TOERISTISCHE ATTRACTIES Sarangan ossp Door: G. Servaas der datje kunt zeggen dat het druk is op het meer. Het dicht beboste eilandje, waar door de bevolking offers worden gebracht, ligt er nog. Het vernuftige irrigatiesysteem voor de sawahs is een bezienswaardigheid en een wandeling er doorheen de moeite waard. Er zijn fantastische andere wandelingen te maken zoals naar de grote waterval, Tirto Sari, en de kleine, Mojosemi, naar de omliggende kleine desas met allervrien delijkste bewoners, die je wel eens spon taan uitnodigen in hun huisje, want ze vinden het belangrijk dat een Hollander er binnen komt. Op een vroeg uur in de och tend wandelde ik onlangs naar de kleine waterval zonder de weg nog precies te weten, zestig jaar is tenslotte wel erg lang geleden. Totdat een oude man met pacol en parang mij op het steile pad omhoog inhaalde. Toen hij vernam waar ik van daan kwam, vertelde hij vol trots dat hij vroeger in de hotelletjes 't Arendsnest en Bergzicht had gewerkt. Dan kan men nog een sportieve wandeling naar de top van de Lawu maken, ruim 3200 meter hoog. Wanneer je voor een paar gulden vijf kilo meter de hoofdweg naar Solo op gaat tot Cemoro Sewu (duizend cemaras) loopt er een goed onderhouden stenen pad naar de top, zes kilometer lang en een kilome ter verticaal omhoog. Men kan ook veel tochtjes te paard maken. Ook is er veel cultuur te genieten, zoals de Sukuhtempel, een mooie wan deling door de fraaie natuur vanaf het nabijgelegen Tawang Mangu of per 'colt' via Karang-pandan omhoog. De romantiek van deze tempel is zo mooi beschreven door Olaf de Landell in de 'gouden navel streng'. Er zijn nog enkele andere tempels zoals de Ceto en vlakbij de top van de Lawu. Bij Tawang Mangu ligt ook de bekende Goa Maria, de Mariagrot. Sarangan, inderdaad een niet te versmaden oord. Wanneer de toerist op weg is van Yogya en Solo naar Oost-Java of Bali loont het de moeite een zijpad te nemen naar Sarangan op 1300 meter hoogte gelegen op de hellingen van de Gunung Lawu. Al voor de oorlog was Sarangan een be scheiden bergoord ver weg van de stoffi ge, warme laagvlakte. Ook nu is het voor de toerist een weldadig aandoend rust oord. Het was toen tertijd een eenvoudig, klein, en vrij onbekend vakantie-oord en dat is nu nog zo: geen hotels met zwem baden, tenniscourts en golflinks, maar dat maakt het plaatsje zo charmant, zo bekoorlijk en liefelijk. Het werd 'ontdekt' door een Duitse koopvaardij-officier die tijdens de Eerste Wereldoorlog, beducht voor de Engelsen, zijn toevlucht zocht in Soerabaja en op zijn zwerf tocht door Java in Sarangan een klein pension begon. Het initiatief vond navolging en zo ontstonden er meerdere logeer gelegen heden in de jaren twintig. Als kind kwa men wij er nogal eens op vakantie vanuit Djombang. Het is echter nooit een toeris tencentrum van allure geworden, maar de vrijwel ongerepte natuur is er nog. De hotelletjes zijn ook niet berekend op mas satoerisme en hebben geen luxe. Eén zo'n hotelletje, Hotel Sarangan, hebben wij onlangs tweemaal bezocht. Elke kamer heeft een ruime veranda die een grandioos uitzicht biedt op het meer van Sarangan, Telaga Pasir zoals de officiële naam is. Vooral 's morgens vroeg is het er prachtig wanneer je de zon ziet opko men vanachter de Gunung Wilis en de eerste stralen het meertje blauw- en goudachtig doen glanzen. De geurende Javakoffie wordt op je platje gebracht door in smetteloos wit geklede jongens, uitermate vriendelijk en voorkomend. Het meertje van Sarangan is een kratermeer en een enorm waterreservoir voor de onderliggende sawahs. Het ziet er nog precies zo uit als zestig jaar geleden, zij het dat er in plaats van een paar roei bootjes nu enkele tientallen afgemeerd liggen, in vrolijke kleuren, overigens zon 40

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 40