.--I im»
tUuxz/atfifialm
fam/otk: de cdée/iadm
O
pollepels maakt en snuisterijen. Aan de
binnenkant bevindt zich het vruchtvlees.
Het jonge vruchtvlees wordt in de limona
desiroop gebruikt als lekkernij, het oude
wordt geraspt, in water geweekt en ge
kneed en door een zeef uitgeperst tot
santen, die in de Indische keuken wordt
gebruikt. In de dop zit ook water, dat lek
ker smaakt en wat prikkelend is.
Zwangere vrouwen drinken het veel,
omdat ze daarmee geloven kans te
maken op een baby met een mooie huid.
Dat zegt.het bakerpraatje, maar na de
zevende maand mogen ze er niet meer
van drinken, omdat de baby anders te
groot zou worden. Of dit allemaal waar is
weet natuurlijk niemand, maar toch gelo
ven velen dit. Het vruchtbeginsel zit ook
in de dop en wordt als lekkernij gegeten,
het smaakt zoet en is voos. Ook hierbij is
een bakerpraatje van kracht. Jonge meis
jes, zo luidt het verhaal, mogen er niet
van eten, anders trouwen ze niet.
De bladeren van de kokospalm dienen
als dakbedekking en de nerven worden
bijeen gebonden en als bezem gebruikt:
de sapu-lidi. Het gedroogde vruchtvlees
noemt men copra en is van nut bij de
zeepvervaardiging.
De nipahpalm vindt men op plaatsen, die
vaak erg droog zijn. De palm houdt
namelijk het grondwater vast als het
geregend heeft, zodat de grond niet hele
maal uitdroogt.
Deze palm krijgt vrij grote noten, die wor
den gepeld en geschild. Dan houdt men
een blubberige, haast doorschijnende
vrucht over, nogal rond, waar een frisse,
zoete siroop in zit; de vrucht zelf smaakt
ook lekker en koel.
Van deze palm worden de noten gebruikt
bij het kauwen van betèl of sirih. Vroeger
gebruikten veel vrouwen sirih en soms
zelfs ook mannen. Tegenwoordig wordt
er niet meer zoveel aan de sirihcultuur
gedaan. Vroeger bestond er zelfs een
sirih-ritueel, ook bij de vorsten. De pi-
nangnoot wordt in een sirihblad gedaan
met een blokje kalk en wat tabak en dan
wordt alles tot een pakje gevouwen en in
de mond gestoken, achter de lippen,
tegen de tanden aan. Er wordt op gezo
gen en het speeksel wordt uitgespuwd.
Dat ziet er erg onsmakelijk uit, het is
vuurrood en dat speeksel is er vaak de
oorzaak van dat de Europese huisvrouw
liever geen sirihkauwende bedienden wil
hebben. Het gebit wordt er sterk van,
maar het aanzien is niet zo prettig met
die rode aanslag op de tanden.
Deze palm is, zoals men al uit de naam
kan opmaken, wel de mooiste palmsoort.
Ze wordt heel hoog, met brede, vedervor-
mige, wuivende bladeren. Veel wevervo
gels bouwen in deze palmen hun nesten.
Commerciële waarde heeft de konings-
palm verder niet, alleen esthetische waar
de.
Tegenwoordig groeit er in Indonesië een
eigenaardige soort palm, waarvan de
stam enkele meters van de top af tot en
met de top vuurrood is. Daaraan dankt de
palm de naam lipstick-palm.
Van de oliepalm is de pit het belangrijk
ste. De palm heeft na vier jaren al tros
sen. Elke tros heeft ongeveer 30 pitten en
deze pitten worden verwerkt tot margari
ne en braadolie. Van de schillen wordt
machineolie gemaakt, maar ook wordt
deze olie gebruikt in de cosmetica en
voor de vervaardiging van zeep. De noot
wordt gebruikt voor karton en formica.
Deze palm kan wel 20 meter hoog wor
den.
29