DOOR NETTY SELDER
De Eichhornia is een kruidachtige drijven
de water- en moerasplant, oorspronkelijk
afkomstig uit Brazilië. Er zijn zes soorten,
ze komen voor in de tropen en subtropen.
De planten zijn genoemd naar een
Pruisische minister, J.A.F. Eichhorn.
In 1814 werd de Eichhornia vanuit
Brazilië naar de plantentuin van Bogor
(Buitenzorg) gebracht. Daar verwilderden
de planten spoedig en vanuit Bogor ver
spreidden ze zich snel naar Sumatra,
Kalimantan (Borneo) en Irian Jaya
(Nieuw Guinea).
In tropische rivieren is het't lastigste
onkruid van de wereld. In 1957 werden
de planten in de rivier de Nijl (Soedan)
ingevoerd. Na één jaar had de Eichhornia
zich 100 km over de rivier verspreid; de
planten versperden de vaarroute zo erg
dat de stoomboten langer over de reis
over de Nijl deden. Irrigatiepompen raak
ten zo verstopt dat ze bijna onbruikbaar
waren. De planten vormden door de vele
uitlopers een vast tapijt op het water. In
nauwelijks twee maanden tijd kunnen ze
voor tweehonderd nieuwe planten zor
gen. In India raakten kanalen verstopt en
in vijvers werd de visvangst onmogelijk
gemaakt door de vele planten. Bij zeer
laag water wortelen de planten in de
modder. Ze komen voor in de laagvlakte
tot hoog in de bergen.
Bestrijdingsmiddelen die gebruikt werden
om de planten uit te roeien hadden geen
blijvend succes.
Men wil proberen uit de planten biogas te
winnen. In Maleisië gebruikt men de
waterplanten als varkensvoer, gemengd
met andere bestanddelen. Gedroogde
planten worden als mest gebruikt, ze
bevatten veel potas.
Vissen knabbelen aan de jonge bladeren.
Jonge bladeren, indien gekookt, kunnen
als groente gegeten worden. De bladeren
bestaan voor 95% uit water.
In rivieren die helemaal bedekt raken
door de Eichhornia neemt malaria toe
omdat het ideale broedplaatsen zijn voor
malariamuggen. Ook komen er veel wor
men in deze door Eichhornia overwoeker
de rivieren voor.
Deze wormen van het geslacht
'Schistosoma' brengen een tropische
ziekte bij de mens, nl. Schistosomia. Er
zijn drie soorten parasieten die deze ziek
te kunnen veroorzaken. Het is een infec
tie met parasitair in de bloedvaten leven
de wormen. In het water komen de eitjes
uit, de larfjes zwemmen rond tot ze een
zoetwaterslak vinden die als tussengast
dient. In de lever van de slak komt uit dat
ene larfje een groot aantal zuigwormen
(Cerariae). Deze zuigwormen verlaten de
slak en bewegen zich door het water tot
dat ze zich aan de huid van een mens
kunnen hechten. Door de huid dringen ze
het menselijk lichaam binnen en komen
via het bloed in de lever terecht. Na her
haalde infecties kan een groot aantal
eitjes in darmwand of blaas terecht
komen waardoor er ernstige schade aan
het orgaan kan worden toegebracht.
De brede ovale lepelvormige lichtgroene
bladeren staan in een roset. Ze drijven op
het water doordat de roodachtige of licht
groene stengels behoorlijk opgezwollen
zijn met lucht en een sponsachtig weef
sel. De hangende kamvormige talrijke
gevederde wortels zijn in helder water
goed te zien. De wortels zijn donkerviolet
van kleur. De planten vermeerderen zich
door zaad maar vooral door uitlopers die
uit de bladoksels groeien.
De mooie bloemen staan net als bij hya
cinten in een schijnaar en komen uit het
midden van het bladroset, ze staan aan
zeer korte steeltjes, 8 tot 10 bij elkaar. De
bloem bestaat uit zes lichtviolette bloem-
dekbladeren die aan de voet met elkaar
vergroeid zijn. Het middelste rechtop
staande grootste bloemblad heeft een
helder gele of witte vlek omringd door
donkerpaarse veerachtige streepjes. De
meeldraden staan omhoog gericht. Er zijn
drie verschillende bloemen:
1Met lange stijl en helmknoppen op
twee niveaus beneden de stempel;
2. Met lange stijl en één stel helmknop
pen boven en één stel helmknoppen
beneden de stijl;
3. Met korte stijl en helmknoppen op twee
niveaus boven de stempels.
De stuifmeelkorrels van de helmknoppen
van de drie verschillende bloemen ver
schillen alle drie van grootte. De tweede
vorm werd als sierplant in Java ingevoerd
uit Brazilië. De eerste en derde vorm
komen in Brazilië voor. Op Java zijn voor
zover mij verteld werd nooit rijpe vruchten
gevonden.
De tweeslachtige bloemen zijn zelfbestui-
vend (autogeen) maar leveren in de
meeste gevallen geen zaad. Ze kunnen
ook bestoven worden door Trigona bijen.
Trigona bijen zijn angelloze zéér kleine
tropische honingbijtjes. De angel ont
breekt niet helemaal maar is slecht ont
wikkeld. Deze honingbijen kunnen onge
stoord huizen in termietennesten.
Na de bloei komt de bloemas naar bene
den. Het kokervruchtje is 15 tot 18 mm
klein. Aan de basis is het vruchtje groen
en aan de top bleekgroen. De kromme
vruchtjes rijpen onder water. De één milli
meter kleine zaadjes zinken naar de
bodem en komen boven drijven als ze
ontkiemd zijn. Zaadjes blijven 15 jaar
kiemkrachtig.
Op natte rijstvelden komt de Eichhornia
mutans (drijvend) voor. Eichhornia azuria
(azuurblauw) wortelt bij voorkeur in de
modder; de bloemen zijn violetkleurig met
geel hart.
De Eichhornia crassipes (dikbladig) is de
meest drijvende soort. Ze bloeit met witte
of licht lila bloemen.
Eichhornia's zijn in Nederland van voor
tot najaar in tuincentra en aquariumzaken
te koop. In warme zomers kan ze zich uit
breiden en zelfs bloemen krijgen. De
bloeitijd valt van juni tot september. Deze
waterplant groeit het best in een ondiepe
vijver die bestaat uit 10 cm aarde en 10
cm water. De vijver moet midden in de
zon staan. De planten gaan algvorming
tegen waardoor het water helder blijft. Ze
zijn niet winterhard; temperatuur beneden
de 5 graden C kunnen ze niet verdragen.
Bloem van de Eichhornia
Als men de planten over wil houden moe
ten ze half september naar binnen in
serre of huiskamer. Zet de planten in een
klein aquarium waarin eerst een teem
achtige laag aarde komt en een laag
water van plm. 5 cm. Zet het geheel op
een lichte en niet te warme plaats. Door
gebrek aan licht kunnen de stengels lan
ger en minder dik worden en de bladeren
kunnen zwarte vlekken krijgen.
Half mei kunnen de planten weer naar
buiten en zulten ze spoedig herstellen.
30