'Tbabeh
Charles
Ciïaiuérs
Afscheid
van Moesson
door Vivian Boon
Wij wensen Charles Manders een goed,
plezierig en vooral lang pensioen toe!
O
10
Na een dienstverband van 27/4 jaar
heeft Charles Manders in februari ons
bedrijf verlaten in verband met het berei
ken van de pensioengerechtigde leeftijd.
Na zijn spontane sollicitatie naar de func
tie van redactiemedewerker trad hij in
augustus 1967 in dienst van (toen nog)
tijdschrift Tong Tong. In zijn functie als
corrector en opmaker bleek hij al gauw
helemaal thuis in het redigeren, bewer
ken en voorzien van nuttige aanvullingen
op de kopij die hij ter hand kreeg. Zijn
grote kennis van de geschiedenis van
Nederlands-lndië, vooral op het politieke-
en culturele vlak, bleek een waardevolle
aanwinst voor de redactie. Zijn passie
voor de Indonesische vorstenhuizen stak
hij niet onder stoelen of banken: in de
loop der jaren zijn ook over dat onder
werp, tot groot genoegen van veel van
onze lezers, diverse artikelen gepubli
ceerd. Veel waardering kreeg hij ook
voor zijn artikelenreeks 'De geschiedenis
van de Indonesische archipel in jaartal
len'.
Bovendien bleek Charles, met het verstrij
ken van de jaren, een van de weinigen
die zo lang bij ons tijdschrift is gebleven,
een betrouwbaar geheugen te hebben
waar het ging om alle artikelen die gedu
rende de vele jaargangen mede door zijn
toedoen tot stand zijn gekomen.
Charles Manders is de enige die gedu
rende het 40 jarige bestaan van Tong
Tong/Moesson, alle hoofdredacteuren
heeft mogen meemaken: Tjalie Robinson,
Jan Ritman, Lilian Ducelle, Ralph
Boekholt en ikzelf. Over de vele colle
ga's, de verschillende tijdsperiodes met
ups downs, zou hij wellicht een dik
boek kunnen schrijven, meer dan ikzelf.
Ik laat hem dan ook graag zelf aan het
woord, in een zelf geschreven afscheids-
artikeltje.
Een leuke anecdote echter wil ik u niet
onthouden: In alle jaren dat ik bij
Moesson werkte en in het algemeen de
vraag opwierp 'Wie weet uit zijn blote
hoofd de datum van die-of-die gebeurte
nis' werd er altijd massaal geantwoord
'Charles'. Op mijn weerwoord 'Ach ja
natuurlijk, hij weet immers altijd alles'
kwam ooit het antwoord 'Ja, en boven
dien is hij hier de enige met een bloot
hoofd!'.
Na sinds augustus 1967 werkzaam te zijn
geweest op de redactie van Tong Tong,
later Moesson heb ik 28 februari jl.
afscheid genomen. Omdat de persoonlij
ke contacten met de lezers, meer dan bij
andere periodieken, bij Tong Tong/
Moesson altijd een belangrijke rol speel
den en nog steeds spelen, heb ik in de
loop van 27 jaren met velen van u een
goede relatie opgebouwd.
Bij mijn vertrek wil ik u allen danken voor
de prettige en interessante contacten en
tevens voor de waardering voor mijn
werk, waarvan u zo vaak blijk hebt gege
ven. Ik zal u in de toekomst zeker niet
vergeten en zal van mijn kant mijn best
doen deze contacten te blijven onderhou
den.
Nu de verhuizing van Moesson naar
Amersfoort voor de deur staat, gaan mijn
gedachten terug naar die andere, talrijke
(interne) verhuizingen op de Prins
Mauritslaan 36, die ik heb meegemaakt.
Regelmatig werd er bureau's, kasten en
andere inventaris verschoven en werd er
gereorganiseerd. Voor het zware werk
werden Mark Boon en ik gecharterd,
waarbij het nemen van de draai boven
aan de trap met een bureau het meest
kritieke moment was. Toch lukte dat
altijd, onder de nodige aanmoedigen en
goedgemeende (niet altijd nuttige) raad
gevingen van de omstanders. Na afloop
was er dan het voldane gevoel, dat alles
weer beter was dan te voren. Door deze
verhuizingen heb ik achtereenvolgens op
zeker wel zes ver
schillende plaatsen
gezeten!
Blijvende, goede her
innering bewaar ik
ook aan de fijne
samenwerking die ik
gehad heb met
Tjalie, Lilian, Ritman,
Vivian en alle andere
collega's. Naast het
werk waren er met
hen vaak vriend
schappelijke banden,
die ik in de toekomst
hoop te onderhou
den. Dit kwam ook Charles bij zijn afscheid februari 1995
tot uiting bij alles wat
bij Moesson gevierd werd: verjaardagen, jaren mag groeien en bloeien!
jubilea, de opening van Boekhandel
Moesson in 1986, de Moesson-feesten in Charles Manders
het Congresgebouw en Amicitia in Den
Haag. Veel humor zorgde voor, dat strub
belingen die zoals overal, ook bij
Moesson soms voorkwamen, werden
overwonnen.
'Partir c'est mourir un peu', zegt men
vaak bij een afscheid. Wat mijn afscheid
van Moesson betreft, gaat dit gezegde
gelukkig niet op, omdat met de redactie
op het nieuwe adres regelmatig contact
zal zijn.
Tenslotte: dat Moesson tot in lengte van