fUijn achtertuin a t<x& Sirih pruimen D.A. Visker O 10 scherp, heet. Het vele speeksel moet men natuurlijk weer kwijt, op straat is dat geen probleem, maar thuis heeft men er een speciale kwispedoor voor, die dient voor algemeen gebruik. Nu blijkt trouwens ook dat het speeksel vuurrood is geworden, dat is een gevolg van de vermenging van gambir met de kalk. Dat is een gewoonte, vooral van vrouwen, meestal Indone sische, hoewel er ook Indische en zelfs Hollandse vrouwen zijn, die zich hieraan overgeven. De sirihpruim is een flink pakket, waarmee je direkt een volle mond hebt. Het opbouwen van de pruim gaat als volgt: Men kiest eerst één of twee sirihbladeren, die met zorg op de handpalm worden gelegd, daarna worden ze met een fijn stokje bestreken met een beetje ongebluste kalk (kapoer sirih) het geen eveneens met zorg en geduld moet geschieden. Daarna wordt er een klein brokje gambir aan toege voegd en raspt men tot slot wat schraapsel af van een pinangnootje. Dit alles wordt nu dichtgevouwen en achter de kiezen gepropt. Het kan wel eens een aardig dikke pruim worden. Die wordt dan rustig fijngekauwd, waar men lange tijd over kan doen. Het gevolg is dat er nu een verhoogde speek selafscheiding ontstaat. De smaak, ja die is een beetje pittig en De gewoonte is verder, dat men daarna de tanden weer goed schoonwrijft, soms gebeurt dat met de bast van een pinangnoot je, maar ook vaak gebruikt men er een propje speciaal grofge- sneden tabak voor. Maar die tabak wordt daarna gewoonlijk weer bij de sirih-pruim gevoegd, wa»rrlnnr het spreken enige tijd wordt bemoeilijkt. Niet zelden steekt de sirihpruim voor een deel buiten de mond. Sirihpruimen is een bezigheid, die men graag in gezel schap uitvoert, een gelegenheidsritu eel. Er bestaan fraaie koperen si- rihstellen, die een schaal bevatten en een aantal potjes voor de verschillen de ingrediënten. Zelfs de Javaanse vorsten laten, wan neer zij zich ergens heen begeven, hun sirihstel, door een speciale dienares, achterna dragen. 05"er Sirihpruimen wordt op den duur een verslaving, net als bij ons het roken; wie er eenmaal aan gewend is, kan er moeilijk weer vanaf komen. Voor ons nieuwe huis stroomt een singel waarvan de oevers overvloedig met riet zijn begroeid. Kikkers, eenden en allerlei watervogels voelen zich veilig en gebor gen erin en laten het in een kakofonie van geluiden ook horen. Zelfs vissende reigers zijn er geen zeldzaamheid. Kleine kinderen, roeiend in hun opblaasbootjes, beleven op het water fantastische avontu ren. Hartstikke leuk om ze bezig te zien. Hun stemmen zijn een bevestiging van het ontluikende leven in deze nieuwe buurt, in een dorp ingeklemd tussen twee grote steden. Vele voortuintjes wachten nog op een creatieve inspiratie van de respectievelijke eigenaar, ook de onze De achtertuin is zojuist gereed. Het heeft lang geduurd en wij hebben het niet zelf gedaan, maar laten doen. Die van de buren links en rechts was al veel eerder klaar. Ze hebben het beiden zelf aange legd met steun en welgemeende advie zen van familie en vrienden en...het resultaat is prachtig. Een Hollandse tuin met veel kleur, diverse soorten tulpen en een vijver. Aangezien wij maar niet op een creatief idee konden komen, bleef het onkruid groeien. Ook mooi hoor, van die goudge le bloemen op lange groene stengels. De tuin zat vol insekten, vlinders en bijen vlo gen af en aan. Buren, onze kinderen, vrienden en kennissen wilden ons al een safaripak cadeau doen, zo wild zag het er al uit Toen gebeurde het! Boven op de over loop hangt bij ons een grote familiefoto. Gemaakt in het voormalig Nederlands- Indië ver voor de oorlog! Opa en Oma omringd door hun kinderen met echtge- noten(s) en twee kleinkinderen op schoot. U zult dit soort statieportretten ongetwij feld wel kennen. Alles in zwart-wit en gekleed volgens de laatste, toenmalige mode compleet met jas-toetoep. Bij het langslopen was het net of ik hoorde zeg gen: 'Waarom stop je niet een beetje Indië in je tuin'. Dat is het, dacht ik! Meteen ben ik naar beneden gelopen en heb het mijn vrouw, een nuchtere Limburgse, verteld. Ze was er meteen voor en zei: 'Het oude Indië kennen wij niet maar wel het huidige Indonesië; de herinnering is geloof ik net zo mooi'. De hovenier was enthousiast toen hij het hoorde. Hij wilde met alle plezier ons idee uitwerken en de tuin aanleggen voor een vriendenprijsje.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1995 | | pagina 10