T Herregistratie graven algemene begraafplaats te Bandung Indische manieren van zeggen en doen. Veel totoks (Hollanders) hebben in het vroegere Nederlands- Indië weinig geweten van de gewoonten en de leefwijze van de Indische Nederlanders, toen vaak kortweg Indo 's of Sinjo 's genaamd. De ene totok meende het beste te doen, door zich een tikje afwijzig te honden, de andere kon wel wat geringschattend op hen neerkijken. Gelukkig was er nog een derde categorie, dat waren diegenen die er wel meer van wisten en die zich graag in het gezelschap van de Indo 's bewogen. Zij waren, wat men wel eens noemt 'verindischtNu hebben de Indische Nederlanders voor vele zaken een eigen naampje bedacht, dus voor deze categorie vonden ze ook een grappige aanduiding: het zijn de 'afgedwaalde Hollandersof, in het alledaags Maleis 'totok kesasaren dat laatste was vast niet onaardig bedoeld. Gedrag op een feestje D A. Visker (Mededeling gemeente Bandung) IVertalingWil van Domburgl Is men genodigd op een verjaardag of een ander familiefeestje, dan voelt men pas echt de Indische onderlinge verbondenheid. Men vindt het prettig dat er zoveel mogelijk gasten aanwezig zijn en wil het allen graag naar de zin maken. In veel gevallen zal men een soort scheiding zien. Men weet dat de vrouwen, ook vaak van genodigden, achter gaan zitten in een kamer ach ter de feestruimte, of zich zelfs naar de keuken begeven. Dat komt voornamelijk voort uit de wens om behulpzaam te zijn, de gastvrouw een handje te helpen, maar niet minder om gezellig, vrouwen onder mekaar, samen te praten, wat men dikwijls 'ngo- brol' (babbelen) noemt. Anderzijds is het ook zo, dat mannen in hun gesprekken maar al te vaak afdwalen naar hun werk of naar mannen-belevenissen, die weinig interessant zijn om naar te luisteren en over het algemeen niet door vrouwen kunnen worden gevolgd, en dus door hen ook niet zo leuk gevonden worden. Het gevolg is dat de mannen meestal in de voorkamer of de voorgalerij zitten, waar ze heel goed en royaal worden onthaald. Dranken en lekkere versnaperingen zijn bij elke Indische familie overvloedig voor de gelegenheid aanwezig. Maar niet alleen snoepen, er moet behoorlijk worden gegeten. Van elke gast wordt verwacht, ja er wordt min of meer op gerekend, dat hij aan de feestmaaltijd zal deelnemen. Dat gaat soms op een typi sche manier. Omdat natuurlijk niet iedereen op hetzelfde uur arriveert, eet ieder op een verschillend moment. Voor de keuken kost dat heus niet zo erg veel inspanning, omdat alle gerechten schepklaar gereed staan. De vrouw of dochter des huizes komt eerst even voor om naar de wensen van de gast te informeren en even later komt ze met borden vol heerlijkheden op een dienblad, daarbij is steeds rijst (of gele rijst) de hoofdschotel. Meestal gaat men niet speciaal aan tafel, doch krijgt men een bord gewoon op de knieën. Voordat een gast begint met eten vraagt hij beleefdheidshalve aan de overigen vergunning om met eten te mogen beginnen en daarna stoort hij zich verder nergens meer aan en laat het zich goed smaken. Zo'n maaltijd heeft meestal dagen van voorbereiding en keuken- arbeid gekost, het zou dan ook erg onhoffelijk zijn om na afloop niet duidelijk zijn prijzende goedkeuring over het eten te geven. Zijn er veel bezoekers, dan is de goede gewoonte om niet alle maal gelijktijdig op te stappen. Gaat er een persoon of echtpaar weg, dan staan de anderen niet direkt op, maar blijven nog even, om later apart naar huis te gaan. Op die manier komt de familie van de gastheer niet direkt pijnlijk merkbaar in een huis zonder gasten te zitten, met de restanten van eten en drinken en stapels vuile borden en glazen, en, wat het meest belangrijke is, dan gaat de 'redjeki'(gelukssfeer) van het feest niet verloren! De Burgemeester van Bandung maakt bekend (bekendmaking nr. 004/1994) dat op grond van artikel 2 lid 1 van het Daerah-reglement nr. 16/1993, elke twee jaar een herregistratie van de graven op de algemene begraafplaats (TPU) Kotamadya Daerah Tingkat II te Bandung dient plaats te vinden. Nabestaanden worden er op geattendeerd dat volgens lid 2 van het bovengenoemde verordeningsartikel, de Dinas Pemakaman Dienst Begraafplaatsen) gerechtigd is de graven op te ruimen wanneer er binnen twee opeenvolgende termijnen (vier jaar) geen herregistratie van de desbetreffende graven plaatsvindt. De retributiekosten voor herregistratie bedragen 10% van de kosten voor een grafvergunning. In verband daarmede adviseren wij de nabestaanden de graven van hun overleden familieleden op de bovengenoemde algeme ne begraafplaats (TPU), zo spoedig mogelijk te herregistreren door zich in verbinding te stellen met het kantoor van de TPU of de Dienst Begraafplaatsen (Dinas Pemakaman) Kotamadya Daerah Tingkat II Bandung, Jalan Pandu 32, Bandung. 9

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 9