Stupa's op hel hoogste terras (foto: C. de Jong)
De uitgraving en tijdelijke verwijdering
van de voetmuur hebben de achteruit
gang van de Boroboedoer niet tegenge
gaan. Integendeel. Nog een tegenslag
deed zich in 1896 voor. De bezoekende
vorst van Siam (nu Thailand) heeft een
groot aantal beelden en ornamenten van
de Boroboedoer en andere tempels op
Java ten geschenke gevraagd. De
Nederlandsch-lndische regering heeft de
moed gemist om zijn verzoek te weigeren
en heeft hem tenminste acht wagen
vrachten laten medenemen. De inhoud
daarvan is nu in musea in Bangkok. Deze
vrijgevigheid heeft onmiddellijk scherpe
kritiek uitgelokt en wordt de Nederlanders
nu nog verweten.
De wending ten goede is in 1907 geko
men, toen de genie-officier Theodoor van
Erp met de restauratie belast werd. Hij
heeft de restauratie in 1907-1911 met
beperkte middelen voortreffelijk uitge
voerd en ontvangt nog steeds dank daar
voor. Hij heeft onder meer het noodzake
lijke draineringsstelsel aanzienlijk verbe
terd.
Wegens het vochtige klimaat en gebrek
aan omvangrijk onderhoud is het reuze
bouwwerk weer achteruitgegaan. De
regering van de Republiek Indonesië, die
in 1949 de Nederlands-Indische regering
heeft opgevolgd, heeft een internationale
veldtocht 'red de Boroboedoer!' georgani
seerd en een beroep op UNESCO en
regeringen gedaan om geldelijke en tech
nische hulp. Een internationale groep
deskundigen heeft de Boroboedoer gron
dig gerestaureerd. De restauratie heeft
van 1973 tot 1984 geduurd en 24 miljoen
US dollars gekost, waarvan Indonesië
zeventien miljoen heeft betaald. In 1985
hebben saboteurs vijf stupa's opgebla
zen, maar de schade is hersteld.
Thans prijkt het indrukwekkende bouw
werk weer in volle pracht.
De symboliek van de Boroboedoer
Het grondvlak van het heiligdom is een
vierkant met uitspringende gedeeltes. De
hoogte tot het hoogste punt van de cen
trale stupa is 33,5 meter. Dit was 41
meter voor de verdwijning van de pinakel
of spits op de centrale stupa. Het bouw
werk heeft zes vierkantige terrassen. Het
onderste terras is het breedste en dient
als pad voor processies om de voet van
het heiligdom. Daarboven verrijzen vijf
terrassen, elk kleiner dan het voorgaan
de. Elk terras wordt aan weerskanten
begrensd door een muur, die in hoogte
afneemt van 3,66 meter op het onderste
naar 2,54 meter op het bovenste terras.
Op elk terras is een gaanderij van onge
veer twee meter breedte. In het midden
van elk der vier zijden van het vierkant is
een trap, die via een versierde poort in
elke terrasmuur van het ene terras naar
het volgende, hogere leidt.
De omlijsting van elke poort wordt
bekroond door een dreigende kala, een
monsterkop, die boze geesten moet
afschrikken. De omlijsting eindigt bene
den aan weerskanten in een monsterkop
van een makara, een mythische zee
olifant. De combinatie noemt men het
kalamakara-motief. De muren aan beide
zijden der gaanderijen dragen Boeddha
beelden in nissen en 1472 kleine stupa's.
Op het zesde terras verrijzen drie kleine
re, bijna ronde terrassen boven elkaar.
Daarin staan drie concentrische ringen
van grote stupa's elk met de vorm van
een klok of omgekeerde bloemkelk met
een regelmatig netwerk van openingen
en met oorspronkelijk daarbinnen een
Boeddhabeeld. De onderste kring telt 32
stupa's, de middelste 24 en de bovenste
16. In het middelpunt van de drie kringen,
op het hoogste punt staat de grootste
stupa, die acht meter hoog is. Deze heeft
geen openingen. Daarbinnen was een
groot Boeddhabeeld, dat ruw afgewerkt
en blijkbaar onvoltooid was. De spits op
de centrale stupa was oorspronkelijk veel
hoger en heeft drie schermen boven
elkaar gedragen.
Er ligt een diepzinnige symboliek, die
men thans slechts ten dele kan doorgron
den, in de architectonische vormen van
de Boroboedoer. Er zijn drie beschouwin
gen van het bouwwerk als geheel, die
elkaar niet uitsluiten, want de filosofie van
Voor-lndië is meer inclusief dan exclusief,
meer integrerend dan scheidend, in
tegenstelling tot Westerse wijsbegeerte.
De Boroboedoer wordt beschouwd als
een mandala of een prasada of een
stupa.
(1) Een mandala is een sacraal diagram
of grondplan van een heiligdom; dit wil
zeggen een samenstelling van regelmati
ge figuren, die dienen om opeenvolgende
stadia van overpeinzing en geestelijke
groei af te bakenen. De onderste, vier
kantige terrassen met beeldreliëfs weer
spiegelen de tijdelijkheid en beperktheid
van het aardse bestaan. De hogere, bijna
ronde terrassen weerspiegelen de over
gang van de geest naar de oneindigheid,
ook het Al en Nirwana genoemd.
(2) Een prasada is een bijzettingsmonu
ment (tjandi) in de vorm van een stenen
toren met in principe een structuur van op
elkaar gestapelde, steeds kleiner worden
de terrassen, als van een gelede pyrami-
de. Prasada's in Zuid-Azië hebben als
voorlopers tempels in Mesopotamië, zik-
kurats genoemd, bijvoorbeeld de toren
van Babel in het eerste boek van het
Oude Testament. Ook tempels in Voor-
lndië tonen dat patroon. Volgens sommi
gen beeldt de prasada daar de heilige
berg Meroe uit. Deze staat in het middel
punt van de aarde, die als een schijf
wordt gedacht, en op zijn top reikt tot aan
het hemelgewelf of hoger tot in de hemel.
Voor de gelovige is de opgang van elk
terras naar een hoger terras een hemel-
waartse pelgrimstocht. Dat geldt overtui
gend ook voor de Boroboedoer.
(3) De stupa is een wijdverbreid symbool
op Hindoeïstische en Boeddhistische
bouwwerken, op balustraden en tempel
daken. Ze is talrijk op de Boroboedoer. Er
zijn drie verklaringen voor de stupa, die
elkaar niet uitsluiten en veeleer aanvul
len.
(wordt vervolgd)
(A) De stupa is afgeleid van een grafheu-
24