bedreigde. Zelfs toen de politie hem gear resteerd had, bleef ze geloven dat ze de verkeerde man te pakken hadden gehad.' 'Hoe is het ze gelukt zo iemand te arres teren?' 'Ze hebben hem op heterdaad betrapt en later doodgeschoten, nadat hij al zijn mis daden bekend had. Het bleek een gods dienstfanaat te zijn, die bepaalde vrou wen als zedeloos beschouwde. Z'n laat ste slachtoffer was met de uitnodiging die ze ontvangen had naar de politie gegaan. Ze had erin toegestemd als lokaas te die nen. Het was nog bijna fout gegaan. De moordenaar had zich als vrouw vermomd en was zwaar gesluierd geweest. Hij had het meisje van de afgesproken plaats weggelokt, maar omdat de politie haar in de gaten hield, waren ze er op tijd bij geweest.' Arswenda zweeg even. Het leek of ze alles weer voor zich zag. Toen ging ze verder. 'Lara werd steeds nerveuzer en zwaarmoediger. Haar angst werd een obsessie. Ze verhuisde naar mijn adres, maar de enveloppen bleven komen. Misschien hebben de spanningen geleid tot haar volledige ineenstorting, zoals de artsen in het ziekenhuis later zeiden. Het gebeurde op een dag dat ze voor een fotosessie naar de studio was gekomen. De opnamen waren nog maar net begon nen, toen er iemand aan de deur was geweest die Michèl wilde spreken. Lara bleef enige tijd alleen in het atelier. Bij zijn terugkomst was het hem direct opge vallen dat ze er zo vreemd bij stond. Haar houding was verstard geweest. Ze hield krampachtig het tafelblad vast, alsof ze bang was te vallen. Ze had met de rug naar hem toe gestaan, maar in een van de spiegels had hij haar asgrauwe gezicht gezien. Hij was zacht naar haar toegekomen om haar niet aan het schrik ken te maken, had zijn armen om haar heen geslagen en haar en kus in de hals gegeven. Op dat moment had hij een enorme trilling door haar heen voelen gaan. Daarna was ze over haar hele lichaam gaan transpireren. Ze was in een shock geraakt en had haar bewustzijn verloren. Met een ambulance werd ze naar het katholiek hospitaal 'Santo Spirito' gereden. De dienstdoende arts sprak van een hersenbloeding. Een stol sel in een van de hersenvaten had een verstopping veroorzaakt, en een deel van het geheugen lamgelegd. We bezochten haar dagelijks en stonden dan achter de hoge witte bogen van het ijzeren ledikant in het kleine kamertje. Ze herkende ons niet. We waren vreemden voor haar. Na twee weken was er nog steeds niets veranderd. De financiën raakten uitgeput en ze werd overgebracht naar het zuster- verblijf waar een zuster Theresia voor haar zorgde. Er gingen twee maanden voorbij; nog steeds herkende ze niemand van ons.Toch was haar toestand in zoverre verbeterd dat ze weer kon lopen. In het diepste geheim brachten ze haar naar een klooster in Bogor, waar zuster Theresia vandaan kwam.' 'Waren er dan nog enveloppen bezorgd?' 'Nee, het was meer uit voorzorg. Er ver schenen geen foto's van haar meer in de tijdschriften. Er viel dus ook niets meer op te sturen. Misschien had hij zijn doel bereikt.' 'En hoe was Michèl onder dat alles?' 'Hij was wanhopig. Er kwam geen werk meer uit zijn handen. Op een gegeven moment sloot hij zijn studio en was voor iedereen onvindbaar. Later bleek dat hij een korte militaire training had gevolgd om in de guerilla- oorlog te vechten tegen de Nederlanders. Op een dag gingen ze weg. We deden hen uitgeleide tot buiten de stad. Michèl was ingedeeld in de voorste wagen van een klein konvooi. Ze zaten met ernstige gezichten vlak naast elkaar in de open lucht, de geweren tussen de voeten geplant. We konden ze met moeite vol gen door de stofwolken die ze veroor zaakten. Ineens klonk er een explosie en zagen we een steekvlam. De voorste wagen was op een landmijn gereden en brandde geheel uit. Er waren geen over levenden. We hebben Michèl begraven in een gemeenschappelijk graf. We legden er zijn helm op, die we even verderop, nog geheel intact, gevonden hadden. 'Lara' had hij erop geschilderd, met mooie krullende letters. Ze zweeg. Het had haar zichtbaar aange grepen. Na een korte pauze vroeg ik of ze ooit nog contact met Lara had gehad. 'Door mijn huwelijk met een diplomaat verkeerden we meestal in het buitenland. Kort nadat ik getrouwd was, vernam ik dat het klooster te Bogor een andere bestemming gekregen had. Lara is toen als secretaresse in dienst gegaan bij een vliegmaatschappij en begon een studie Engels. In 1955 trouwde ze en verhuisde naar Midden- Java. Dat hoorde ik van zuster Theresia, die ik nog wel eens tegenkwam. Ze gaf naast haar werk zaamheden in het ziekenhuis cursussen gezondheidsleer aan het personeel van het Blauwe Huis, een weeshuis voor vali de en gehandicapte kinderen. Ik was bestuurslid van de stichting waar het tehuis onder viel. De laatste keer dat ik Theresia sprak was in 1957 bij de begra fenis van de oudste inwoonster. Daarbij was ook familie aanwezig geweest. Dat was heel bijzonder omdat van de meeste wezen natuurlijk geen verwanten bekend waren. Zij hadden het kind geadopteerd. Ik herinner me nog goed dat de moeder van het huis bij die gelegenheid aan één van de familieleden een zeer kostbare sierspeld overhandigde. Hij had de vorm van een kreeft, en was van massief goud en met diamanten ingelegd; hij was heel oud, kennelijk ooit opgegraven en ver handeld. De moeder van het huis vertel de dat het zwaar gehandicapte kind dat ongeveer dertig jaar geleden op de stoep was aangetroffen, gehuld was geweest in een slendang, die bijeengehouden werd door deze sierspeld. Ze hadden hem altijd bewaard in een lade en er niet aan durven komen. Er werden geheimzinnige krachten aan toegeschreven. Theresia vertelde da sommigen de pusaka hadden zien bewegen. Anderen hadden beweerd stemmen te hebben gehoord'. Ik had aandachtig geluisterd. Ik wist ook waar ik eerder van die kreeft had gehoord. Het was bij één van de foto's geweest die de dokter had laten zien. Suwati had hem gedragen op haar don kere kabaya. Het was een geschenk geweest, maar hij had haar geen geluk gebracht. 'Je zei me, dat het je laatste ontmoeting was met Theresia?' Toen wij in 1960 weer in Jakarta gesta tioneerd werden, was Theresia vertrok ken. Voor zover ik weet, ook naar Midden- Java.' Arswenda was aan het eind van haar ver haal gekomen. Ik volgde haar blik naar de klok, toen ze zich excuseerde om de Koreaanse te helpen met het klaarzetten van de maaltijd. Ze had me uitgenodigd om te blijven lunchen, hetgeen ik graag had geaccepteerd. In de tussentijd spoel de ik de band terug en luisterde nog eens naar wat ze over Lara verteld had. Toen we na de maaltijd nog een ogenblik tegenover elkaar aan tafel zaten, zei ik, terugkomend op ons gesprek: 'De vraag die me bezig houdt is, wat er gebeurd kan zijn in de korte tijd dat Michèl aan de deur was en Lara alleen bleef in het atelier. Hoe kon hij haar zó aantreffen. Was er iets bijzonders in die kamer?' 'Voor zover ik weet niet. In de studio was fotomateriaal en er lagen benodigdheden voor zeefdruk. Lara had dat al vele malen gezien.' Toen ze mijn verbazing zag ver duidelijkte ze:' Michèl was experimenteel bezig. Hij maakte affiches, collages en beeldmateriaal en zeefdrukken. Vergrotingen van de foto's hingen of lagen overal. Hij was nogal chaotisch. Wat hij nodig had van de foto's werd met stift omcirkeld en later uitgesneden.' Hardop denkend vervolgde ik: 'Mogelijk is ze wat gaan ronddwalen in het atelier en heeft toen oog in oog gestaan met geha vende opnamen van zichzelf, foto's waar in gesneden was en waarop met stift merktekens waren aangebracht.' Lees verder op pagina 42 33

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 33