Setiakawan Geldleningen. Bel 013 - 350105 078 - 180866 Setiakawan sinds 1968. Dagelijks van 9.00 tot 23.00 uur Uilzichl vanaf hel huis op Straat Bali, met Bali aan de overkant. In het Malangkamp hoorden wij pas via de kabar angin (geruchtenstroom), wat er rondom ons was gebeurd. Heel Oost-Java werd onder curatele van de marine gesteld. Dat kwam doordat begin april vlak bij Kesilir zes mensen door een Australische onderzeeër werden gedropt. Er bestond een ondergronds verzet in de bergen. Die zes werden verraden, opge pakt en gemarteld door de Kempetai (doodgevoetbald, zoals het verhaal wilde). Wat doe je ook met een wit gezicht tussen de bruine? Alle administrateurs, employé's en medewerkers van de rubber- en koffie- ondernemingen werden vanzelfsprekend verdacht, opgepakt en niet alleen onder vraagd, maar ook gemarteld. Die verdach ten belandden 's nachts in het gevang van Banju zodat Maja en ik vrijgelaten werden. Veel later hoorden wij, dat die maand de Amerikanen een aanval tegen Rabaul begonnen en op Nieuw-Guinea landden. De zeeslagen in de Koraalzee en bij Midway waren voor Japan slecht verlopen. Admiraal Yamamoto werd met zijn vliegtuig neergeschoten. April werd een keerpunt in de Pacificoorlog, een keerpunt ten gunste van de geallieerden. Drie maanden later zou er opnieuw een vrouwentransport samengesteld worden vanuit de Oosthoek. Helaas - dat werd nooit naar Malang gebracht, noch kwam het ooit in Soerabaja aan. Niemand heeft ooit iets vernomen van die jonge vrouwen, die waarschijnlijk in het bordeel van Bondowoso terecht kwamen. Ook latere navraag in Boemikamp (1944) bleef zonder resultaat. Waar stond ik? In Malang? Neen, nog altijd op de kale vlakte van wat eens een belom merd Soekowidi was geweest. Links de witgekalkte huizen, rechts de rails waarop tempo doeloe de rietlorries naar de zee reden en die nu verroest in het gesmolten asfalt lagen. De zon brandde in mijn nek. Maja riep: 'Vé, maak je nog een foto?' Dat deed ik van het laatste huis, 'ons' oude huis, dat nu Kakap heette. Voor het laatst liep ik naar de schutting en tuurde door het gerafelde gat naar de grau we kust van Oost-Java, omzoomd door het blauwe water van Straat Bali. Hier vond Ferdinand eindelijk werk, dat strookte met zijn ingenieurstitel. De B.P.M. had tanks nodig voor zijn benzine. Pappie had ze voorradig op Soeko. Hoe ze te transporte ren? Met de trein was omslachtig en duur. Ferd was niets voor niets ingenieur. Hij zette de tanks op hun bolle kant en liet de beide zijden, dus oorspronkelijk de onder en bovenkant half afdekken met hout. De tanks dreven daardoor op hun kant in het water en konden met sleepboten binnen drie uur worden versleept naar Soerabaja. Ferdinand kreeg een dankbriefervoor! Hij vond ook een nieuw elektrisch stelsel uit, toen de elektriciteit via Banjoewangi uitviel. Hij liet klappers uitpersen en de olie in een motor doen. Die werd door een ander motortje aangezet en gaf zo licht. Dat had den wij 's avonds tot acht uur. Dan werd het donker en was het bedtijd, omdat we dan niet meer konden lezen. In dit 'ons' huis, dat nu de naam 'Kakap' droeg maak te Ferdinand ook een nachtlichtje van een Quaker-Oats-blik met een pijpje eraan. Klapperolie erin en elke zeven seconden viel een druppel naar het kousje, dat zodoende bleef branden. Hier sta ik en ik zie in de geest Moes en Pap staan op de trap; Bö Sö langslopend met katès en velen die hier liepen onder de oude bomen. Waar verblijven zij nu. Geen antwoord - ja toch - achter de grauwe schutting zucht zacht de zee. 'We moeten terug, het is al laat', riep Paul, die met zijn camera nu al zijn foto's wel had geschoten. Wij klommen weer het busje in: Maja voor met Nyoman, Paul en ik in het midden en Ketoet op de achter bank tussen de barang. Terug naar Banjoewangi. Wat klein was de aloen- aloen nu in vergelijking met mijn herinne ring. Het postkantoor troont nog altijd even rood en geel en beslaat de ene kant van de vierkante aloen-aloen. Met nog een grote brievenbus uit 'onze tijd' ervoor. Deze herinnering aan het verleden werd een grafzerk. Geen flamboyants, geen groen, geen uitzicht op de zee. Wel verval en een verkampongte omgeving. Maar ons vroeger huis stond er nog - de bloem die deze tombe toch siert. (wordt vervolgd) (advertentie) De geldleningen voor ambtenaren, gepensioneerden en particulieren. Ook 2e hypotheken. Afl. v.a. 24 mnd. Tot uw 71ste jaar kunt u een lening aanvragen. Kwijtschelding bij overlijden. Uiteraard wilt u meer weten! 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 18