In the shadow of Mount
Ramelau
The impact of the occupation of
East Timor
door George J. Aditjondro
Met de blik naar het oosten
De Koninklijke Landmacht
1945-1990
door J. Hoffenaar en
B. Schoenmaker
Deze Engelstalige INDOC-publicatie is
uniek te noemen. Want het boek, dat
over de gevolgen van de Indonesische
bezetting van Oost-Timor gaat, is
geschreven door George Aditjondro, een
Indonesiër. Aditjondro volgde de ont
wikkelingen in Oost-Timor sinds 1974,
eerst als journalist voor het weekblad
Tempo en later als docent aan de Chris
telijke Satya Wacana Universiteit in Sala-
tiga. In the shadow of Mount Ramelau is
gebaseerd op drie artikelen die Aditjondro
schreef en wordt vooraf gegaan door een
historisch overzicht samengesteld door
dr. Rudie Trienes.
Aditjondro begint zijn verhaal met een
overzicht van de rijke Oost-Timorese cul
tuur met haar verscheidenheid aan ras,
taal en architectuur. De hoofdstukken die
daarna volgen geven een indruk van het
trieste lot van de Maubere (de zonen van
Timor) sinds de Indonesische bezetting
vanuit verschillende invalshoeken. Aan
de orde komen de gevolgen van de
gedwongen Indonesianisatie voor o.a. de
economie, de politiek, het milieu, de cul
tuur, de religie en het dagelijks leven.
Aan de hand van voorbeelden laat
Aditjondro zien dat het Indonesische
militaire regime op Oost-Timor stevig in
het zadel zit en de plaatselijke bevolking
buiten spel wordt gezet. De belangrijkste
produkten (koffie, sandelhout en marmer)
zijn in handen van door militairen
gesteunde monopolies en rijstvelden wor
den zonder compensatie voor de eige
naar aan Javaanse en Balische
transmigranten gegeven. De bevolking uit
de bergen wordt zonder pardon overge
plaatst naar zogenaamde 'geleide dor
pen' (Operasi Tentorial) waar zij in stan
daardhuizen in een vreemde omgeving
moet zien te overleven.
Dat de annexatie van Oost-Timor niet
alleen voor de plaatselijke bevolking leed
en verlies met zich meebrengt, bewijst de
auteur door ook de menselijke en finan
ciële gevolgen voor Indonesië zelf onder
de loep te nemen. Verder wordt ook inge
gaan op de vele conflicten tussen de
katholieke kerk en de Indonesische staat.
Door de verschillende onderwerpen die
aan bod komen en het uiteenlopende
brongebruik (van Indonesische Jezuie-
ten tot Wereldbank), wordt in het boek
een bijna complete analyse gegeven van
de gevolgen van de bezetting van Oost-
Timor.
Het is verrassend om te zien dat de
auteur herhaaldelijk uit Indonesische
bronnen put, die uiteraard voor heel
andere doeleinden gepubliceerd zijn.
Aditjondro laat in In the shadow of Mount
Ramelau de feiten voor zich spreken, en
deze schreeuwen om het recht op zelfbe
schikking voor het Oost-Timorese volk.
Een tekortkoming is dat in het inleidende
hoofdstuk bijna vier eeuwen van Portu
gees bestuur in minder dan een bladzijde
worden behandeld. Uiteraard zijn de
gebeurtenissen rond het bloedbad bij Dili
het belangrijkst, maar voor de goede orde
had meer informatie over het wel en wee
van de Oost-Timorezen onder Portugese
heerschappij op zijn plaats geweest.
Desondanks is het boek een aanrader
voor mensen die geïnteresseerd zijn in
de achtergronden van de nog altijd voort
durende Oost-Timorese vrijheidsstrijd.
Angela de Fretes
Dit interessante en ook lijvige boekwerk
gaat over de Nederlandse Koninklijke
Landmacht, de KL dus. Slechts een deel
uit de historie van het Nederlandse leger
gaat over de inzet in het algemeen in
Nederlands-lndië/lndonesië (tot 1950) en
over ons deel van Nieuw-Guinea tot
1962.
De overige hoofdstukken raken onze
voormalige bezittingen in Zuidoost-Azië
niet en zijn dus van minder speciale bete
kenis voor de lezerskring van Moesson.
Vanaf 1945 tot 1950 had Indië voor onze
KL nagenoeg alle prioriteit. De militaire
wederopbouw voor Europa kwam hier
door op het tweede (en laatste) plan. In
1950 veranderde dat geheel en al.
Het is een goed uitgevoerd en tevens een
aantrekkelijk en goed geschreven boek
geworden dat in een wat gedetailleerder
vogelvlucht de KL bekijkt vanaf de maand
mei 1945 toen Nederland werd bevrijd.
En het loopt door tot aan de diep ingrij
pende reorganisatie die vanaf 1990 - na
het verdwijnen van de eerdere dreiging
van de Koude Oorlog - een aanvang
maakte.
Het maken van dit boek is bepaald een
knappe prestatie; het is een zeer goed
basisboekwerk geworden voor een ieder
die interesse heeft voor de markante his
torie van de KL die in 45 jaar uit het niets
werd opgebouwd tot een hoogwaardig
militair apparaat van nog maar enkele
jaren geleden. Voor onze typisch Indië-
georiënteerde lezers zijn eigenlijk maar
het eerste hoofdstuk ('Inzet in
Nederlands-lndië 1945-1950') en het
Nieuw-Guinea gedeelte van hoofdstuk
twee en drie van directe interesse.
Na de capitulatie van Japan op 15 augus
tus 1945 werd het in Indië een bloedige
chaos van ontzettend geweld en nieuwe
strijd vanwege de toen eerst echt begin
nende dekolonisatie. Het eigen Indische
Leger (het KNIL) dat in begin 1942 in de
aanvangsfase van de oorlog in de Pacific
strijdende was ondergegaan en dat zich
ondanks alles weer oprichtte, was bij
lange na niet in staat om overal de orde
en rust opnieuw te gaan handhaven.
Ogenblikkelijk werden in Nederland de
nodige maatregelen getroffen welke
onder meer hebben geresulteerd in de
massale overkomst van de KL uit
Nederland naar Indië, van niet minder
dan 120.000 militairen. Laten we eerlijk
zijn: met hoeveel emotionele dank
baarheid en blijdschap hebben wij al die
Hollandse jongens zien aankomen. Zij
waren met recht de redders in nood en
tevens de echte bevrijders! Van hen zijn
niet minder dan 2.589 niet naar het moe
derland kunnen terugkeren. Zij liggen
begraven op de erevelden in Indonesië.
Andere interessante doch vrijwel onbe
kende fragmenten treft men aan in het
tweede hoofdstuk (blz. 140-142) en
hoofdstuk drie, pagina's 215 tot 222,
betreffende Nederlands Nieuw-Guinea.
Het betreft het deel van Nederlands-lndië
dat eind 1949 niet bij het zelfstandige
Indonesië was ingedeeld en dat oorzaak
werd van een complete vertroebeling van
de toch al moeilijke verhouding met de
nieuwe republiek. De in 1955 uit Nieuw-
Guinea vertrokken KL kwam daar in 1958
weer terug. In 1962 was de terugkeer
zelfs grootscheeps. Tot 1962 ging het er
even op lijken - maar dan in geringere
mate - dat we terug waren in 1945 in
Indië. Het Nederlandse militaire poten
tieel naderde hier zelfs de 10.000 man!
Een ander, voor Indischgasten niet onbe
langrijk aspect komt ook aan de orde.
Allereerst de opgedane jarenlange
oorlogservaring van een groot percenta
ge van officieren en kaderleden van de
41