ander zal dezelfde energie, volharding en moed steken in die situatie om niet het slachtoffer te worden van de malheur, de lamme benen of de kanker in het bloed. Tegenstellingen behoren bij het leven, maken dit leven, contrasten kleuren dit leven. Dit artikel zou ook de titel kunnen dragen - in zijn algemeenheid althans - chroni sche ziekten en de consequenties daar van. Ik wil het hebben over spierziekten. Nu zijn spierziekten niet altijd chronisch, in die zin dat de ziekte de patiënt jaren lang invalideert en dat zo'n chronisch lij den de patiënten en hun omgeving tot uiterste wanhoop drijft. Spierziekten zijn betrekkelijk zeldzaam en kunnen in twee groepen worden ingedeeld. De neuro-musculaire ziekten en de ziekten van de spier als zodanig. In het eerste geval grijpt de ziekte in het neurogene deel, het deel van het centrale zenuw stelsel, van het spierweefsel aan. Bij de myostiden wordt het spierweefsel direct door de ziekte aangetast. In beide groe pen van spierziekten behoort de chroni sche en snel optredende vermoeidheid tot het eerste symptoom. Je staat in de ochtend moe op en je daarna wassen en aankleden is een vorm van intensieve training zoals dat bij topsporters gebeurt, bekaf ben je daarna. In die eerste perio de willen de spieren eigenlijk al niet meer zo goed. Je laat zomaar iets uitje han den vallen of je valt zonder aanwijsbare reden. Dom, onhandig, onoplettend, dat zijn de opmerkingen, die de patiënt met een beginnende spierziekte vaak te horen krijgt uit de omgeving. Totdat het iets te vaak gebeurt, dan wordt dokters hulp gezocht en weer krijgt de patiënt, in vele gevallen, hetzelfde te horen. Vooral wanneer het een ouder persoon betreft, of wanneer de patiënt heel jong is. Tollols heb je nu eenmaal overal, ook onder artsen en vergissen is menselijk moetje dan maar denken, hoewel het in een patiënt-arts situatie een heel moeilij ke opgave is. Vooral wanneer in jouw situatie, een diagnose laat, vaak te laat, wordt gesteld. In jouw situatie, de bij jouw beginnende spierziekte moet snel en in een vroeg stadium worden vastgesteld, wil er nog wat en kan er nog wat aan gedaan worden. Therapie, dus beter maken, kan niet. Voor geen enkele spierziekte bestaat een vorm van therapie. De ziekte in haar progressie een halt toeroepen is wel mogelijk en daarom is een vroege diag nose wenselijk en noodzakelijk. Bij een vroege diagnose zijn nog veel spiervezels en reserve-spiercellen intact. Door uiterst behoedzaam gedoseerde training en fysiotherapie kan de rest aan spierweefsel weer een zodanig volume krijgen, dat de patiënt niet volkomen en totaal invalide wordt. Medicijn moet de rest van het leven geslikt worden. Met medicijn kan de ziekte stationair worden gehouden. Spierziekten kunnen zich op elke leeftijd presenteren. Bij de erfelijke spierziekten kan dat reeds op heel jonge leeftijd gebeuren. De zogenaamde neuro-musculaire ziekten zijn in een aan tal gevallen genetisch bepaald. De mees te daarvan zijn aan de medici bekend. Met de huidige kennis over het geen weet men ook waar het gen van die erfe lijke ziekte is gelocaliseerd in het chro mosomale deel van de cel. Even voor de duidelijkheid, de chromoso men zijn de dragers van de genen, van de erfelijke eigenschappen dus van de mens. Zó is het heel simpel weer gege ven maar voor de rest is het een heel ingewikkelde business. Zo ingewikkeld dat heel geleerde wetenschappers wereldwijd nog steeds niet weten welke chromosomen en welke genen verant woordelijk zijn voor het erven van bepaal de eigenschappen, waaronder ook bepaalde ziekten. Een enkele uit zonde ring daargelaten. Wellicht doe ik die wetenschappers tekort, men weet nu veel, heel veel maar nog lang niet vol doende is die kennis. Een cel deelt zich en op die wijze ontstaan nieuwe en jonge cellen. Na ver loop van tijd sterft de oude cel af en zo ontstaat in een mensenleven enkele malen een wisseling, een ver schoning, van alle cellen van het mense lijk lichaam. Op dit gegeven, op die zich herhalende celdeling berust het principe van de gen-therapie. Ongeveer als volgt gaat men te werk: het zieke gen wordt uit het chromosoom geknipt en men substi tueert dat door een indeferent eiwit. Dit moet je doen bij een paar honderd mil joen cellen tegelijker tijd en zulke tech niek ligt nog in een verre, verre toekomst. Deze gemanipuleerde cellen worden bij de patiënt ingespoten. Na verloop van tijd zijn de cellen met de zieke genen vervangen door de ingespo ten cellen met het indeferentie eiwit en de ziekte is als het ware uit het lichaam verdwenen. Het onderzoek naar genen en de gen therapie is in een dynamische ontwikke ling, maar de moeilijkheden, die men daarbij tegenkomt zijn (bijna) van een bovenmenselijk formaat. Tot op heden zijn een aantal neuro-mus culaire ziekten fataal verlopende ziekten, nog steeds helaas. De diagnose amyo- trofe lateraal sklerose (ALS), dit is een niet-erfelijke ziekte en bij kinderen de ziekte van Duchenne-Friedreich, een erfelijke ziekte, zijn doodvonnissen op termijn. Patiënten sterven een moeilijke en martelende dood. Vaak een verstik- kings- en hongerdood. Slikken kan niet meer omdat de spieren van het strotten hoofd niet meer werken en gewoon ade men is een onmogelijkheid omdat de ademhalingsspieren niet meer hun dien sten kunnen verrichten. En nog steeds is er geen therapie! Onderzoek naar oor zaak en therapie? Who knows? In elk geval bitter weinig! Geld daarvoor en de interesse staan op een laag pitje. Dit gemeten naar de aandacht aan en de onderzoeken naar ziekten zoals de hart en vaatziekten, de long- en leverziekten, de ziekte Aids. Ook hier is het getal - het aantal - de magische sleutel. Ik herhaal het nog maar een keer, spierziekten zijn betrekkelijk zeldzame ziekten. De myosit- iden, de spierziekten in engere zin om het zomaar eens te zegen, vormen de Polymyositis, de Derma-myositis, de Inclusion-body-myositis (IBM). Deze ziek ten kunnen de patiënten flink invalideren. Rolstoel, stoellift voor de trap in huis, hulp bij het baden en aankleden, maar doodgaan aan deze pesterige ziekten doe je niet. De myositiden zijn niet erfe lijk. Toch nog wel een paar goede din gen, niet waar? Maar de hulpmiddelen kosten geld en heb je zelf dat geld niet, dan moetje wachten op een subsidie van de regering en het kan een hele tijd duren, voor het geld er is. Een tijd van eindeloos lang wachten en vele ergernis sen. Nog even dit over de gen-therapie. Wil de zieke er wat aan hebben, zodanig dat het zieke gen geen of nauwelijks schade kan aanrichten, dan moet zo'n therapie reeds plaatsvinden 'in utero', dus bij de ongeboren vrucht. Toch is dit deel van de gen-therapie nu reeds uitvoerbaar, maar wat in andere gevallen nog moet worden uitgevonden is een heel zware en uiterst moeilijke opgave. Bij medici bestaat op dit moment de opvatting dat spierziekten en nog een aantal nare kwesties in de ziekteleer behoren tot de zogenaamde auto- immuun ziekten. Ik schreef reeds eerder over hoe, wat en waarom van deze ziek ten. Therapie bestaat uit een anti-auto- immuun medicatie. Een therapie in de zin van het stationair houden van de ziekte. Op het ogenblik is prednison het middel om dat te bereiken. Maar van prednison krijg je hoge bloed druk, een maagzweer of je glucose- toler antie gaat naar de knoppen. Voor je het weet, ben je diabeet. Je wordt daarbij ook nog eens zo dik en vet als een Holle- Bolle-Gijs. Het middel lijkt soms erger dan de kwaal. De myostiden kan je reke nen tot de chronische ziekten en chroni sche ziekten zijn zoals eerder opgemerkt, pesterig en uitermate irritant en de hulpbehoevendheid kan iemand soms tot de rand van de waanzin drijven. Soedah! laat maar, gaat wel over. 'Een beetje moed, meer is niet nodig' is een regel uit een gedicht van Hans Lodeizen en zo is dat ook! 37

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 37