BRIEVEN Q
OVER
Klompen
Einde Tweede Wereldoorlog
15 augustus 1945
Even stilstaan in een eerbiedig
herdenken
Blijf niet achter
Moesson proberen
Open brief: Noemt men dit
gerechtigheid?
Tussen de vaak ietwat melancholische
inhoud van uw door mij zeer gewaardeer
de maandblad zou onderstaande opmer
king van mijn kleinzoon wellicht als een
vrolijke bries kunnen zijn.
Mijn dochter, die met een Engelsman
getrouwd is, legt naar aanleiding van
D-day uit, dat Opa daar toen niet bij was
omdat hij niet tegen de Duitsers, maar
tegen de Japanners moest vechten en
toen gevangen genomen werd. Hierbij
gaf mijn kleinzoon van vijfjaar de volgen
de uitleg: 'Opa get caught because he
could't run fast enough with his klompen
on', dit omdat ik in de tuin vaak klompen
aanheb.
Ir. C.L. Laméris, Bourg de Grun
Want daarna komt de vreugde van het
weerzien.
Wij moeten leven met de levenden - en
er is in deze boeiende tijd nog zoveel
constructieve arbeid te doen, ook voor
ons.
In tijden van vervlakking, waarin mensen
langs elkaar leven, is het zo belangrijk,
zo warm menselijk, vrienden te hebben
met wie je iets gemeen hebt.
Het vervlakkende routineleven van alle
dag biedt ons mensen, die in de tropen
geleefd hebben, zo weinig eigens. Een
paar uren doorgebracht met mensen,
met wie wij enige tijd alle leed en liefde,
want dat was er ook, gedeeld hebben,
werkt als een verfrissend terugvinden
van jezelf.
Als men er zó tegenover staat, dan is
grotendeels de betekenis van deze tijd
en ook van het lijden (nog) ongemerkt
aan je voorbij gegaan.
Zo zal het ook moeten gaan in ons gehe
le leven, 'ja' zeggend tot het leven, als
het goed gaat, met onvermengde vreug
de en dankbaarheid. Wat de toekomst
ons brengen zal, weten wij niet en daar
aan kunnen wij weinig doen.
Maar laten wij op 15 augustus samen in
stilte hen gedenken, die onder barre
omstandigheden in de bezettingstijd van
ons zijn heen gegaan. Ook zij, die na de
oorlog hierdoor te vroeg van ons zijn ver
scheiden.
Mogen hun zielen nu rust hebben om
verder te gaan op het pad, dat wij nog
moeten gaan. Laat jongeren onze taak
overnemen en de kracht en inzicht
mogen hebben, dat dit niet voor niets is
geweest en dat de periode 1940-1945
zich nimmer, nimmer mag herhalen.
Laten wij allen op 15 augustus bij het
Indisch Monument aanwezig zijn, om hen
te herdenken, die hun leven hebben
gegeven voor een leven in een betere
wereld.
Mogen zij met ere in vrede rusten.
L. Jacobs, Den Haag
ex-krijgsgevangene Floreskamp Maumere
Mijn moeder is alweer twee jaar geleden
gestorven en haar langdurige abonne
ment op de Moesson werd dus afgezegd.
Als ik bij haar was, las ik altijd die
Moesson met veel plezier. Alhoewel ik
vond, dat de inhoud heel veel betekende
voor mensen van mijn moeders generatie
en minder voor mij, Indisch meisje van nu
alweer 55 jaar, wil ik nu toch maar eens
een jaar de Moesson 'proberen'. Ook al
omdat ik dan een beetje het gevoel krijg,
dat mijn moeder dat heel fijn gevonden
zou hebben.
Misschien moet uw blad toch eens de
generatie van 'mij' proberen aan te spre
ken, die toch ook een heel stuk van hun
jeugd 'daér' waren. Of zie ik het ver
keerd? Tenslotte ben ik wél diegene
geworden die ik nu ben, juist omdat ik
mijn wieg in Indonesië had staan en mijn
leven pas later (vanaf mijn veertiende) in
Nederland zou zijn. Er zijn er vast een
heleboel zoals ik toch?
M. van Dijck, Helmond
In Moesson van 15 januari 1994 is dan
eindelijk de mededeling van het
Ministerie van Binnenlandse Zaken gepu
bliceerd dat aan gewezen dienst- en
reserveplichtigen van het KNIL en
Koninklijke Marine die hun dienstplicht in
voormalig Nederlands-lndië (Indonesië),
hebben vervuld, voor een eenmalige uit
kering van 7500,- netto in aanmerking
kunnen komen.
Ik ben een veteraan-dienstplichtige van
de Koninklijke Marine. Vanaf juli 1941 t/m
november 1948 heb ik onafgebroken mijn
plichten vervuld dus val ik in de criteria
van minstens vijfjaren in dienst te zijn
geweest. De Slag op de Javazee heb ik
aan den lijve ondervonden; daarna in
krijgsgevangenschap gezeten, eerst in
verschillende kampen op Java, toen
getransporteerd naar Birma en hier
tewerkgesteld aan de z.g. Burma-Siam
dodenspoorweg.
Na de bevrijding in augustus 1945 direct
weer in training en de landing op Bali
meegemaakt onder de naam B.L. Brig.
5th. Brig. Seaborn Div. beter bekend als
de Gadjah Merah Brig.; ook andere
acties op Java en Madura (de politionele
acties inbegrepen).
Ik heb het Oorlogsherinneringskruis Java
Zee 1941-1942, Orde en Vredekruis
1946-1947, het recht om de demob.
insigne van de Koninklijke Marine te dra
gen en het dragen van de Draaginsigne
Gewonden ofwel de z.g. Nederlandse
'Purple Heart'.
Op de toekenning van dit draaginsigne
staat o.a.: 'Met betrekking tot de uitrei
king deelt het Comité de mening van de
Minister van Defensie dat in de toeken
ning en uitreiking van het Draaginsigne
Gewonden ook de Maatschappelijke
erkenning voor de veteranen tot uitdruk
king moet komen'.
Maar met het uitkomen van de medede
ling van het Ministerie van Binnenlandse
Zaken voel ik mij als een kapotte versle
ten voetbal waar niet meer naar gekeken
wordt.
Alleen omdat ik hier in Indonesië ben
gebleven vanwege omstandigheden en
nooit in Nederland heb vertoeft kom ik
voor die eenmalige uitkering van 7500,-
niet in aanmerking. Zou er heus geen
stokje voor gestoken kunnen worden,
een uitzondering te maken of een dispen
satie te geven aan hen die daadwerkelijk
de oorlogstijd aan den lijve hebben mee
gemaakt en zelfs na drie-en-een-halfjaar
krijgsgevangenleven direct weer in de
acties zijn gezet met alle gevolgen van
dien.
Heb ik niet voor dezelfde Nederlandse
driekleur mijn leven gegeven als zij die
een uitkering krijgen en in Nederland ver
toeven. Waar blijft die uitdrukking van
een maatschappelijke erkenning voor mij
als veteraan uit de Tweede Wereldoor
log.
Omdat er hier geen verenigingen zijn van
veteranen en ik als individu alleen sta,
heb ik de AVOM (Algemene Vereniging
Oud Marine Personeel) te Den Haag, de
De inhoud van ingezonden brieven valt
buiten de verantwoordelijkheid van de
redactie.
5