'Nu in de gemeenteraad een CD-
lid is gekozen word ik persoonlijk
geconfronteerd met dit stigma
'Even was ik bang, maar toen het
applaus klonk, wist ik dat ik niet
bang hoefde te zijn
cialisten om al die mensen vakkundig op
te vangen. De overheid vond dat ook niet
nodig, want wij waren Nederlanders, wij
kwamen van 'ons' Indië. Dit beleid had
een positief effect op de acceptatie, maar
beroofde de Indische gemeenschap van
haar identiteitHet 'wij en zij' heeft me
nooit losgelaten, daar word ik in de dage
lijkse praktijk nog steeds mee geconfron
teerd.
Na de middelbare school gaat Thoj rech
ten studeren.
Waarom, vraag ik haar, had je iets
recht te zetten?
'Voor mij was het puur idealisme, gedre
ven door mijn gevoel voor rechtvaardig
heid, maar niet vanuit een Indische con
text. Op de middelbare school had ik die
neiging al.
Ik was actief in commissies en in de
schoolkrant. Later heb ik dat idealisme in
mijn werk kunnen uitbouwen.
Eerst als secretaris van de Beroep- en
bezwaarschriftencommissie bij de
gemeente Leeuwarden en later als mede
werkster bij de Nationale Ombudsman en
de Algemene Rekenkamer. Bovendien
ben ik al vijftien jaar actief in de vak
bondswereld (ABVA-KABO), waarvan de
laatste drie jaar als lid van het hoofdbe
stuur. In al die functies kom je die twee
partijen weer tegen; 'wij en zij'.
De werkgevers en de werknemers, de
klager en de beklaagde, de burger en de
overheid. Nu ik sinds drie jaar mijn baan
als Eerste loco-secretaris van de
gemeente Leeuwarden heb verruild voor
de functie van gemeentesecretaris van
de gemeente Heemskerk beleef ik die
twee partijenproblematiek in dubbel
opzicht, zowel functioneel als persoonlijk.'
Leg me dat eens uit.
'Kijk', functioneel, verkeer je als gemeen
tesecretaris op het snijvlak tussen de
ambtenaren en het bestuur. Tussen 'wij
en zij' en omgekeerd. Dat houdt in datje
moet luisteren, meevoelen en vertalen.
Dat is een moeilijke, maar ook een leer
zame taak.
Ik word gedwongen te leren omgaan, me
te verdiepen in de wijze waarop de
Nederlandse mensen met hun gevoelens
omgaan en hun manier die gevoelens uit
te drukken. Loskomen van dat 'wij en zij'
uit mijn jeugd en bovendien me verplaat
sen in beide partijen. Nu in de gemeente
raad een CD-lid is gekozen word ik ook
persoonlijk geconfronteerd met dit stig
ma. Daar waar ik probeer harmonie,
evenwicht te brengen in partijen en in
mezelf, is de CD bezig dat te verstoren
door onderscheid aan te brengen tussen
mensen op basis van hun etnische
afkomst.
Als die situatie niet verandert,
ziet het ernaar uit dat naam Moesson
weer dient te veranderen in Tong-Tong,
dat de noodklok moet worden geluid.'
Als je de situaties vergelijkt, toen en
nu, zijn er voor jou dan verschillen?
'Op deze vraag wil ik een positief ant
woord geven. Toen, in de jaren vijftig,
hadden de Nederlanders de tolerantie om
die andere Nederlanders op te vangen. In
de jaren zestig waren de Nederlanders
tolerant ten opzichte van de 'gastarbei
ders'. En ook nu ben ik er van overtuigd,
dat de Nederlanders de tolerantie hebben
om de ontheemden en vluchtelingen van
vandaag op te vangen.
Wij kunnen dat. De Nederlandse econo
mie kan dat. Bruintje (ha, ha) kan dat
trekken. Bovendien verwacht ik, dat die
mensen terug willen naar hun land zodra
de rust is weergekeerd.
Net zoals onze eerste generatie dat
graag gewild had.
Nu wil ik met je naar die bewuste dins
dagavond.
Wanneer kwam het idee op om je
'stem' te laten horen?
'Bij de verkiezingsuitslagen werden we in
Heemskerk overvallen door ruim 700
CD-stemmers.
Op dat moment voelde ik dat ik iets
moest doen.
Later, na een vergadering van het
hoofdbestuur van de ABVA/KABO, werd
ik indirect door mijn collega-bestuurders
op het idee gebracht.
Ze maakten me opmerkzaam dat ik het
enige bestuurslid was met een andere
etnische afkomst. Dat bleef in mijn hoofd
hangen.
Een paar dagen daarna kwam ik tot de
ontdekking dat ik ook de enige gemeen
tesecretaris ben in Nederland met een
andere etnische afkomst.
Toen wist ik het. Ik moest mijn binnenwe
reld, mijn Indisch zijn naar buiten bren
gen.
Niet door iets te zeggen, maar door me te
presenteren als mens met een andere
etnische afkomst.
Ik was de enige die dat op die avond kon
doen, niet-verwijtbaar aantonen dat ieder
mens gelijk is.
Is dat niet paradoxaal?
Eerst wil je evenwicht brengen tussen
'wij en zij' en nu wil je juist die andere
etnische afkomst benadrukken?
'Dat klopt, het is een paradox. Maar die is
even nodig, om te benadrukken dat men
sen met een andere etnische afkomst,
gewone mensen zijn, net als die andere
Nederlanders.
Door dat te benadrukken verhoog je de
tolerantie.
De eerste generatie heeft dat niet
gedaan, niet kunnen doen.
Daarom is het de taak van de tweede en
derde generatie dit uit te dragen.'
De reacties waren erg positief, had je
dat verwacht?
'Ik vond het erg spannend. Ik was ook
bang. Bang voor geestelijk en zelfs
fysiek geweld. Ik had niet verwacht dat de
mensen zo spontaan zouden applaudise-
ren, dat het zoveel indruk zou maken (in
de hele IJmond - RB). Mijn gevoel was
tegenstrijdig.
Aan de ene kant was ik verrast en aan de
andere kant verbaasd.
Met mijn 'aangepaste' gedrag maakte ik
geen indruk en nu ik even mezelf was,
kreeg ik de handen op elkaar.
Maar het belangrijkste is, dat de mensen
blijven klappen. Niet voor mij, maar voor
die medemensen, die het nodig hebben.'
Ga je hiermee door?
'De volgende vergadering sowieso.
Daarna laat ik het afhangen van de situ
atie.
Volgens de gemeentewet ben ik voor alle
raadsleden het aanspreekpunt, ook voor
het CD-lid. Hij heeft dus pech.
Ik zal hem de informatie verstrekken die
hij nodig heeft. In die gesprekken zal ik
proberen hem andere denkbeelden bij te
brengen. Ik ga hem in elk geval niet uit de
weg. Anders zou ik zijn gedrag overne
men.
'Wij', allemaal, mogen die fout niet
maken.'
Ik bedank haar voor het gesprek en als
we afscheid nemen, vraag ik haar of ze
ooit in Indonesië is geweest.
'Nog niet. Maar als ik ga, dan ga ik niet
alleen. Ik weet niet of ik het emotioneel
aan kan om misschien ook daar gecon
fronteerd te worden met het gevoel
anders te zijn, weer wij en zif
9