INDISCHE JAREN
Gabungan Indo Kesatuan Indonesia bij Soekarno
ONTMOETING MET EEN SULTAN
9
Theo Kappers
Heel lang geleden had ik een ontmoeting
onder voor mij vervelende omstandig
heden met een echte sultan, namelijk sul
tan Hamid, toen officier van het KNIL in
Malang.
Zoals vele jongeren - ik was tien jaar oud-
ging ik in de middaguren na schooltijd
vliegeren. Uitgerust met het bekende blik
waar het vliegertouw om heen zat en mijn
iajangan ging ik naar het vliegerterrein
tegenover het Europese kerkhof Soekoen
zo'n kilometer van ons huis. Elke middag
kwamen vliegerende jongelui op dit ter
rein bij elkaar om elkaar met vliegers te
bevechten. Wie had het beste vlieger
touw, dat eerst bewerkt was met fijn
gestampt glas en allerlei lijmsoorten?
Maar nu de ontmoeting met de sultan.
Terwijl ik druk bezig was en al mijn aan
dacht nodig had om de vijandige vlieger
te omzeilen, hoorde ik het geroffel van
een trom, wat voor mij betekende, dat er
een KNIL- eenheid aankwam. In die
dagen kwam het geregeld voor, dat mili
tairen de stad binnen marcheerden met
een muziekkorps of een trommelaar voor
op. Terwijl de KNIL-troep naderde was ik
nog in een gevecht gewikkeld, maar ik
kreeg mijn vlieger niet meer onder contro
le. Het resultaat was, dat de vlieger in
een duikvlucht dwars tussen de bomen
van de hoofdweg als een komeet insloeg
bovenop de trom van de soldaat- trom
melaar, tot grote hilariteit van de omstan
ders en de troep.
De luitenant liet halt houden en ik kromp
ineen van schaamte. Wat te doen in zo'n
situatie, als jongen van tien jaar? Met
gebogen hoofd liep ik naar de luitenant
toe, stelde mij voor, en zei dat mijn vader
de schade zou betalen. Want er zat een
bolong (gat) in de trom. De luit stelde zich
voor als luitenant Alkadrie en was niet
kwaad, maar noteerde wel mijn naam en
adres. Nadat ik de restanten van mijn
vlieger uit de trom had gepeuterd, mar
cheerde hij af.
Toen ik thuis kwam vertelde ik het ver
haal aan pa, die als oud-militair onmiddel
lijk contact opnam met de garnizoens
commandant. Zo ging dat in die dagen.
Alles liep goed af. Van mijn zusters hoor
de ik dat luitenant Hamid Alkadrie een
zoon was van de sultan van Pontianak en
in de wandelgangen door de dames
'mooie Max' werd genoemd. Aangezien
hij ook nog een goede en bekende voet
baller was in Malang, kwam ik hem nog
weieens tegen bij een wedstrijd. Dan
knipoogde hij naar mij, wanneer hij het
veld op kwam en ik als toeschouwer altijd
probeerde vooraan te staan. In die tijd
was het heel
wat als een \JX
zoon van de
sultan, een luite-
nant en ook nog X-
een gevierd
voetballer naar
je knipoogde
als teken van herken
ning. Ik steeg in aan
zien bij mijn vriendjes en
als kleine prentil was ik er
trots op. Helaas is sultan
Hamid tijdens de politieke
oneffenheden tussen
Nederland en Indonesië tus
sen wal en schip geraakt
zoals zovelen, die gokten op
de goede afloop. Ook voor
hem kwam een triest einde. Als
Nederlands officier (generaal-majoor)
stierf hij vergeten in Jakarta en werd
begraven in zijn sultanaat Pontianak.
Soedah moestinja.
Onze wegen hebben elkaar gekruist en
wie weet!
Deze bijzondere foto werd gemaakt in 1964 in Istana Negara,
Jakarta, ter gelegenheid van de ontvangst van een delegatie
van GIKI (Gabungan Indo Kesatuan Indonesia) door president
Soekarno. De foto werd ons gezonden door de heer F.A.H.
Blogg uit Den Haag, zoon van wijlen mr P W. Blogg, een van de
delegatieleden. Herkent u zichzelf of iemand anders?
Of misschien roept de foto herinneringen bij u op? Laat het ons
weten.