Tienduizend vrije vogels Oorlogsvrijwilligers bij de Koninklijke Marine door R.E. Holst Pellekaan Soerabaja. Beeld van een stad door A.C. Broeshart, J.R. van Diessen, R.G. Gill en J.P. Zeydner Dit aantrekkelijke en goed ogende boek gaat praktisch uitsluitend over de circa 10.000 OVW'ers (oorlogsvrijwilligers) die zich vanaf de tweede helft van 1944 heb ben gemeld voor een vrijwillig verband bij de Koninklijke Marine (KM) voor de verde re duur van de oorlog. Men had juist toen - na de klappen die de KM in de strijd tegen Duitsland en Japan had opgelopen - grote behoefte aan veel meer personeel. Met het norma le beroepspersoneel kwam men er niet; en ook niet met het reserve- en dienst plichtig personeel. Voor de nieuwe vloot zelf, voor de Marine Luchtvaartdienst (MLD) en vooral voor de nieuw te vormen Mariniersbrigade waren zeer veel jonge mannen nodig. Theoretisch was wel het nodige dienstplichtig personeel beschik baar in het te bevrijden moederland; het rekenen daarop zou vanwege vele chao tische toestanden zeker niet tot succes leiden. Daarom deed onze (Londense) regering al in oktober 1944 een beroep op vrijwilligers. In de door de geallieerde strijdkrachten veroverde en bevrijde gebieden van Nederland was de toeloop van de OVW'ers zowel voor de landmacht als voorde marine enorm. De aantrekkelijk heid van een militaire opleiding in het buitenland (Engeland, maar vooral Amerika) was zeer groot voor jongelingen uit het troosteloze door oorlog getroffen moederland. Het grootste gedeelte van onze expeditionaire krijgsmacht, die als allereerste naar Indië kwam, bestond uit OVW'ers. De OVW'ers voor de KM kan men ruwweg onderbrengen in twee groepen. In de eer ste plaats vooral zij die bij de Mariniers brigade kwamen; deze unieke brigade bestond vrijwel uitsluitend uit OVW'ers. De inzet bij de strijd in Indonesië was rond Soerabaja en verder in Oost-Java. En dan waren er de marine OVW'ers die elders dienden, zowel in het moederland als in Indië. De OVW'ers waren zeer gemotiveerd; zij barstten letterlijk van de energie, en zij kwamen precies op het juiste moment want zij waren heel dringend nodig. Het fenomeen OVW heeft echter maar relatief kort bestaan, want de werving werd alweer in 1946 stopgezet. In 1948/49 zwaaide het merendeel van hen weer af en vond zijn bestaan verder in de burger maatschappij. In 1946 waren er ruim 10.000; in 1950 nog maar ruim 400 en aan het eind van dat jaar slechts ruim 100. Zo'n 35 jaar later voelden deze voor malige marine OVW'ers een groot verlan gen om een eigen vereniging op te rich ten. Niet zozeer om elkaar weer eens te ontmoeten, maar vooral om aan latere jongere generaties duidelijk te maken wie zij waren geweest en wat zij niet al had den gedaan dadelijk na de bevrijding. Uit hun midden kwam al in 1988 de wens om al die belevenissen duidelijk te staven in een boekwerk. Dat boek is hier nu en het gaat vooral over de bijzondere belevenissen van het merendeel: de OVW'ers in Nederlands- Indië. Hoewel in het boek ook hoofdstuk ken zijn gewijd aan OVW'ers bij de marine en de Marineluchtvaartdienst (MLD) in Indië en ook over hen die in Europa ble ven, gaat het in dit boek voor een groot deel over OVW'ers in de Mariniersbri gade. Zij zijn uiteraard bekend bij onze landgenoten uit Soerabaja en de verdere Oosthoek van Java. Vele foto's, kaarten en schetsen zijn dan ook van die terrei nen in Oost-Java. Het is daarom dat dit boek zo aantrekkelijk is voor de Neder- landers-van-toen-uit-lndië die in Oost- Java waren. Die lezers vinden daarom in dit boek heel veel bekende situaties. En juist déze landgenoten zagen in die OVW'ers (mede met die van de KL en het KNIL) de ware bevrijders. De echte bevrij ders na de Japanse bezetting en de zo verwarrende en droevige maanden die daarop volgden. Totdat in maart 1946 deze enthousiaste jongens in Soerabaja arriveerden. Na een lange tocht uit het moederland, via Amerika en Malakka. Lang niet alle OVW'ers van de marine keerden na hun verband weer naar Nederland terug. In dit boekwerk is ook een heel gedetailleerde lijst opgenomen van die jongens die bij hun taak van het (terug)brengen van recht en veiligheid in de Oost het hoogste offer - hun leven - hebben gegeven dan wel op andere wijze zijn omgekomen. Zij liggen nu bijeen begraven vooral op het prachtige ereveld Kembang Koening (gele bloem) te Soera baja. Het ereveld wordt door de Oorlogs gravendienst prima onderhouden. De namen van 147 van deze OVW'ers van de marine zijn ook in dit boek vermeld. Op Kembang Koening staan vele hoge bomen, erg veel ervan zijn tjemara's, die op dennen lijken. Als de zeewind daar in de warmte wat verkoeling brengt, ruisen de bomen een zacht lied; ook over de graven van deze jongens. Opdat wij hen niet zullen vergeten. In dit boek komen de OVW'ers zelf aan het woord. Knap samengesteld door de auteur, kapitein-ter-zee b.d. R.E. Holst Pellekaan die eerder over de KM in Nieuw-Guinea publiceerde. Een woord van dank aan de OVW'ers en de auteur is wel op zijn plaats. C.A. Heshusius Vrijdag 21 oktober vond bij Van Stockum in Den Haag in aanwezigheid van vele genodigden onder wie tal van oud- Soerabajanen, de presentatie plaats van het boek Soerabaja. Beeld van een stad. Dit is alweer de derde publicatie in de reeks van documentaire boeken over Indië/lndonesië van uitgeverij Asia Maior, vol nieuwe gegevens, vanuit een moder ne visie geschreven. Het werd samengesteld door een team van Soerabaja-deskundigen bij uitstek, zoals ing. A.C. Broeshart en J.P. Zeyd ner, oud-Soerabajanen, die ook de turbu lente naoorlogse tijd in Soerabaja hebben meegemaakt; ir. R.G. Gill, eveneens oud- Soerabajaan en werkzaam op het gebied van architectuur en stedenbouw in Indo nesië; en drs. J.R. van Diessen, auteur van boeken over de Nederlandse kolonia le geschiedenis en tevens coördinator van het gehele project. Want dit boek is het resultaat van een intensief samenwerkingsproject waarin met grote zorg en nauwgezetheid alle relevante aspecten van deze tweede stad van Indonesië werden bestudeerd en tot een samenhangend geheel verwerkt. Een enorme opgave als men bedenkt, dat het boek een periode van elf eeuwen beslaat vanaf het ontstaan in een ver verleden tot aan het heden. Hiervoor werd naast het vele eigen speurwerk ook dankbaar gebruik gemaakt van waardevolle bijdra gen van talloze particulieren en instellin gen in de vorm van nog niet eerder gepu bliceerde gegevens of zeldzame foto's. Zowel vanuit Nederland en Indonesië als het buitenland. Het boek bestaat uit een uitvoerig tekst gedeelte, gevolgd door een even uitvoe rige reportage die een indringend beeld geeft van deze stad zoals die eens was en nu geworden is. De wordingsgeschiedenis van Soerabaja en de verdere ontwikkelingen van de stad komen in de volgende hoofdstukken aan bod: Het prekoloniale Soerabaja, ca. 850- 1700; Compagnie en Gouvernement: koloniaal Soerabaja tot ca. 1900; 43

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 43