Ze was zacht en mild, maar ze stond op haar zelfstandigheid. 'Ik ben ik en niet jijhield ze me dikwijls voor. Ze hield van bloemen, vogels en licht. Daar kon ze lyrisch over zijn. Haar wandkleden in overwegend zachte, bij elkaar passende kleuren getuigen ervan. Zo was ze. Rob Nieuwenhuys O Fried en Rob Nieuwenhuys 60 jaar getrouwd Amsterdam) gingen we op bezoek bij Fried en Rob. Het was erg koud, hartje winter en hun huiskamer binnenstappend was het of ik weer in Indië was. De keuze van meubilair, de foto's, al die kleine tètèkbengek zonder overdaad smaakvol hier en daar neergezet, maar vooral de kleur, brachten die sfeer van vertrouwe lijkheid. Neen, geen gezelligheid zoals dat gewoonlijk genoemd wordt. Rob had gekookt, heel eenvoudig rijst met twee gerechten, na het pension-eten een godenmaal. Fried heeft met haar jongste zoon Rogier in het kamp gezeten. Tjideng, later Moentilan. Het heeft bij haar sporen ach ter gelaten. Ik heb haar nooit horen kla gen, ook niet toen haar fysiek sterk ach teruit ging. Ze was happy met haar jon gens Rogier en Frank, met het succes van Rob die door zijn werk de bekendste Indische Nederlander geworden was. Fried is altijd de vrouw naast Rob geweest, maar ze verstond de kunst zich onzichtbaar te maken. Ze had haar borduurwerk, maakte de mooiste wandkleden die je je denken kunt. Gedroomde werkelijkheid, composi ties van kleuren en lijnen in een zee van licht. Bloemen en vogels, duiven vooral. Ze heeft er tientallen gemaakt, prijzen gewonnen. De kleden hangen overal in Nederland, er zou eigenlijk een expositie van moeten komen. Haar grootste verdriet waren haar steeds slechter wordende ogen. Verkalking van het netvlies. Niets aan te doen. We troostten elkaar altijd over de phone, ik had hetzelfde. 'Je moet Rob zeker heb ben?' als ik belde. 'Ja, maar hoe is het met jou, met je ogen?' 'Nou niet zo best, maar ik heb pillen van de dokter.' 'En helpen die?' 'Neen, maar ze zijn wel duur.' 'Bedankt voor de waarschuwing dan. Mijn ogen doen ook raar Fried. Gisteren zag ik op de tv een film waar twee mannen een vrouw achterna zaten. Ineens was één man verdwenen, ik vroeg me af wat er met hem gebeurd was, maar toen ont dekte ik dat mijn ogen die tweede man erbij hadden verzonnen.' 'Ze hadden er ook een tweede vrouw bij kunnen doen!' Ik hoorde dat bekende zachte lachje aan de andere kant van de lijn. Soms keuvelde zij en kletste ik een hele poos totdat Fried zei 'Hier is Rob, je moet hem toch hebben?' Dan was ik inmiddels vergeten waarvoor. Fried heb ik uiterlijk niet zien veranderen in de 40 jaren dat we elkaar sporadisch zagen. Haar lieve gezicht met altijd die vragende ogen, ik heb ze helaas de laat ste twee jaar niet meer gezien. Ze brak botten, kneusde spieren, ze viel vaak, heel lelijk soms, haar lichaam was broos, haar ogen slecht. Volgens Rob waren haar laatste woorden - ze was nauwelijks meer te verstaan - 'Bittere eenzaamheid'. Rob zal het er erg moeilijk mee hebben. Fried Nieuwenhuys, een Hollands meisje altijd Indisch gebleven. 27

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1995 | | pagina 27