen spe-

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 8