F. van Garling
Het dagblad De Telegraaf meldde dat in
augustus Koningin Beatrix en Prins Claus
een staatsbezoek aan Indonesië zullen
brengen. Het is dan vijftig jaar geleden
dat Japan capituleerde, alsmede dat de
Republiek Indonesië uitgeroepen werd.
Een dergelijk krantebericht brengt bij
velen van ons weer de herinneringen
boven aan die turbulente periode uit onze
geschiedenis. Zowel in het net van het
Duitse juk in 1945 bevrijdde Nederland,
als in Australië waar de door de
Japanners verdreven Nederlands-
Indische overheid zetelde, ontbrak toen
de kennis over hoezeer de politiek-maat-
schappelijke verhoudingen in Indië tijdens
de Japanse bezetting veranderd waren.
Wel bekend, maar niet tijdig onderkend
was het feit dat juist kort voor de Japanse
oorlog het Nederlandse en Nederlands-
Indische gevoerde beleid ten aanzien van
het onafhankelijkheidsstreven er één was
geweest van passiviteit en immobiliteit.
Hoewel de Japanse dreiging velen ver
ontrust had, was toen het vertrouwen in
een geallieerde verdediging nog groot.
Nederlanders hadden eeuwenlang met
succes om de hegemonie in de archipel
gestreden tegen Portugezen, Engelsen
en inheemse sultanaten. De gedachte dat
een Japanse invasie wel eens een breuk
in de geschiedenis zou kunnen veroorza
ken, werd daarmee verdrongen. Men oor
deelde dat de door Koningin Wilhelmina
uitgesproken belofte van meer zeggen
schap omtrent de eigen lotsbestemming
een voldoende basis was voor de herpre
sentatie van het Neder-lands bewind in
de archipel na de oorlog. Inmiddels had
echter het onafhankelijkheidsstreven
gedurende en niettegenstaande de
Japanse bezetting (hoewel gepro
pageerd, was Japan eerst helemaal niet
van plan Indonesië onafhankelijkheid te
verlenen) meer vorm en kracht verkre
gen. Men achtte thans ook voldoende
middelen aanwezig om zelfstandig (een
zijdig) de onafhankelijkheid te kunnen
proclameren en voor een eigen plaats in
de rij der vrije natiën te strijden als dat
nodig zou blijken.
Een inschattingsfout van de onafhanke
lijkheidsbeweging was, dat men toen van
Nederlandse zijde daarvoor voldoende
realiteitszin en begrip verwachtte. Doch
zoals eerder vermeld, had deze totaal
geen kennis omtrent de ontwikkelingen
gedurende de Japanse bezetting. Zelfs
voor de Nederlanders in Indië, van wie
een deel geïnterneerd was geweest of als
krijgsgevangene naar elders was afge
voerd, kwam de onafhankelijkheidspro
clamatie nog als een verrassing.
Jarenlang was de inheemse bevolking
door de Japanse propaganda primair
voor eigen doeleinden tegen de westerse
mogendheden opgehitst. Het meedogelo-
ze karakter van de bezetting en de mili
tante opvoeding van vooral de jongeren,
hadden enorme spanningen in de
inheemse samenleving doen ontstaan.
Toen duidelijk werd dat het Nederlandse
bewind zich opmaakte terug te keren om
de draad weer op te pakken waar die
voor de oorlog was neergelegd, ontlaad
den deze spanningen zich in een geweld
dadige revolte. Een gewelddadige revolte
die aanvankelijk gedragen werd door
extremistische groepen binnen de onaf
hankelijkheidsbeweging. Een situatie die
niet tot meer begrip van Nederlandse
zijde bijdroeg. Niet dat de later gevoerde
algemene militaire strijd exclusief het ter
rein van deze groepen bleef, doch zou
men de gepleegde excessen in die aan-
vangsperiode (de Bersiap) daartoe kun
nen rekenen.
De wereldhistorie doorvorsend, ontdekte
men talloze duistere bladzijden die vrijwel
elke oorlog, elke revolutie aankleven.
Voor de koloniale periode zijn daar bij
voorbeeld de Sepoy-opstand in Brits-
Indië, de Boxer-opstand in China, de ont
luistering van Belgisch Kongo, de Mau-
Mau opstand in Kenia, doch ook de
Atjeh-oorlog, de Bali-expeditie e.d. kun
nen daartoe gerekend worden. Nog niet
zo erg lang geleden de Vietnam-oorlog,
Afghanistan, de Golfoorlog en thans zelfs
in het hoogontwikkelde en beschaafde
Europa, de onmenselijke strijd in het
voormalige Joegoslavië. Beschaafd,
christelijk en hoogontwikkeld of niet, het
sluimerende oerdier in de mens blijft een
niet te onderschatten vijand! Men placht
dan zeer onwetenschappelijk over het
'beest van de oorlog' te spreken, doch
vergeten wordt dat wij, mensen, het zijn
die dit beest telkens opnieuw creëren.
Gespannen vaak, voor een kar vol hoog
dravende en idealistische leuzen, die
vooral onze goede, menselijke bedoelin
gen en hooggestemde idealen moeten
bevestigen!
De situatie in Indië na de Japanse oorlog
leidde er uiteindelijk toe dat Nederland
het grootste expeditieleger uit haar ge
schiedenis overzee zond. Heel jonge
mensen vaak, getekend door jarenlange
Duitse onderdrukking die nu uitvoeren om
de Pax Neerlandica in Indië te herstellen.
Zij vormden uiteindelijk het tegenwicht om
de aangeslagen Nederlandse gemeen
schap de veiligheid van lijf en goed in die
chaotische periode terug te geven. Het
politieke conflict bleef verder echter nog
onopgelost en dat leidde ertoe dat de
aandacht nu gericht werd op het militair
verslaan van de grootste opponent, de
Republiek.
De uitslag van dat conflict in politiek en
militair opzicht is bekend. Bekend is ook,
hoe later deze groep van Nederlandse
onderdanen is miskend. Zelfs toen het
trauma van de dekolonisatie in Nederland
eindelijk venwerkbaar bleek, werden de
lotgevallen van deze ex-militairen nog
dikwijls vergeten. Het grote Nederlandse
publiek had dan wel hun 'trauma' ver
werkt, de trauma's die deze direct bij het
strijdgewoel betrokkenen hadden opgelo
pen was nog nauwelijks onderkend. Niet
verwonderlijk dus dat het dagblad De
Telegraaf tevens meldt dat Koningin
Beatrix uit piëteit met gevoelens uit vete-
ranenkringen tijdens het staatsbezoek
volgend jaar niet aan de officiële viering
van Indonesië's onafhankelijkheid zal
deelnemen. Hare Majesteit zal dan in die
periode wellicht op Bali acclimatiseren,
m.a.w. Hare Majesteit is er dan wel en
toch ook weer niet!
Geen expliciet uitgesproken kritiek op
deze gang van zaken, doch wel de
gedachte hoe betreurenswaardig die
eigenlijk is. Ook aan Indonesische zijde
zijn vele slachtoffers gevallen, veel meer
dan aan Nederlandse kant en niet allen
waren dat militaire slachtoffers! Ook aan
hun zijde zullen er onverwerkte trauma's
zijn.
Uit Indië gekomenen begrijpen die gevoe
lens van Oud-lndiëgangers heel goed,
immers zij hebben gezamenlijk die turbu
lente geschiedenis beleefd.
Maar zou men hierom onze Koningin die
wij vooral als een telg van de naoorlogse
generatie beschouwen, een dergelijk
slecht passend keurslijf willen aanmeten?
Hoewel aan beide zijden niet alle wonden
zullen zijn geheeld, is de vrede na een
halve eeuw toch een niet te ontkennen
feit en zijn de betrekkingen reeds lang
vernieuwd.
Verheugend is dat in Indonesië de wens
kenbaar is gemaakt dat deze pijnlijke
20