Inleiding tot de Hindoe-Javaanse bouwkunst door: dr. C. de Jong ÉHH f* deel 3 en slot Er zijn drie verklaringen voor de stupa, die elkaar niet uitsluiten en veeleer aan vullen. (A) De stupa is afgeleid van een grafheu vel, zoals deze sinds voorhistorische tijd algemeen bekend in Azië en Europa was. De kern daarvan is een kunstmatige heu vel, waarin een dode met grafgaven begraven is, met een paal of zuil daarop geplant en door een hek als bescherming omgeven. (B) De stupa is een persoonlijk symbool, afkomstig van Boeddha. De vierkante basis geeft zijn opgevouwen monnikspij weer, de halve bol of kelk daarboven de omgekeerde bedelnap en de spits zijn pelgrimsstaf. Volgens de overlevering heeft Boeddha kort voor zijn dood zijn zaken zo gerangschikt en gezegd, dat zijn lichaam moest worden verbrand en zijn as begraven onder een stupa met een door hem aangegeven vorm. Volgens dit voorbeeld bevat de stupa dik wijls relieken van heiligen. (C) De stupa is in de Hindoeïstische of Boeddhistische kosmologie een weer spiegeling van de kosmos of het heelal. Het vierkante of ronde voetstuk geeft de aarde weer, die als een schijf in de wereldoceaan wordt voorgesteld. De halve bol of klok geeft het hemelgewelf weer, dat zich over de aarde welft. De spits geeft de heilige berg Meroe weer. Deze staat in het midden van de min of meer platte aarde en heet ook Mahameroe, d.i. de Grote Meroe. De spits rijst via het hoogste deel van het hemelgewelf tot in de hemel, waar de goden en Boeddha's wonen. Wij mogen bij de Mahameroe denken aan de Himalaya, het gebergte dat zich boven Voor-lndië verheft, en aan de berg Olympos, waarop de Oud-Griekse goden wonen. De spits van de Meroe of Wereldberg draagt enige schermen boven elkaar, die de hemelverdiepingen weergeven. Kijkt men naar het profiel van de Boroboedoer, dan ziet men in de terras heuvel de vorm van de prasada. Het pro fiel daarvan wordt overkoepeld door de vloeiende omtreklijn van een breed uitge zette stupa, die wordt bekroond door de centrale stupa. De vele kleine stupa's op (foto: M. Boon) de terrasbalustraden tekenen zich als fijn kantwerk tegen de hemel af. Er is tot dusver geen bewijs, dat de Boroboedoer ooit als grafmonument heeft gediend. Geen relieken en crematie-as zijn daar gevonden. Toch mag men de bestemming tot grafmonument niet uit sluiten, des te minder wanneer men de naburige tempels Pawon en Mendoet als deel van het Boroboedoer-complex beschouwt. Een pelgrimstocht naar en op de Boroboedoer Wij sluiten ons nu aan bij een groep pel grims om samen de Boeddhistische heiligdommen van het complex te bezoe ken. De eerste heilige te bezoeken plaat sen zijn tjandi Mendoet en tjandi Pawon. Ze liggen op een lijn van oost naar west met de Boroboedoer en dat is waarschijn lijk opzet. Mendoet heeft het bekende voorkomen, namelijk een kubus op een vierkante sokkel, met een pyramidevor- mig, rijk versierd dak. Dit is één van de weinige bewaarde Hindoe-Javaanse tem pels waarvan de beelden in stand zijn gebleven. In de enige tempelkamer staan drie beelden, een drie meter hoog eenvoudig en mooi Boeddhabeeld, geflankeerd door twee beelden van vor sten of waarschijnlijk Bodhisattvas. Sinds enige decennia wordt Boeddha's verjaar dag weer met processies en offers in Mendoet gevierd. Mendoet ligt drie kilometer van de Boroboedoer. Van Mendoet trekt de processie tegen zonsopgang met muziek van blaasinstrumenten en misschien trommels onder plechtig gezang naar Pawon, één kilometer van de Boroboe doer. Pawon is afgeleid van awoe (as) en 23

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1995 | | pagina 23