POIRRIÉ'S PERIKELEN Het Slordige Vergeten 'Vergeten is slordigheid en slordigheid is luiheid', placht pa te zeggen. En altijd tegen mij. Pa heeft ook ongehoord veel moeite gedaan om mij bij te brengen dat met name rekenen eigenlijk niks voor stelt. Hij beweerde dat het alleen maar om concentratie ging. Je hoefde er slechts voor te zorgen dat je gedachten niet afdwaalden. Eén en één is twee. Zelfs een analfabeet van een saté-verko per kan op zijn vingers aftellen hoeveel stokjes hij op zijn arangvuur moet leggen om er tien voor drie cent te kunnen verko pen. Dat is een kwestie van concentre ren en tellen', legde hij uit. Ik wist toen dat er kerels waren die er tien voor twee- en-een-halve cent verkochten, maar dat zei ik niet want pa hield er niet van om gecorrigeerd te worden. Dat was in Solo, toen ze thuis en op school volkomen gestoord raakten van mijn hardnekkige pogingen om uitsluitend spelenderwijs enige schoolkennis op te doen Lukte natuurlijk nooit. Pa kon daar gloeiend om worden, want voor hem was leren een zaak van primair belang En daar zat ik dan: helemaal bingoeng naar de warboel in mijn schoolschrift starend en daar nog minder begrijpelijks in terugvindend dan in de Chinese handleiding van een naai machine tjap Hongkong. En pa over mijn schouder maar meekijken, de ene keer grommend als een getreiterde beer, de andere keer met een snik in zijn stem iets mompelend over een hardkoppig wezen met het bevattingsvermogen van een kepiting. Een herinnering aan droevige tijden die - geloof het of niet - kwam opborrelen door het losbarsten van alle manifestaties rondom de 50 jaar geleden gepleegde invasie van Normandië. Maar eigenlijk meer nog door de herdenking van de Slag om Arnhem op 17 september. Wij zijn daar niet bij geweest, maar kunnen ons natuurlijk wel voorstellen wat daar toen gebeurd is. Al was het alleen maar door de in Deventer opgenomen oorlogs film A brigde too far, die trouwens ter gelegenheid van het jubileum ongeveer een maand lang in Arnhem werd ver toond. Begrijpelijk, want die voor de geal lieerden rampzalig verlopen strijd is een aangrijpend stukje geschiedenis waar die stad nooit meer los van komt. Maar wat in die regelrecht op de eigenlijke strijd gerichte film minder naar voren wordt ge schoven is de ellende die erg veel niet strijders ervan ondervonden. Ook begrij pelijk, want dat hoort weer in een ander, veel minder sterk tot de verbeelding spre kend verhaal thuis. Daar zit 'm de kneep, denk ik. Dat andere verhaal vindt men vaak niet spectaculair genoeg, of zelfs zo weinig van sensatie doortrokken dat het op de achtergrond raakt. En dat is nou juist iets wat Sacha Barraud wil voorko men. Misschien zegt die naam niemand wat, maar ik weet toevallig dat hij cineast is en een paar heel goed doortimmerde documentaires op zijn naam heeft staan. Sacha was al een tijdje druk bezig met In de schaduw van de brugeen film over de evacuatie van 90.000 burgers tijdens de Slag om Arnhem, toen hij met zijn cameraploeg ook ons dorp bezocht. Dat was omdat Beekbergen destijds de vloedgolf van evacués over zich heen heeft gekregen en er onder de oudere bewoners genoeg zijn die daar iets over kunnen vertellen. In contact gekomen met Sacha, mocht ik zijn doelstellingen vernemen. Die hebben me echt aan het denken gezet, want wat wilde die cineast precies Niets anders dan op 17 sep tember, de 50e verjaardag van de Slag om Arnhem, een in filmvorm gegoten hommage uitbrengen aan allen die in op dracht van de Duitsers op stel en sprong hun stad moesten verlaten en elders onderdak zien te vinden. In zijn film krijgt een groot aantal evacués en onderdak verleners eindelijk de kans om aan het woord en in beeld te komen, zich te con centreren op datgene wat ze (te) lang hebben moeten verzwijgen. 'Het onder werp evacuatie voldoet kennelijk niet aan de gestelde eisen van heroïek. Het op leeftijd beginnen te raken van de mensen die deze evacuatie hebben meegemaakt, is voor mij een belangrijke stimulans geweest om deze geschiedenis vast te leggen voor een breed publiek. In de hoop de toeschouwer even vanuit een herkenbare situatie dicht bij huis te kun nen laten stil staan bij wat ontheemd zijn door oorlog eigenlijk betekent', zegt Sacha. Universele verhalen van de non combattant dus, die netzo in nevelen dreigen op te gaan (of al opgegaan zijn) als de talloze andere verhalen over het mét of zonder bèssèk en koffertje hals over kop er vandoor gaan van gewone mensen die, zonder ergens schuld aan te hebben, één of meerdere malen werden meegesleept in een onstuitbare bandjir van ellende. En niet alleen huis en haard, maar later ook hun geboortegrond kwijt raakten. Verhalen van doodgewone men sen, waarvan men hier niet wakker ligt. En die men eigenlijk liever vergeet, omdat ze herinneren aan een periode waarvoor Nederland vaak denkt zich te moeten schamen. Dan denk je: 'Schamen, waarom en waarvoor Voor al die Deetjes, Boetjes en anderen waren de kaarten geschud, net als voor de Arnhemmers en nu de horden vluchtelin gen die overal een goed heenkomen zoe ken. Ze moesten gewoon meespelen met de kaarten die hen in de hand werden gedrukt, of ze wilden of niet. Zoals zeg maar Coba die, na de rampokpartij van Solo of andere plaats, alles kwijtraakte en met kroost en een heleboel hartzeer naar tante Trui in Soerabaja trok. Per trein, doodsbang vanwege de vijandige stem ming en de weinig goeds inhouden-de opmerkingen van sommige medereizi gers, maar zich dapper houdend voor de kinderen. Daarna wel of niet achter de kawat, maar in de bersiaptijd wéér hals over kop er vandoor om te proberen het vege lijf te redden, wat niet iedereen lukte. En om na (misschien) een hereni ging met haar echtgenoot een paar jaar tjes van onzekerheid door te maken en dan op de boot te moeten stappen. Om voorgoed alles achter zich te laten, ge boortegrond incluis. Blij dat ze nog leef den, verkozen de meeste Deetjes en ook Boetjes er het zwijgen toe te doen. Nog steeds, want uiteindelijk is hun verhaal er toch maar één van een onbelangrijk iemand, menen ze. En is alles al zó lang geleden gebeurd, laat maar. Als je de kranten moet geloven, heeft monsieur Pierre Poupard, inwoner van

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 13