Een ontmoeting historische I N Ie Christiaan In 1933 was de 'Christiaan Huygens', onder comman do van kapitein Mörzer Bruyns, op de thuisreis. De eerste stuurman was toen de heer Van der Laan. In de Middellandse Zee, ter hoog te van Genua, had de Huygens 's avonds een ontmoeting met het Duitse luchtschip 'Graf Zeppelin'. Van tevoren was aan boord van de Huygens bekendge maakt dat het rendez-vous r. omstreeks 22.00 uur zou plaatsvinden, om de passagiers gelegenheid te geven getuige te kunnen zijn van deze bijzondere ontmoeting tussen zeeschip en lucht schip. Precies op tijd arriveerde het grote gevaarte boven de Huygens. De enorme sigaar zakte tot vlak boven het schip en het gebrom van de machtige motoren was duidelijk hoorbaar. Het zoeklicht van de Huygens richtte zich op de gondels en men kon duidelijk de lichten van de passagiers gondels onderscheiden. Na het uitwisse len van seinen, ver volgde de Graf Zeppelin haar reis. Aan een historische ontmoe ting was een einde gekomen. W. Booy Huygens afge meerd in de baai van Sabang in 1933. De opname werd gemaakt vanaf Toko Liberty met een eenvoudige camera (box) van het merk Brownie. Deze foto en nog andere zijn heel goed gebleven, ondanks het feit dat ze vier jaar geleden in een dichtgesoldeerde blik ken doos - in onze achtertuin in Soerabaja onder de grond werden gestopt. Na afloop van de Japanse bezetting heeft een familielid de doos opge graven. Vervolg van pagina 11 Werd ik vroeger ook altijd razend om. Kortom: die twee waren bezig om rondom de boom een soort schuilhol te maken door de begroeiing plat te trappen. Dat gebeurde heel omzichtig, want de een eindje verderop onkruidwiedende kebon van de gemeente was weer flink chagrijnig vanwege de overal rondslinge rende patatbakjes en hondepoep. Ik heb toen niks gezegd en ben terug geslopen, om boven vanuit de badkamer naar die twee avonturiertjes te kijken. Ze zaten tegen de boom geleund met elkaar te flui steren. Hun gezichten stonden ernstig en naar hun gebaren te oordelen werden ze belegerd door hordes roodhuiden, of andere, moderne vechtjassen. Leek net als vroeger, maar ik moet zeggen dat ze veel minder agressief waren dan die van ons in hun gloriejaren. Die hadden al lang onder bloedstollend krijgsgehuil een laat ste death-or-glory-uitval gedaan. Maar goed, je kan niet alles hebben. Tot mijn verrassing kwam wat later die kebon rechtstreeks naar het schuilhol gelopen. Hij bleek de twee belegerden al lang in de gaten te hebben gehad. Geleund op zijn schoffel sprak hij hen vermanend toe. Ik kon niet horen wat hij zei, maar het moet echt gemeen zijn geweest. Die twee sprongen tenminste meteen op en renden weg, dwars door de struiken en met de bewolkte gezichten van strij ders die zich door verraad verslagen weten. Een van de twee zat de vernede ring zó hoog, dat hij in het voorbijgaan een paar takjes met bloesem van een struik afrukte. Dat mag natuurlijk niet, daarom opende ik het raam en vroeg zo bars mogelijk: 'Wat moet dat daar?' Het snotjong schrok zich wezenloos, maar herstelde zich wonderbaarlijk snel. De takjes omhoog houdend riep hij grijn zend: 'Voor mama'. De slijmerd. De jeugd is niet meer wat zij geweest is. Ankie had die kebon onder gejuich van de hele dorpsjeugd het park uitgejaagd en de brokstukken van zijn schoffel als buit mee naar huis genomen. Voor haar vader. 42

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 42