O RESPATI BEACH VILLAGE en RESPATI DEPENDANCE direct aan het strand van Sanur (Bali), een gezellig en goed onderhouden complex. Faciliteiten o.a. zwembad, bar en restaurant, 24 uur per dag dokter beschikbaar. Informatie via Respati Beach Village Postbus 390 2670 AK Naaldwijk. V.l.n.r.: burgemeester Steve Yamashiro, Joyce Cohen en Ben Hu moeten we stenen opzij doen, aan de kant rollen en de gaten met einder vullen. De profs zwoegen om 't hardst mee. Ik mag geen steen optillen, roll it Joyce. Het is bloedheet en ik ben helemaal ver brand. Na een poosje zegt één van de profs: 'Okay, breaktime'. Uit zijn auto haalt hij frisdrank, gebakjes, sushi, musubi (onze nasi kepel) en chips. Er wordt geschranst en na een poosje gaan we weer verder tot sluitingstijd. Als Thom mij komt halen is hij verbaasd over mijn verbrande huid. 'Ben je gaan zonne baden met deze gozers', zegt hij, 'leuk!' De burgemeester van dit eiland riep een week in maart 1994 uit tot de week van Employ Older Workers. Hij bezocht diver se instanties die een 'bejaarde' in dienst hadden. Zo ook bezocht hij de University of Hawaii, waar ik werkzaam ben. Ik moest hem rondleiden in de kassen en natuurlijk zijn er foto's gemaakt en sta ik vereeuwigd met de burgemeester Steve Yamashiro en de supervisor Entomology, Ben Hu. Jammer dat ze geen kleurenfoto's maken voor 't archief, de achtergrond van de Anthuriums in verschillende kleuren is beeldig. Als ik daar een week of wat werk word ik nieuwsgierig naar wat ze allemaal op deze 200 hectare groeit. Het is een proefstation voor tropische planten en bomen. Ik vraag aan de manager of ik er tijdens 't lunchuur mag rondkijken. Het mag en ik mag alles plukken wat ik lekker vind. Goodie, denk ik, er zijn dus vrucht bomen. Ik begin m'n wandeling en voel opeens dat ik op iets heel bekends loop. Ik kijk en zie dat de grond bezaaid is met kenarie ambon, adoeh, ik ben opeens weer in onze voortuin aan de Gunung Sahari in Jakarta waar een grote kenarieboom stond en waar wij kinderen altijd vochten om de gevallen kenaries. Die kenaries onder mijn voeten, ister een grote karoeng vol, ik vraag of ik een zakje mag meenemen. 'Be my guest', zegt Dennis. Verder ontdek ik rambutan njonja, goen- doel, atjeh-lebak en sematjan en ook doekoe, chempedeck, klengkeng, djam- boe monjet, nangka, durian en verschil lende soorten sawohs waarvan ik de sawoh manilla het lekkerst vind. Verder een rij buah nona en srikaja, mangistans en banjak veel caramboles. Palabomen, asembomen, asem-krandjie en twee grote petehbomen, zwaar van de peulen, alleen jammer, zo hoog. 'You can have all those stinky beans', zegt Dennis, 'pluk maar'. Ze zijn zo aardig om alle peulen voor mij te plukken. Dan zie ik rijen jam boe bolbomen, lange, ronde, grote, rode en witte, allemaal erg sappig. De jamboe- aer smaakt echter naar niks, maar is wel geschikt voor rudjak. Verder jeroek bali in rood, wit en groen, lekker zoet. Door mijn enthousiaste verhalen wordt Thom nieuwsgierig en vraagt of hij ook een kijk je mag nemen. Het mag, zegt Dennis en in de lunchtijd kunnen Thom en ik samen wandelen in de tuin. Van alle bekende bomen wil Thom een tjankok maken. Deze, je hebt straks ook 200 hectare nodig voor al je seedlings en wie zegt dat we het nog meemaken als ze vruchten gaan dragen. 'Geeft niks', is het optimisti sche antwoord. Het is nou jeroektijd (november) en de grond is bezaaid met vruchten, zo jammer. Waarom geven jullie het niet weg aan hospitalen, shelters enzovoort. Dat mag niet, zegt Dennis. Het is in strijd met de supermarkten en bovendien als men te weten komt dat hier vruchten voor het oprapen liggen wordt deze tuin bestormd en bestolen. Dat is vroeger al gebeurd, daarom staat er nu een hek voor met 'verboden toegang' in drie talen en ik heb ook eronder gezet 'Dilarang Keras Masuk'. Ik mag het graag genoeg meene men naar huis. Met Kerst hadden we een pot-luck lunch. Tot elf uur werd gewerkt (messing around) en kreeg men het weer druk. Er werd gebarbecued, snacks kwamen op tafel in afwachting van de lunch. Partners waren ook welkom. Een avond tevoren zei ik: 'Weetje, ik neem maar een bakoel rijst mee'. 'Hoeft niet', zei Thom, 'je weet toch dat Japanners rijst eten, er zal rijst genoeg zijn'. Ik besloot een schaal nasi koening te maken en sambal goreng laboe met kip. De lunch was zalig, en lucky dat ik rijst had meegenomen. Er was geen rijst. 'There' zeg ik, 'mana hun rijst?' De nasi koening viel in de smaak, ook de laboe. Laboe heet hier pipinola. Hawaiians oftewel de Islanders zijn net zulke smulpapen als wij Indo's, altijd komt men terug op 't onderwerp 'Food' tijdens een conversatie. Hawaii is mijn homeland geworden, met de vele regens, passaat winden en de gemoedelijkheid en gast vrijheid van de locals met hun sappige taaltje. Je reinste petjoh, een genot om naar te luisteren, leuk toch. (advertentie) 33

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1995 | | pagina 33