1/930 - /937
Door G. Jonker
Met de komst van de radiotelegrafie en
de radiotelefonie vielen afstanden en tijd
bij de berichtgeving weg. Op 12 maart
1927 werd te Bandoeng in plaats van de
in morse overgeseinde telegrammen, een
muziekprogramma ontvangen met de
eerste gesproken woorden over de korte-
golfzender van het Philipslaboratorium in
Eindhoven. Reeds op 1 mei van hetzelfde
jaar vroeg de N.V. Philips Omroep
Holland Indië (PHOHI) een zendmachti
ging aan voor de verzorging van uitzen
dingen naar Indië. In 1929 kwamen de
uitzendingen van de Wereldomroep van
de grond, vanuit Huizen op de 2573
meterband. Bovendien bestond de moge
lijkheid met Indië te telefoneren via Radio
Kootwijk. Het tarief voor een gesprek met
Bandoeng was bijvoorbeeld 30,- voor
drie minuten. Boven de drie minuten
moest per minuut extra worden betaald.
Tegen deze zeer hoge tarieven werd in
menige huiskamer wat afgesnotterd en
gevraagd hoe het weer was.
Radiodistributie
Eén van de allereerste commercieel gefa
briceerde toestellen kwam in 1927 van de
lopende band. Het was een Philips type
2501, kosten 175,- met een luidspreker
van 75,- Dit toestel was nog lang niet
weggelegd voor de burger in Nederland
met een smalle beurs. In de jaren dertig
deden de draadomroep en de radiodistri
butie hun intrede in de Nederlandse huis
kamer. De omroepverenigingen VARA,
AVRO, KRO en NCRV werden kind aan
huis. Voor Indië waren deze ontwikkelin
gen door gebrek aan kabels voor de
intens grote archipel uitgesloten, en was
de romantiek van de radio slechts voor
een enkeling weggelegd.
Bij het weergeven van de toestanden in
een gemengde Oosterse samenleving
onder een Westers beheer in de periode
1910-1940 kan niet worden volstaan met
de stelling dat het land heeft moeten
leven met een grote bloedzuiger. Voor
het schrijven van de geschiedenis van de
ontwikkeling van de verbindingen door de
komst van de ontvangsttoestellen is wel
inzicht nodig over de geografie, de af
standen, de tijd wanneer deze ontwikke
ling speelde en de beschikbaarheid van
elektriciteit in dit zeer uitgestrekte gebied
in het Verre Oosten. Ook moet aandacht
worden besteed aan de afzetmarkt voor
radiotoestellen en de financiële middelen
van de zeer plaatselijke radiopioniers. De
radiouitzendingen moesten nog volledig
worden ontwikkeld (zowel de technische
kant als de artistieke kant van het radio
verkeer), en dit kwam mede tot stand
door spontane initiatieven van amateurs.
De Bataviasche Radio Vereeniging
Kring Soekaboemi
Mijn vader, G.H. Jonker, was één van de
vele radioamateurs in het voormalig
Nederlands-lndië, waar door velen, ook
op eenzame posten of woongebieden
gelegen ver van de grote steden, in de
jaren 1920-1930 naarstig werd gezocht
naar een ontvangst over de korte golf. Zo
herinner ik mij nog dat in het najaar van
1929 verwoede pogingen werden gedaan
om in de late avonduren een verslag op
te vangen van Han Hollander over de
voetbalinterland België-Holland. De
immer aanwezige storende 'Mexicaanse
Hond' gooide wederom roet in het eten,
maar de woorden 'goal, goal, goal' klon
ken als muziek in de oren. Kort hierop rin
kelde de telefoon. Uit de kota vroeg één
van de planters, die avond verzameld in
een Chinees restaurant met ontvangstap-
paratuur, voor wie de goal nu eigenlijk
wel gescored was. Met de driemaal her
haling van het woord goal door Han
Hollander werd aangenomen, dat
Nederland een doelpunt had gescored.
De nieuwsbladen van de volgende dag
zouden deze uitslag moeten bevestigen
en de eindstand brengen.
In 1930 werd door de Bataviasche Radio
Vereeniging (BRV) te Batavia het besluit
genomen een steunzender in
Soekaboemi te plaatsen, om zo het ont-
vangstbereik te vergroten. Enkele jaren
daarna werden ook zenders geplaatst in
Cheribon en werd een tussenzender
opgesteld in de lijn naar Soekaboemi te
Buitenzorg. De zender in Soekaboemi
stond bij ons in de bijgebouwen aan de
Boenoetweg 37. Als antenne werd een
geselecteerde lange bamboe van onge
veer vijftien meter geïnstalleerd in een
kapokboom met vertikale takken van ook
ongeveer vijftien meter hoogte. In deze
'bliksemvanger' heeft menige keer de
bliksem ingeslagen en het was een grote
opgave altijd voordat het zover kwam, tij
dig de bliksemafleider knop om te zetten.
Ik vond dit altijd een griezelige zaak, stel
je voor dat de bliksem net zou toeslaan
op juist dat moment. Ik was toen acht
jaar.
Met de komst van de zender in Soeka
boemi steeg de verkoop van radiotoestel
len van één toestel in de maand naar drie
tot vijf toestellen. Erres en Philips brach
ten naast de wisselstroom-toestellen, ook
een gelijkstroomradio-ontvanger gevoed
door een accu in de handel. Deze toestel
len vonden hun weg naar afnemers die
verstoken waren van elektriciteit of een
eigen aggregaat.
De omroepvereniging de Bataviasche
Radio Vereeniging, met de hoofdzender
aan het Koningsplein en steunzenders in
Buitenzorg, Soekaboemi en Cheribon, is
tot stand gekomen door initiatieven van
toenmalige radioamateurs. De omroep
vereniging had naast een bestuur ook
een staf van vaste en vrijwillige medewer
kers. Er was een technische dienst, een
programmadienst, een omroepdienst en
een nieuwsdienst. De uitzendingen
omvatten nieuwsberichten, grammofoon-
muziek, live concerten, hoorspelen,
toneelstukken, kinderuurtjes, sport en niet
te vergeten ochtendgymnastiek. De pro
gramma's werden door de PTT via de
gehuurde voeding van bovengrondse
telefoonkabels naar de steunzenders
Buitenzorg (op 60 km), Soekaboemi (op
120 km) en Cheribon (op 96 km) gezon
den. In die rayons werd uitgezonden met
een bereik van 60 km. Samen met de
omroepvereniging P.M.Y. in Bandoeng
kwam door particulier initiatief een radio-
bestel van omroepverenigingen tot stand,
voor de uitzending van de 'dure' live uit
zendingen via telefoonverbindingen met
mogelijkheden tot uitwisseling van bijzon
dere programma's. Bandrecorders be-
19