Sampoerna Nog doet het pijn De meeste Moessonlezers weten dat deze mogelijkheid al jaren bestaat en sturen hun wens auto matisch in. Als u een Kerst- of Nieuwjaars wens heeft voor een sobat ergens op de wereld dan verzoeken wij u deze in te zenden vóór 15 novem ber. Plaatsing geschiedt in het decembernummer. Als dit alles te kort dag voor u is, dan kunt u nog een Nieuwjaarswens insturen voor 15 december, deze Nieuwjaars wensen worden geplaatst in Moesson van 15 januari 1995. U kunt nog steeds kiezen uit de vol gende mogelijkheden: a. Een eigen tekst van maxi maal tien woorden exclusief uw naam en adres. Kosten 10,- b. Uw naam en adres, zonder aparte tekst, want daarvoor zetten wij een gemeenschap pelijke tekst. Kosten f 7,50 Uw inzendingen ontvangen wij graag zo spoedig mogelijk: Kerst- en Nieuwjaarswensen uiter lijk voor 15 november, Nieuwjaarswensen uiterlijk voor 15 december. Opgeven kunt u zich als volgt via de giro: het bedrag overmaken op postgironummer 6685 t.n.v. Tjalie Robinson, Den Haag o.v.v. Heilwens en eventueel uw eigen tekst. Wilt u een andere naam dan die op uw giro staat (bijvoorbeeld voor naam voluit) dan kan dat door de juiste naam duidelijk te vermelden. de koning der Egyptenaren sendiri! Ja of niet? Tante kwam op het geschreeuw af en toen Faroek haar zag zei hij: 'Hier mevrouwtje is het spul dat je besteld hebt, Faroek.' 'Oh dank U wel', zegt tante helemaal niet onder de indruk. 'Legt U het maar onder aan de trap.' En de man met de donderstem liet een pakje achter. 'Cobak Non', zei tante, 'haal dat even voor mij op, dat is de PARU (long van de koe) die ik heb besteld vanochtend bij de slager om te gorèng. Heerlijk, Non.' Gelachen dat we hebben! Gegeten dat we hebben! Als we niet zo door en door Indisch waren geweest hadden we Faroek immers nooit ontmoet. Zeg nou zelf. Dus MvD, klim in de pen, het is nu onze beurt. Schrijf voor en met al die anderen zoals jij en ik, er zijn er een heleboel zoals wij. En voor je het weet is Moesson niet meer alleen 'dat blad voor Ma en Pa', maar ook een blad speciaal voor ons. Proberen. J. Lentze Ocala, Florida Op vakantie in Maleisië tussen half sep tember en half oktober 1993 zag ik vele malen een advertentie van Sampoerna- sigaretten. De naam Sampoerna deed mij weer denken aan een voorval vele jaren geleden in Soerabaya. Mijn vader was behalve iemand, die graag naar de bioscoop ging, ook een verwoed roker van sigaretten. In de benedenstad had je de Sampoernabios- coop. Op elke zitplaats lag een gratis pakje sigaretten, misschien dat mijn vader daarom nogal eens naar de bio scoop ging. In 1935, ik dacht dat het juli was, draaide er de film Morgenrot, een Duitse film over de Eerste Wereldoorlog, waarin een Duitse onderzeeboot, vroeger noemde men dat een duikboot, de hoofd rol speelde. Deze duikboot bracht veel schade toe aan de geallieerde scheep vaart, zodat er intensief jacht op werd gemaakt. Uiteindelijk kreeg men dit schip te pakken omdat een als kwetsbaar zeil schip vermomde geallieerde oorlogsbo dem, de Duitse onderzeeboot in de val kon lokken. De filmkeuring had bepaald dat de film alleen geschikt was voor zestien jaar en ouder. Hoewel ik pas veertien jaar was en niet al te groot nam mijn vader mij mee naar de film Morgenrot die in Sampoerna draaide. Bij de bioscoop aan gekomen werden wij staande gehouden door een Chinese controleur, die aan mijn vader vroeg hoe oud of ik was. Mijn vader antwoordde eerlijk: 'veertien jaar'. De Chinees antwoordde daarop dat ik niet mee naar binnen mocht. Pa begon met de man te argumenteren en zei dat ik juist eindexamen MULO had gedaan en dat je dan van iemand, ook een jongere, mocht verwachten dat hij zo'n film kon gaan zien. Na enige tijd nam de Chinees mij bij de hand mee naar buiten terwijl mijn vader volgde. Hij ging naar de Javaanse politieagent die buiten op straat stond en zei tegen hem: 'Deze meneer zegt dat deze jongen zestien jaar is', waarop de agent zijn toestemming gaf voor mijn bezoek aan de bioscoop. Ik heb van de film genoten en mijn vader had twee pakjes sigaretten gratis. Een kwestie die niet opviel maar nu in het na-oorlogse Holland wel moet opval len met zo'n negatief idee over ons kolo niaal verleden, is dat een Hollander door een Chinees werd aangehouden en een Javaanse politieagent toestemming kon/moest geven voor de toelating tot de bioscoop. Die Hollanders van nu moeten nog veel leren over ons koloniaal verle den. H.W.H. Weeda Egmond aan de Hoef (Dit verhaaltje is eerder gepubliceerd in De Seinpaal, het informatiebulletin van de stichting Reünie Soerabaja H.B.S.) Het is veertig jaar geleden dat ik Indonesië verliet en nog doet het pijn. 350 jaar had Holland geprofiteerd van Indië en ze gaven niks terug. Integendeel de Nederlanders die terug kwamen naar Nederland kregen niet eens een hartelijk welkom. Ja ik weet, Nederland was be rooid en arm in 1945, maar hartelijkheid en vriendschap kost niks. Als je nou alles volop hebt dan is het makkelijk om wat weg te geven, echt karakter is: delen met je medemens als je zelf weinig hebt. De opvangcentra waren als concentratie kampen en je moest vooral voor alles dankbaar zijn. Je had nergens recht op. Japan en Duitsland betalen hun oorlogs schulden. Ik wou dat Holland de Indische mensen zou betalen, wij waren slacht offers van het stomme koloniale rege ringsbeleid. Hoewel geld kan nooit goed maken, althans niet voor mij, de mentale en lichamelijke pijn die ik geleden had bij mijn terugkomst in 1954. Als ze hier in Amerika zeggen: 'The Dutch are so tole rant and generous.' (verdraagzaam en gul) dan zeg ik altijd: 'No way! Not to me or my kind'. Else Graat Glendale, Califomie 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 7