Inleiding tot de
Hindoe-Javaanse bouwkunst
f 51 r 3
deel 1
door: dr. C. de Jong
In de eerste drie eeuwen na Christus zijn
de scheepvaart en wereldhandel in Zuid
en Oost-Azië aanzienlijk uitgebreid. Han
delsschepen uit Arabië, Perzië (thans
Iran), Voor-lndië, Indo-China en China
bevoeren in grote aantallen de Indische
Oceaan en de Zuid-Chinese en Oost-
Indische zeeën. Talrijke kooplieden en
ambachtslui uit Voor-lndië hebben zich in
Maleisië en Indonesië gevestigd. Pries
ters en monniken zijn hen gevolgd en
hebben eerst het Hindoeïsme of
Brahmanisme en van de derde eeuw af
het Boeddhisme in Zuidoost-Azië ver
breid. De kolonisatie vanuit Voor-lndië
was zelden gewelddadig en meestal was
er sprake van vreedzame indringing en
indoctrinatie.
Voorheen waren de Indonesiërs aanhan
gers van een vooroudergodsdienst, waar
in de zielen der afgestorvenen zich mani
festeerden in aardse wezens, aardse
materie of machtige natuurkrachten, die
door het brengen van offers gunstig
gestemd moesten worden. De volksklas
se was altijd aanhanger daarvan geble
ven, maar de vorsten en adel hebben de
godsdiensten en daarmee verbonden
hogere beschaving uit Voor-lndië gretig
aanvaard en op Sumatra en vooral Java
en Bali aan inheemse tradities aange
past. Dit blijkt onder meer uit de architec
tuur van de omvangrijke tempelbouw.
Vele tempels zijn verdwenen, vooral op
Sumatra, maar op Java en Bali zijn bouw
vallen overgebleven. Sommige daarvan
zijn in de twintigste eeuw gerestaureerd
of herbouwd. De tempels en kratons
(paleizen) zijn merendeels gebouwd in
opdracht van vorsten of edelen. Vooral
de tempels belichamen godsdiensten.
Kenmerkend voor het Hindoeïsme zijn de
talrijke goden. De oudere van hen heten
Indra, Agni, Varuna, Krishna en anderen.
Later zijn drie goden naar voren geko
men, die een drieëenheid (trimurti) vor
men. Zij heten Brahma, de Schepper die
in Indonesië van de drie het minst ver
eerd wordt, Vishnu de Onderhouder en
Shiva; deze wordt terwille van de symme
trie meestal de Vernietiger genoemd,
maar ik zie in hem veeleer de Schepper,
26
Het Prambanancomplex irt Midden-Java (foto: E.J. Neyndorff)
want hij is de bevorderaar van de vrucht
baarheid. Op Java en Bali geldt Shiva als
de veelzijdigste en meest vereerde god.
Hij heeft een lichte en een donkere zijde.
Zijn lichte kant wordt belichaamd door zijn
zoon Ganesha, de hulpvaardige, vriende
lijke god van wijsheid en kennis. Hij heeft
een olifantskop, omdat de olifant als een
verstandig dier wordt beschouwd. Shiva's
donkere zijde wordt vertegenwoordigd
door zijn gemalin Durga of Kali, gevrees
de godin van de dood.
Het Hindoeïsme is een streng geloof: het
leven is een onafgebroken strijd tussen
goed en kwaad en goed wordt met goed,
kwaad met kwaad vergolden. Een deugd
zaam leven wordt beloond met wederge
boorte of reïncarnatie in een leven van
hoger orde, bijvoorbeeld een hogere