kaste of een heilige en tenslotte hemel vaart. Een slecht leven wordt gestraft met wedergeboorte (samsvara) op een lager vlak van leven, bijvoorbeeld een dier of plant. Deze wetmatigheid heet karma. De reeks wedergeboorten kan eindeloos doorgaan. Andere kenmerken van het Hindoeïsme zijn de indeling van zijn aanhangers in De Hindoegoden zijn streng en onbere kenbaar in zijn of haar gunst en moeten voortdurend door offers en zelfkastijding gunstig worden gestemd. Hindoeïsten zijn daarom steeds bezig met tempel bouw en offers brengen. Dat ziet men thans nog dagelijks op Bali. Tempelbouw wordt beschouwd als offerwerk, welgeval lig zowel aan de goden, die geacht wor- gescheiden kasten - een onderscheid, dat buiten Voor-lndië veel minder streng dan in Voor-lndië is - en de hoge waar dering van zowel ascetisme als sensu alisme. Een bekend attribuut van Shiva als god der vruchtbaarheid is het manne lijke geslachtsorgaan, de phallus of ling- ga, en het vrouwelijke dito, yoni. Men vindt beide in Shiva-tempels, ook in Indonesië. den daarin neer te dalen, als aan de voorouders, die bij voorkeur in tempels werden bijgezet en vereerd. Het Boeddhisme is te beschouwen als een reactie tegen het Hindoeïsme. Het streeft naar verlossing van de mens van de oneindige wedergeboorten door afstand van alle levensverlangens om op te gaan in het Nirvana en het wijst het sensualisme en de overheersing door het priesterdom af. In Boeddhistische bouw werken ontbreekt daarom de erotiek van vele Hindoetempels. De verkondiging door de Voorindische prins Siddhartha Gautama (omstreeks 560-480 v.Chr.) - na zijn bekering Boeddha, d.w.z. de Verlichte genoemd, heeft miljoenen men sen geestelijk bevrijd en getroost. Zijn leer is over geheel Zuid- en Oost-Azië verbreid en is een wereldgodsdienst geworden. Ze was eerst een filosofie, maar is door aanvaarding van goden - onder wie de trimurti en Boeddha, heili gen, tempels, kloosters en erediensten, een formele godsdienst geworden. De heiligen heten Bodhisattvas. Zij hebben zoals Boeddha de staat van Verlichting bereikt en kunnen in de hemel worden opgenomen, maar blijven bij de mensen om hen geestelijk bij te staan. Boeddha heeft van de derde eeuw n. Chr. in Indonesië talrijke aanhangers gekregen. Daar hebben vooral de vorsten en de adel het Boeddhisme aangenomen en vele tempels en kloosters voor Boeddha en zijn volgelingen gebouwd. Vooral in Indonesië is het Boeddhisme opvallend syncretistisch en zijn Hindoe goden als incarnatie van Boeddha in hei ligdommen opgenomen; men vindt daarin vele afbeeldingen van Shiva en Vishnu. Geruggesteund door grote handels- en oorlogsvloten en heerschappij over de zeewegen zijn in Indonesië grote rijken ontstaan. Zij hebben zich over grote delen van Indonesië en Maleisië uitge breid. De bekendste zijn Srividjaya (7e tot 13e eeuw) en Modjopait (13e tot 16e eeuw). Van de 13e eeuw af hebben kooplieden en geestelijken uit Zuid-Azië, vooral Voor-lndië, de Islam naar Maleisië en Indonesië gebracht. De islamisering ging langzaam, totdat vorsten op Suma tra en Java van de 15e eeuw af het Moslim geloof hebben aanvaard en hun onderdanen verplicht om Moslim te wor den. Moslimvorsten hebben de Hindoe rijken veroverd en Modjopait is verdwe nen. Hindoevorsten en -edelen zijn merendeels naar het naburige Bali uitge weken. Het gewone volk vluchtte naar het onherbergzame bergland, met name naar het afgelegen Tenggerplateau. Hindoeïsme en Boeddhisme, dat in hoge mate door het Hindoeïsme geabsorbeerd is, hebben zich steeds op Bali gehand haafd. Op Sumatra en Java zijn de Hindoe- en Boeddhatempels niet meer onderhouden en vervallen of gesloopt, maar op Bali is de tempelbouw steeds voortgezet. De tempels zijn door verschillende oorza ken tot bouwval geworden of verdwenen. Vulkanen hebben hete as en stenen over ze uitgestrooid, aardbevingen hebben ze doen instorten, stortregens hebben hun 27

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 27