Dampit Een houding van verzet duurzaam en gemakkelijk te bewerken. mooie witte bloemen, de bast ziet eruit zal Poelassari bijna altijd gebruikt wor- als kaneel. In de Aziatische geneeskunde den). Het hout van de Njamploeng is Bloeiende lak van de Indische Oranjebloesem, Kulastrand Bali Op 22 december 1994 zal het vijftig jaar geleden zijn, dat in Oost-Java het strafkamp Soember Gesing ten zuiden van Dampit abrupt werd gesloten. De aldaar geïnterneerde Indische jongens, werden ziek en ondervoed teruggebracht naar Malang, van waaruit ze enige maanden eerder op Japans bevel waren uitgevoerd. Dampit is nauwelijks bekend. Het kan worden beschouwd als een uiting van het Japanse ongenoegen tegenover de ondank bare, destijds in de residentie Malang nog buiten de kampen verblijvende Indische Nederlanders, die stilzwijgend of nadruk kelijk weigerden zich te laten invoegen in de Oost-Aziatische welvaartssfeer onder leiding van Dai Nippon. Na de massale interneringen van krijgsgevangenen, ambtenaren, totoks en grote groepen peranakan-indo's in 1942 en 1943 probeerden de bezetters de resterende Indische Nederlanders in Malang en omgeving te bewegen hun loyaliteit jegens Nederland op te geven. In Malang gebeurde dat door middel van het onderteke nen van een verklaring. De pogingen bleven zonder succes. De Japanners voerden hun druk op. Circa 250 jongens uit de resi dentie Malang werden door het Japans gezag opgeroepen voor een 'latihan'(oefening). De latihan bleek te bestaan uit: het onder een streng regime verrichten van zware arbeid op de kof fie- en rubberonderneming Soember Gesing, waar tegenover volstrekt onvoldoende voeding en medische verzorging stond. De gevolgen laten zich makkelijk raden. Dampit stond niet op zichzelf. In de residentie Malang waren daaraan voorafgaand andere latihans gehouden (Telogosari, Lawang), die eveneens gekenmerkt werden door Japanse disci pline, dwangarbeid en het uitoefenen van druk om zich loyaal ten opzichte van Japan op te stellen. Dampit was ook geen eindpunt. Twaalf jongens werden vanuit Soember Gesing afge voerd naar de gevangenis Lowokwaroe in Malang. Daar werden ze tezamen met ongeveer vijfenveertig rechtstreeks gearres teerden, beschuldigd van subversieve activiteiten, onderworpen aan onmenselijke verhoren door de Kempeitai en de PID (Politieke Inlichtingen Dienst) die eindigden met veroordelingen door een militaire Japanse rechtbank. De vonnissen waren als volgt: dertien jongens de doodstraf; 26 jongens veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf; drie jongens tot vijftien jaar gevan genisstraf; acht jongens tot zeven jaar gevangenisstraf. Zeven jongens stierven voor de uitspraak van het vonnis in de gevan genis Lowokwaroe ten gevolge van ziektes en de onmenselijke behandeling. Een deel van de uit Dampit vrijgelatenen werd spoedig opnieuw geïnterneerd in de om zijn hoog sterftecijfer beruchte gevangenis van Ngawi. Vijftig jaar later kwamen een twintigtal ex-Dampitters weer met elkaar in contact. Zij besloten hun Dampit-ervaringen op papier te zetten. Hun gedetailleerd verhaal kan als achtergrondinfor matie dienen voor lotgenoten die een beroep willen doen op een van de wetten voor oorlogsgetroffenen. Philip Everaars Werkgroep Dampit p/a Stichting Pelita Postbus 85747 2508 CK Den Haag 40

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 40