O vinden, die dit precies uitdrukken! Op zaterdag, 3 augustus 1991 reden wij naar de Prambanan in de taxi van Surani. Dit tempelcomplex ligt op de weg naar Solo, ten noordoosten van Yogya. Via uit gestrekte dorpen, sawa's en tegals reden wij in ongeveer een uur naar de Prambanan. Ook hier weer entree betalen, Rp 550,- en voor de camera nog eens 500 Rp. Langs een breed hek werden wij door een smalle ingang toegelaten op een groot terrein. In de verte zagen wij al een toren. Ook op dit terrein mooi aangelegde asfalt paden langs geboomte en verschroeide grasvlakten. Als uitgesneden filigrainwerk staken de drie grote tempels af tegen de achtergrond. In het midden de grote Shiwa-tempel in de steigers! De Javanen zijn allen vroeger Shiwaieten geweest. De god van de toorn en de slachting, van de vernietiging en de schoonmaak. Door de hitte, maar voorna melijk door de enorme luchtvervuiling van de auto's is het uitzicht altijd wazig. Deze tempels zijn Hindoetempels, in tegenstel ling tot met de Boroboedoer, die Boedd histisch is. Beter dan op de Boroboedoer zijn hier op de Prambanan de reliëfs bewaard gebleven. Prachtige uitbeelding van het Ramanaya-epos, dat verhaalt over Rama en Sinta en hun vele wederwaar digheden. De apen-generaal Hanuman is hier met zijn apenleger onder pisangbo men, alles minutieus uitgebeiteld. Hoeveel kundigheid en liefde heeft dit alles niet gevergd? Leeuwen en prinsen, apen en demonen, olifanten en paarden, bomen en planten - alles rijkelijk uitgebeeld. Ja, Yogya voldeed aan onze verwachtin gen. De straatbeelden telkens verrassend: een man met drie meterslange bamboe's balancerend op zijn hoofd midden tussen het tingelend verkeer; een becak met bier kratten of met hout opgetast, zodat je de bestuurder nauwelijks ziet. Fietsen zonder lamp in de donkere avond. Inhalen op smalle wegen en claxonneren als ze willen inhalen. Bussen, zwarte rook uitbrakend die in Europa direct van de weg zouden worden gehaald, maar hier nog jaren zul len doorrijden! Niemand draagt de autogor dels. Bij het oversteken langzaam lopen, zodat het verkeer achter je of voorlangs voorbij kan rijden! Jammer, dat alles zo verwaarloosd is, en vervuild. Gloednieuwe hotels en dure banken naast bilek en gebladderde houten keten. Indonesië is 'verkampongd.' Overal ligt vuil op straat, er wordt wel gesapoed (geveegd) maar orde en regelmaat ontbreken. Veel bedelares sen met hun anaks in de selendang. Bij de restaurants hurken zij neer en vragen geld. Wat kun je verwachten met 120 miljoen zielen? Zij zien er opgewekt uit. De bede laar, die ik uit medelijden 100 roepiah gaf, riep enkele minuten later een taxi aan! Ook de Kraton bezochten wij - op de vol gende rustdag. Ook hier weer entree beta len. Hier zagen wij de oude getrouwen gekleed in de blauwe sarongs van de Kraton. In de voorhof stonden de Wach ters, die het paleis bewaken. De slechte demon staat rechts en heet Bolou Poto Tjiencien. En de goede demon links Cing Horobolo. Een studente die dienst deed als tolk, verklaarde dit in het Engels. Zij leidde ons rond langs de vele zalen, waar recep ties werden gegeven. Rijk vergulde pendo- po's waar vroeger onze ouders zaten bij feestelijke gelegenheden. In een van deze grote zalen zaten ook de gamelanspelers, die elke middag een uitvoering geven. Door Surani werden wij op de voorlaatste dag van ons verblijf naar Kota Gedeh gere den, de zilverstad. Hij zette ons af voor een groot gebouw, dat van buiten al uitstraalde, wat ons van binnen zou verblinden! Een schitterend schouwspel deed ons de adem inhouden. Binnentredend blonk het zilver ons glinste rend en vonkend tegemoet. Vitrines en rek ken, schappen en zalen vol met de meest exquise zilveren voorwerpen. Broches in de vorm van allerlei bloemmotieven: orchi deeën, margrietjes, melati, dahlia's en niet enkele tientallen, maar vele honderdtallen, uitgestald achter glas. Becaks als oorhan gers, of sleutelhanger of als hanger en beeldjes iets groter, allen vervaardigd in verfijnd filigrainwerk. Wajangpoppen, bloempjes als oorbellen, en als hangers, kettingen. Zilveren VOC-schepen in glazen kasten, theelepels met en zonder motie ven, koffie- en theeserviezen. Bestek in vele variaties, ouderwetse vingerkommen met lotusmotieven, teveel om op te noe men. Je wist niet waar je eerst naar moest kijken. Telkens werden wij met nieuwe voorwerpen verrast. Alles natuurlijk degelijk achter slot en grendel. Daarbij keken vier verkoopsters ons van alle kanten op de vingers, zodra wij vroegen iets uit een vitri ne te lichten. Fotograferen bijna onmoge lijk, want de flits verblindde het zilveren voorwerp, zoals later bleek. Als vastgenageld stond Maja ineens stil en slaakte een kreet. Verderop in een belen dende zaal stond een heus, echt miniatuurgamelanorkest opgesteld, prach tig uitgevoerd in ebbenhout en goud. Maja bezat zo'n miniatuur orkest van bamboe in Soekowidi, maar de oorlog ontnam haar dit. Kepingin (dol) werd zij en vroeg naar de prijs en schrok: 360.000 roepiah! Zo'n 250 dollar! Daarbij zou het ingepakt nogal volumineus worden. Al zoveel hadden wij gekocht! Maar de prijs! Maja zag er vanaf. Natuurlijk maakte ik een foto! Wat een gemakkelijk middel is de Mastercard. Maja kocht kettinkjes en han gers, broches en lepeltjes, oorbellen en sleutelhangers. Zij kreeg daarop een behoorlijke korting. Die laatste middag reed Surani ons naar het strand om de zon te zien ondergaan als laatste groet aan Java! Paarden galop peerden op de verlaten zandvlakte. Door de luchtvervuiling viel de zonsondergang tegen. Alleen een wazige schijf zakte weg achter een dikke sluier. Paul merkte op, dat van hier tot aan Australië de zee zon der onderbreking van eilanden of land naar Australië golfde. De volgende morgen ver trokken wij van het vliegveld Adisucipto. Rest mij nog te verhalen van het afscheid. Terug op Bali vertoefden wij nog drie dagen tussen demonen en goden. Er bestaat een gezegde: 'Eerder is een keten van ijzer te verbreken dan een snoer van bloemen...' De laatste avond op Bali zonk de zon achter de sawa's; symbool van afscheid, (foto: V.E. Kaulbach) 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1995 | | pagina 20