Tjandi Loro Jonggrang wordt gevolgd door een tweede verban ning van de onschuldige Sita. De 42 reliëfs geven de meeste aandacht aan de ontvoering van Sita, de opmars tegen Ravana, de bouw van een brug naar Sri- Lanka (Adamsbrug genoemd) door apen en zeemonsters en de strijd tegen de rak- sasa. De reeks wordt voortgezet met 30 reliëfs op de balustrade van de Brahma- tempel. In de vier vertrekken in Loro Jonggrang staan vier beelden. Ze stellen Shiva voor als Mahadeva (d.w.z. grote god), Shiva als Mahagoeroe (d.w.z. grote leermees ter), Ganesha, populaire god van wijsheid en kennis, en Parvati of Durga, Shiva's gemalin. Voor de godenbeelden worden wierook, vruchten, bloemen, koeken en rijst als offergaven geplaatst. Boeddhistische heiligdommen Afgezien van de Hindoeïstische tempels te Diëng en Prambanan zijn er bij Jogya- karta twee groepen Boeddhistische hei ligdommen met afwijkende stijl, de groep bij Sewoe, de zogeheten duizend tem pels, en het Boroboedoercomplex in de vlakte van Kedoe, 40 km noordwest van Jogyakarta. De Boroboedoer is het groot ste bouwwerk met historische betekenis in Indonesië en het grootste Boeddhisti sche heiligdom ter wereld, uitgezonderd Angkor Vat in Cambodja, dat echter veel later, in de 12e eeuw gebouwd is. Het Boroboedoercomplex is opgericht in opdracht van het vorstenhuis van Sailendra tussen 760 en 825, in een betrekkelijke korte tijd. De bouwval van de Boroboedoer is in 1814 ontdekt door H.C. Cornelis, een hoge ambtenaar, die in opdracht van Raffles onderzoek naar de aard van de bouwval heeft gedaan. Hij heeft een proefuitgraving laten verrichten. Na het Britse tussenbewind heeft de Neder lands-Indische regering het werk aan het herontdekte heiligdom laten voortzetten. Dit is in de loop van de 19e eeuw geheel uitgegraven. In 1849-1853 heeft een tekenaar, F.C. Wilson, een groot aantal reliëfs van het bouwwerk getekend; zijn tekeningen zijn in 1873 gepubliceerd. In 1873-1882 heeft J. van Kinsbergen hon derd foto's van reliëfs en andere details gemaakt. De bouw van de Boroboedoer op en om een heuvel heeft grote voordelen, maar ook nadelen ingehouden. De tempel is voorzien van vele waterspuwers; ze wor den makaras genoemd en lijken op oli fantskoppen. Ze konden de overvloedige regen niet altijd doeltreffend afvoeren. De aarde in de heuvel is nat geworden en uitgezet en heeft delen van het bouwwerk weggedrukt, zodat verzakking daarvan is ingetreden. Bouwlieden hebben in een Het beeld, een detail van de Prambanan, stelt een van de 24 Lokapala's voor. Dit zijn de hemelse bewakers van de windstreken van het hemelrijk van Shiva, waarvan de Shivatempel als hemelberg, het symbool is. Zij zijn in reliëf in de lotus-zithouding (padmasana) afgebeeld op de plint, die langs de vier zijden van de hoofdtempel, boven de voet is aange bracht. Behalve de hoofdgoden Indra, Yama, Waruna en Kuwera, die de hoofdrichtingen bewaken, zijn er andere, minder bekende goden, die in de overige richtingen van de windroos zijn geplaatst. De drietand en de schedel als attributen van Shiva zouden erop kunnen duiden, dat de afgebeelde figuur Isana (noordoosten) is, die met Shiva in verband wordt gebracht. Tekst: René Wassing/Foto: E.J. Neyndorff onbekend jaar een hoge, stevige muur tegen de voet van het bouwwerk opge trokken. Sommigen betwijfelen, of de muur gebouwd is om verzakking te stui ten. Hij heeft 180 reliëfs aan de voet van het bouwwerk aan het oog onttrokken. In 1885 heeft J.W. IJzerman de reliëfs ach ter de muur ontdekt. De muur is in 1885- 1891 verwijderd en alle voorheen verbor gen reliëfs zijn gefotografeerd. Deze foto's zijn gepubliceerd. Daarna is de muur herplaatst, maar vier reliëfs op een hoek zijn onbedekt gelaten om enige van de herontdekte reliëfs te tonen. 23

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 23