Door Bess Essen
14
ffflGST
Ik herinner me, dat het op school begon.
We hadden pas een nieuw gebouw aan
de rand van het stadje en vanuit de
ramen aan één kant kon je ver over de
sawah's en tabaksvelden zien. De Merapi
stond scherp afgetekend tegen de hemel.
De Merapi met een flauw rookpluimpje,
als de top tenminste niet in een wolken
dek was verdwenen, wat meestal het
geval was, want de Merapi is een wer
kende vulkaan.
Die bepaalde ochtend nu zei de onderwij
zer tegen ons 'Hebben jullie al gehoord,
dat de Merapi een verhoogde werking
heeft?'
In een mum van tijd stonden we allen
voor de ramen te kijken naar de berg met
z'n gebruikelijke witte muts op. Eigenlijk
niets bijzonders, maar als leerling gebruik
je alle gelegenheden om aan de schoolse
leidsels te ontkomen. Het duurde dus
even voordat de rust hersteld was. Maar
verder gebeurde er niets.
Wel las mijn vader 's avonds uit de Java
Bode voor, dat aan de andere zijde van
de Merapi vloedgolven waren geweest.
En al waren de dessa's geëvacueerd,
toch waren daar al doden gevallen. Ach,
ik vond het wel erg op dat moment, maar
ik had het te druk met de dingen, die des
kinds zijn, om er lang bij stil te staan.
Toch was er spanning in het stadje de
volgende dagen. Want als de berg uit
barstte, welke kant zou de lavastroom
dan nemen? Uiteindelijk woonden we niet
zo heel ver van de voet van de Merapi.
Ik echter vond het veel spannender, dat
er een pakje uit Holland was gekomen,
dat ik 's middags op het postkantoor
mocht komen halen!
'Gauw terug komen!' zei mijn moeder
nog,'t wordt zo donker, we zullen wel
onweer krijgen.'
Onderweg begon het al fijn te regenen.
Tenminste, dat dacht ik, dus trapte ik nog
wat harder door. Maar vreemd, hoewel
m'n ogen vol tranen stonden, werd ik toch
niet nat. En langzaam drong het tot me
door, dat het stof in de lucht was, asre-
gen!
Thuis vond ik mijn ouders druk bezig
papieren en wat kleding in een koffer te
stoppen, 't Was intussen buiten erg don
ker geworden en vreemd stil. Geen vogel
of krekel hoorde je en het was pas drie
uur in de middag... De natuur wachtte.
Waarop?
Toen opeens knetterende bliksemschich
ten overal en de grond begon te trillen en
de lamp begon te zwaaien. 'Naar buiten'
schreeuwde mijn vader. En daar stonden
we in de tuin onder vaders paraplu. Mijn
moeder, mijn vader en ik, dicht bij elkaar.
De honden kwamen tegen onze benen
aan en we wachtten op de bui...die niet
kwam. Oorverdovende donderslagen, die
een hele tijd aanhielden. Het was de ver
wachte uitbarsting met aanhoudend
gerommel en aardschokken. Heel ang
stig! Maar het was vooral die ongewone
donkerte, die zo beangstigend was. En
het weten, dat je niets tegen dat natuur
geweld kon doen.
Langzamerhand werd het gerommel min
der en het werd lichter. We bleven de
hele avond op de galerij en gingen pas
laat naar bed. De deuren met een steen
op een kier gezet, zodat ze bij een nieu
we aardbeving niet dicht konden slaan.
De volgende morgen scheen de zon
weer, maar alles was met een laag as
bedekt. De gevreesde lavastroom had de
andere kant van de berg genomen, maar
nog dagen lang sliepen we met open
deuren en onze kostbaarheden in een
koffertje.
De Merapi