Batavia in de 18e eeuw op gravures van kunstschilder Kobell Jr. en graveur De Sallieth. Drs. L.P. van Putten 33 JE 33 I JE, S TJPOOIT TE 3J A T AT IA, O Hoewel de roemruchte Gouden Eeuw inmiddels in de schemering van de geschiedenis was opgenomen leverden ook 18e eeuwse kunstenaars regelmatig boeiende werken af. De rijkdommen in de Nederlanden, die hun oorsprong hadden in die voorbije 17e eeuw waren niet als sneeuw voor de zon verdwenen, maar werden anders aangewend. Statige bui tenverblijven werden langs de meandri- sche Vecht opgetrokken, waar de rijken hun vermogen belegden in aardse bezit tingen en niet langer geneigd waren tot risicovolle investeringen. De expansie van de Verenigde Oost- Indische Compagnie was inmiddels tot stilstand gekomen en de Compagnie zuchtte onder corruptie, een geldverslin dende administratie en toenemende con currentie van met name de Engelse zee macht, die de hegemonie op de wereld zeeën overnam. Aan het einde van de 18e eeuw, geken merkt door teruggang en stagnatie, leef de de kunstschilder Hendrik Kobell Jr. Hij werd op 13 september 1751 geboren in een Rotterdamse koopmansfamilie, maar volgde niet in het voetspoor van zijn vader. Hij werd één der bekwaamste tekenaars en schilders van zee- en riviergezichten van zijn tijd. Op 18-jarige leeftijd vertrok Hendrik naar Londen om zich vervolgens van 1770 tot 1771 in Amsterdam te vestigen. In Amsterdam werd zijn talent opgemerkt en kreeg hij bescherming van de kunstminnende Heeren Jacob Vos en C. Ploos van Amstel, jzc. In 1774 verschijnt Hendrik terug in de buurt van Rotterdam en vestigt zich in Overschie. Van de tussenliggende perio de is bekend dat hij korte tijd in Parijs is geweest. In 1799 verschijnt bij J.W. Smit en W. Holtrop te Amsterdam een boek over de stad Batavia met tekeningen van Kobell. Deze werden 'in 't koper gebracht' door de bekende kopergraveur De Sallieth. Er heerst enige onduidelijkheid over de authenticiteit van de afbeeldingen. Op de gravures staat 'naar het leven getekend', een aanduiding die aangeeft dat de kun stenaar de prenten ter plaatse heeft gemaakt. In sommige bronnen gaat men er vanuit dat Kobell, zoals op de prenten vermeld, in 1772 een reis naar Batavia heeft gemaakt. Uit brieven aanwezig bij het bureau voor de genealogie blijkt ech ter dat hij Batavia in het verre Indië nooit bezocht heeft. Wellicht had Kobell, of de uitgever, om de waarde van zijn werk te laten toenemen, deze aanduiding later toegevoegd? Kobell's laatste levensjaren zijn enigszins in nevelen gehuld. Volgens sommige gegevens is hij gestorven in het jaar dat het boek werd uitgebracht, andere bron nen geven 1782 aan als jaar van overlij den waarbij het intreden van de dood een gevolg zou zijn van 'een sprong uit het raam' van Kobell, zelfmoord lijkt dan in het spel. Onder andere in het Scheepvaartmuseum in Amsterdam bevinden zich een aantal werken van Kobell tot kopergravures gemaakt door De Sallieth. De Sallieth was in 1749 in Praag geboren en had vervolgens zijn studie gedaan bij J E. Mansfeld in Wenen. Hij vestigde zich in Rotterdam, waar hij een aantal fraaie kopergravures maakte, met name zeege zichten. De Sallieth ging de destijds moderne manier van graveren leren bij Le Bas in Parijs en kwam terug met de techniek om kleine figuren levendiger en losser te tekenen in een landschap of stadsgezicht. Die verfijnde techniek is goed terug te vinden in de door hem ver vaardigde zes kleine aanzichten van het 18e eeuwse Batavia. 32

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1995 | | pagina 32