O
Erewacht op Menteng Pulo
bevel'; vooral in de onoverzichtelijke situ
atie van de guerilla zoals die toen op
Java word je geacht op jezelf te passen
en te reageren naar omstandigheden.
Burgers plegen bovendien de psychische
belasting van geweldsuitoefening te
onderschatten. Er is geen sprake van een
vlotte stap van schoenen poetsen naar
geweldsuitoefening of doden. Dit idee
berust op een miskenning van wat een
militair ondergaat die opdracht krijgt een
ander te doden, afgezien van enkele
'beroepsvrijwilligers'.
De afwikkeling
Er volgde nog een Ronde Tafel
Conferentie (RTC) in Den Haag in de
tweede helft van 1949 en politiek werd de
nederlaag nog gecamoufleerd met een
Unie, een federatieve staatsopbouw en
Nieuw-Guinea werd (voorlopig) behou
den. Voor een aantal militairen was het
nodig de tegenpartij te tonen wie bij een
puur militair treffen superieur was; de
laatste kans hiervoor werd door Kapitein
Westerling gegrepen bij zijn APRA-raid op
Bandoeng na de politieke bezegeling op
27 december 1949. Of was het een wan
hoopsdaad? De APRA, het legertje van de
federale staat Pasoendan besloot van
zijn federale rechten gebruik te maken en
aan de Republiek allerhande eisen te
stellen. Als die niet worden ingewilligd,
marcheert de APRA op naar Bandoeng en
schiet op alles wat Republikeins is. Met
die APRA-coup doen veel soldaten van de
Speciale Troepen (w.o. Westerling) mee.
In een paar uur veroveren ze het grootste
deel van Bandoeng op de Siliwangi-divi-
sie van generaal Nasution. Toen
Bandoeng weer ontruimd moest worden
werd een groep Ambonese militairen
beloofd: 'Wees niet bang. Jullie
gaan...naar Nederland. Bij aankomst in
Nederland zal de Nederlandse regering
jullie goed behandelen want daar krijgen
jullie allemaal een groot stuk grond, waar
op jullie kokos- en sagopalmen kunnen
planten.'
Mij en al diegenen die op 7 maart 1950
terugkeerden in Nederland met het troe
pentransportschip Atlantic werd niets
beloofd; bij demobilisatie, enige weken
later, kregen we een eenmalige uitkering
van 100,- voor bijna vier jaar dienst
plicht; helaas werd op deze uitkering een
bedrag van 124,50 in mindering
gebracht voor het zogenaamd niet inleve
ren van de winterkleding - die had je dus
ruim drie jaar in de tropen te velde mee
moeten sjouwen - zodat ik bij mijn vader
nog een lening van 24,50 moest vragen
om van de militaire dienst af te komen!
Ook de gemeente Leiden, die mij had
opgeroepen voor de militaire dienst begin
1946, deed nog een duit in het zakje. Bij
terugmelding aan het loket bevolkingsre
gister deelde de betrokken ambtenaar
mede dat ik niet economisch gebonden
was aan de gemeente en dat Leiden der
halve een gesloten gemeente voor mij
was en wat hem betreft was het loket
hiermede ook voor mij gesloten.
Mijn besluit stond toen al vast: weg van
deze calvinistische staat en terug naar de
bakermat: Java.
Ik heb in deze militaire periode de tegen
partij nooit als een vijand beschouwd.
Voor mij waren het eigen mensen met
wie ik vroeger zo'n mooie jeugd had
gehad. Ik heb daar niet geslagen of
gemoord, maar mijn plicht gedaan. Daar
ben ik trots op. Ik ben alleen verbitterd
over de houding van de Nederlandse
regering, maar ik ben een rijk mens; Java
is mijn moederland maar Nederland is
mijn vaderland gebleven.
De vader had misschien teveel kinderen
in die tijd en kon niet voor allen zorgen,
maar je zult maar tot de groep vergeten
oud-lndiëgangers behoren. Over de oor
log die wij op Java moesten voeren werd
gezwegen, daarom de titel 'De vezwegen
oorlog'.
Waarom werd die oorlog eigenlijk verzwe
gen of waarom werd dit door sommigen
een 'kleine oorlog' genoemd?
De politieke regeling die eind 1949 uit de
bus kwam had veel eerder kunnen wor
den bereikt en wel zonder oorlog. De oor
log die wij voerden had in feite niets te
maken met de situatie in Indonesië, maar
was een typisch compromis van de
Nederlandse politiek. Aan de ene kant
waren er politieke partijen die een oorlog
wilden en aan de andere kant partijen die
dat niet wilden.
Wat werd dan het compromis? Een 'klei
ne oorlog' of een oorlog waarover je maar
niet moest praten. Op zeven begraaf
plaatsen op Java liggen Nederlandse
militairen, gesneuveld toen de Tweede
Wereldoorlog al voorbij was. Gesneuveld
voor 'Orde en vrede', zoals het officieel
heette. 'Voor rotzooi en ellende' noemden
wij het zelf.
29