Het gras is altijd groener...
De plaats waar ik geboren ben is
omringd door blauwe bergen, de Kawi,
de Arjuna en de Semeru. Ze hebben hun
stempel op me gedrukt, want ik houd van
bergen en als kind in Singosari en later
Malang, voelde ik me beschermd door ze
en kon me niet voorstellen hoe het zou
zijn zonder bergen. Als de zon onder
ging werden ze donkere schaduwen die
flauwtjes afstaken tegen een blauw-zwar-
te hemel. Ze waren er altijd en ik vroeg
me af wat er toch achter die bergen kon
liggen. Toen zag ik voor het eerst de zee,
de Javazee. En dat wijde water maakte
me uitbundig. Hier was iets dat ik nog
nooit eerder had gezien. Een onbelem
merd uitzicht op een hele verre horizon.
Het gaf me een gevoel van vrijheid, maar
net als met de bergen vroeg ik me af wat
er toch achter die verre horizon kon lig
gen. Dat was het begin van de ellende -
als je het zo noemen wilt - want als ik
tussen de bergen zat had ik een vaag
verlangen naar de zee en vice versa. Het
gras is altijd groener aan de andere kant
van het hek, zoals ze dat hier zeggen.
Later, als teenager in het kamp, kwam
het gesprek vaak op waar we over tien
jaar wilden zijn. Het meest genoemde
land was Amerika. Holland wilden we ook
wel zien, vooral sneeuw was zo'n
onbegrijpelijk iets, jaargetijden ook. Wij
hadden er maar twee, dat waren de
moessons, de natte en de droge. Of het
regende öf de zon scheen, öf het was
mendung, zo er tussen in. Het volkomen
onverwachte gebeurde, we gingen naar
Holland, voorgoed. En daar zat 'm de
moeilijkheid, in dat voorgoed. Holland
was okay, maar het klimaat maakte ons
triest, en ja, ontevreden en unhappy. We
wilden terug naar Java, naar Indië, naar
de zon. We hadden genoeg sneeuw
gezien en appelbomen en tulpen. Maar
teruggaan konden we niet, dus gingen
we naar Amerika om er te zoeken wat we
hadden achtergelaten. En alweer, volko
men onverwacht, dachten we in Amerika
aan Holland en hoe we het déér hadden.
Het was zo gezellig, je zag er mensen op
straat, iedereen kende iedereen. Hier in
dit enorm grote land was je maar een
onzichtbaar persoontje, ze lieten je met
rust, je kon doen wat je wou. Het klimaat
was heerlijk, de winter nam je er maar bij,
want de zon was altijd wel te vinden. In
het begin spraken we nog veel over
Holland en zeiden dan: 'Ach ja, het gras
is altijd groener...' Totdat je met vakantie
ging naar Holland. De eerste dag daar
wist je al datje niet wachten kon om
weer terug te gaan naar Amerika. Ook nu
was het gras groener.
En in Amerika? Jarenlang woonden we
dicht bij New York, de stad. Het duurde
een hele tijd voor we het Vrijheidsbeeld
een bezoek brachten, de Empire State
Building en de haven. En nu we er weg
zijn gaat er natuurlijk niets boven New
York, the Big Apple. En hetzelfde geldt
voor New Yersey. Onlangs logeerden we
een paar weken in Atlanta in Georgia. Oh
Atlanta! Het ligt ertussen de heuvels, de
stad van Margareth Mitchell die Gone
with the wind schreef, na de bijbel het
meest verkochte boek in Amerika.
Atlanta is nog een jonge stad, generaal
Sherman brandde de stad plat in novem
ber 1864 tijdens de Amerikaanse
Burgeroorlog. Vandaag de dag is het een
moderne stad met de nodige wolkenkrab
bers, een internationale stad, met musea,
theaters, een symfonieorkest en een
beroemd koor. Atlanta is voor de medi
sche wereld ook een hele belangrijke
stad en staat bekend om zijn goede zie
kenhuizen. Vooral niet zo lang geleden
verwierf de stad bekendheid omdat het
de plaats is van de Olympische Spelen
van 1996. Atlanta, de stad van Coca
Cola, Delta Airlines, de Olympic Games,
en Gone with the wind!
We logeerden in Peachtree City, even
buiten de stad zelf en oh we keken onze
ogen uit. Alles stond in bloei. De dog
wood, wit en roze, de witte zomaar overal
in de bossen, de roze speciaal gekweekt.
Vivien Leigh als Scarlett O'Hara
9