Geweer C. van Heekeren r vijf Indische verzorgingshuizen wensen u heel De Leeuwerik, Dennenrust, Hartenseweg 50 6704 PZ Wageningen Patrio, Nassaulaan 58 3743 CE Baarn Badhuislaan 1, 6957 DB Laag Soeren Nieuw Beekvliet, Nieuw Beekvliet 7 5272 CE St. Michielsgestel Raffy, Boschstraat 57 4811 GC Breda 31 De Britse kolonel was in een ernstig maar beschaafd debat gewikkeld met een majoor. Dat ging op de manier waarop dat soort Engelsen dat doet: de kolonel begon elke zin met een bedachtzaam Tm afraid', waarbij hij, zoals dat hoort, bij de laat ste lettergreep even kreunde. De majoor begon zijn antwoord dan met een zeer ernstig 'As a matter of fact' en kreunde daarbij nog meer. Ze waren zo verdiept in hun gesprek, dat ze leken te vergeten, dat zij in een tropisch krijgsgevangenschap zaten. Op enige afstand kwam een Koreaanse wacht aangeslenterd, zijn te lange geweer met bajonet achter zich aanslepend. De Koreanen hadden nog niet zo lang de bewaking overgenomen. Het waren bij aankomst onzekere jongens van een jaar of zeventien met babygezichten: in het begin vooral wat bang voor die lange Hollanders. Maar in een paar weken hadden zij zich aan de toestand gewend en overschreeuwden zichzelf in flink- doenerij. Macht corrumpeert en deze macht, die die jonge kna pen dank zij de toestand en hun geweer hadden, in het bijzon der. Op zijn weg werd de jongeman door verschillende krijgsge vangenen met een Japanse buiging (met rechte ruggen en stij ve nek) begroet, wat hij zich koninklijk liet aanleunen. Toen hij bij de beide officieren aankwam, waren deze zo in hun discussie verdiept, dat zij hem niet zagen en dus niet groetten. Hij blafte hen meteen in het Japans aan, maar de beide heren negeerden hem. Opzettelijk of niet, dat was niet duidelijk. Maar de Koreaan werd razend en begon (onverstaanbaar) te schel den. De kolonel keek op, toonde zich wat boos en sprak de jon gen bestraffend toe. Zag hij niet dat de heren in gesprek waren en wist hij niet, dat het zeer ongemanierd was, de heren zo te storen en in de rede te vallen? De Koreaan maakte zich daar nog nijdiger over en begon met zijn geweer te dreigen. Dat ging de kolonel toch werkelijk te ver. De brutaliteit! Hij pakte met een vermanend woord het geweer af en stapte kaarsrecht naar de wacht, de kleine Koreaan er bijna huilend achteraan, smekend om hem zijn geweer terug te geven. De scène had natuurlijk op deze vrije dag in het overvolle kamp de aandacht getrokken. De meesten trachtten hun lach te bedwingen, anderen draaiden zich om en lachten vrijuit. Na een paar minuten kwam de kolonel weer terug, ernstig en zwijgend en ging naar de officiersbarak. De soldaten dromden samen om de gebeurtenis nogmaals uit de doeken te doen en te lachen. Maar al gauw begonnen enkelen de zaak anders te zien en zich zorgen te maken. Het incident was eigenlijk een zware belediging voor het Keizerlijke leger. De soldaat was belachelijk gemaakt en dat schaadde het gehele leger. De gevangenen wisten maar al te goed hoe overgevoelig de Japanners waren als het ging om hun eer en dat van het leger en dus van de Keizer. Zou dit voorval niet zwaar gestraft wor den? Men ging zich steeds meer verdiepen in de consequenties die de gebeurtenis zou kunnen hebben. Het minste was wel de doodstraf voor de kolonel, maar ook bestond natuurlijk een grote kans op een collectieve straf, bijvoorbeeld een paar dagen geen eten of misschien zelfs een paar onthoofdingen. Al praten de werden de verwachtingen en angsten steeds groter en het kamp dat op de schaarse vrije dagen altijd zo'n opgewekte indruk maakte, werd erg stil. Menigeen sliep die nacht nauwe lijks. De volgende morgen, bij het aantreden om geteld te worden, zagen de mensen een groot bord, waarop duidelijk stond: 'Het is streng verboden de wachten hun geweer te ontnemen. De kampcommandant.' De Koreaanse bewaker werd niet meer teruggezien. (ingezonden mededeling)

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 31